Zoekopties
Home Media Explainers Onderzoek & publicaties Statistieken Monetair beleid De euro Betalingsverkeer & markten Werken bij de ECB
Suggesties
Sorteren op

Kerncijfers

Balans van de ECB

Verlies over het boekjaar

Het balanstotaal van de ECB is in 2024 met € 32,6 miljard afgenomen, voornamelijk door de vermindering van het aantal voor het monetair beleid aangehouden effecten, wat weer samenhangt met het feit dat de herinvestering van de hoofdsommen van op vervaldag gekomen effecten in het kader van het APP sinds juli 2023 is stopgezet en de aflossingen krachtens het PEPP tijdens de tweede helft van 2024 slechts gedeeltelijk werden geherinvesteerd.

Het verlies was ook dit jaar toe te schrijven aan de aanzienlijke rentelasten als gevolg van de netto TARGET-verplichting en is vergelijkbaar met het verlies van € 7.886 miljoen vóór de onttrekking aan risicovoorzieningen in 2023. Aangezien de voorziening voor financiële risico’s volledig was vrijgegeven in 2023, waardoor het verlies voor dat jaar werd teruggebracht tot € 1,266 miljoen, konden in 2024 geen verliezen door deze voorziening worden gedekt.

Net als het verlies van het voorgaande jaar zal het verlies van 2024 op de balans van de ECB blijven staan en worden verrekend met toekomstige winsten.

Balans van de ECB

Winst/(verlies) over het boekjaar

(EUR miljard)

(EUR miljoen)

1 Managementverslag

1.1 Doel van het managementverslag van de ECB

Het managementverslag vormt een integraal onderdeel van de Jaarstukken van de ECB en is bedoeld om de lezer contextuele informatie met betrekking tot de jaarrekening te geven.[1],[2] Aangezien de activiteiten en transacties van de ECB haar beleidsdoelstellingen ondersteunen, dienen de financiële positie en het resultaat van de ECB in samenhang met haar beleidsacties te worden gezien.

In het managementverslag wordt ingegaan op de belangrijkste taken en activiteiten van de ECB, evenals op de invloed daarvan op de jaarrekening van de ECB. Verder bevat het managementverslag een analyse van de belangrijkste ontwikkelingen van de balans en de winst-en-verliesrekening gedurende het jaar en geeft het informatie over het eigen vermogen van de ECB. Ten slotte bevat dit verslag een beschrijving van de risico-omgeving waarin de ECB opereert, aan de hand van informatie over de specifieke risico’s waaraan de ECB blootstaat en over het risicobeheerbeleid dat de ECB voert om de risico’s te mitigeren.

1.2 Belangrijkste taken en activiteiten

De ECB is onderdeel van het Eurosysteem, dat naast de ECB de nationale centrale banken (NCB’s) van de lidstaten van de Europese Unie (EU) omvat die de euro als munt gebruiken.[3] De hoofddoelstelling van het Eurosysteem is de handhaving van de prijsstabiliteit. De ECB vervult haar taken zoals beschreven in het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie[4] en in de statuten van het Europees Stelsel van centrale banken en van de Europese Centrale Bank (Statuten van het ESCB)[5] (zie Figuur 1). De ECB voert haar werkzaamheden uit ter vervulling van haar mandaat, zonder winstoogmerk.

Figuur 1

De belangrijkste taken van de ECB

Binnen het Eurosysteem wordt het monetair beleid in beginsel decentraal ten uitvoer gelegd. Dit impliceert dat de monetairbeleidstransacties van het Eurosysteem in de jaarrekening van de ECB en die van de NCB’s van het eurogebied worden verantwoord. Tabel 1 bevat een overzicht van de belangrijkste transacties en functies van de ECB die voortvloeien uit haar mandaat, en de invloed daarvan op de jaarrekening van de ECB.

Tabel 1

De belangrijkste activiteiten van de ECB en hoe deze tot uitdrukking komen in de jaarrekening

Uitvoeren van het monetair beleid

Kredietverlening en verplichtingen aan kredietinstellingen van het eurogebied in verband met monetairbeleids-transacties

Het operationeel kader dat het Eurosysteem hanteert voor het monetair beleid bestaat uit een samenstel van monetairbeleidsinstrumenten. Het Eurosysteem voert standaard reguliere; d.w.z. niet-structurele, liquiditeitsverschaffende open-markttransacties uit, biedt permanente faciliteiten en verplicht kredietinstellingen minimumreserves aan te houden.[6]

Deze monetairbeleidsinstrumenten worden decentraal gebruikt door de NCB’s en worden in hun jaarrekening op de balans verantwoord onder de posten ‘Kredietverlening aan kredietinstellingen in het eurogebied in verband met monetairbeleidstransacties, luidende in euro’s en ‘Verplichtingen aan kredietinstellingen van het eurogebied in verband met monetairbeleidstransacties, luidende in euro’. Deze transacties komen daarom niet in de jaarrekening van de ECB tot uitdrukking.

Voor monetairbeleidsdoeleinden aangehouden effecten

Deze effecten zijn aangekocht door de ECB en de NCB’s van het Eurosysteem en opgenomen onder de balanspost ‘Voor monetairbeleidsdoeleinden aangehouden effecten’. De aangehouden schuldbewijzen worden gewaardeerd tegen geamortiseerde kostprijs, onder aftrek van bijzondere waardeverminderingen.

Overlopende rente en geamortiseerde agio- en disagiobedragen worden opgenomen in de winst-en-verliesrekening, ofwel onder ‘Rentebaten’ (bij een positief saldo), ofwel onder ‘Rentelasten’ (bij een negatief saldo).

Eventuele gerealiseerde winsten en verliezen worden in de winst-en-verliesrekening opgenomen onder de post ‘Gerealiseerde winsten/verliezen uit financiële transacties’.

Effectenuitlening

Voor monetairbeleidsdoeleinden aangehouden effecten zijn beschikbaar voor uitlening door het Eurosysteem.[7] Voor de ECB worden deze transacties door gespecialiseerde instellingen uitgevoerd. Deze transacties worden verantwoord onder de balansposten ‘Overige verplichtingen aan kredietinstellingen in het eurogebied, luidende in euro’ en ‘Verplichtingen aan niet-ingezetenen van het eurogebied, luidende in euro’, indien onderpand wordt verstrekt in de vorm van geldmiddelen en deze middelen onbelegd blijven. Anders worden de desbetreffende effectenuitleningstransacties op buitenbalansrekeningen verantwoord.

Overlopende rente wordt in de winst-en-verliesrekening van de ECB opgenomen onder ‘Rentebaten’ of ‘Rentelasten’.

Liquiditeitsverschaffing in vreemde valuta

De ECB treedt op als intermediair tussen de centrale banken die niet tot het eurogebied behoren en de NCB’s van het eurogebied door middel van swaptransacties die zijn bedoeld om voor de korte termijn financiering in vreemde valuta te verstrekken aan tegenpartijen van het Eurosysteem.[8]

Deze transacties worden op de balans verantwoord onder ‘Verplichtingen aan niet-ingezetenen van het eurogebied, luidende in euro’ en ‘Vorderingen uit hoofde van TARGET (netto)’/‘Verplichtingen uit hoofde van TARGET (netto)’, evenals op buitenbalansrekeningen.

Overlopende rente wordt in de winst-en-verliesrekening van de ECB opgenomen onder ‘Rentebaten’ of ‘Rentelasten’.

Liquiditeitsverschaffing aan centrale banken buiten het eurogebied, in euro

Het Eurosysteem kan liquiditeit in euro's verschaffen aan centrale banken buiten het eurogebied door middel van swap- en repotransacties in ruil voor toegelaten onderpand.[9]

De ECB verantwoordt de swaptransacties op de balans onder ‘Vorderingen op niet-ingezetenen van het eurogebied, luidende in vreemde valuta’ en ‘Verplichtingen aan niet-ingezetenen van het eurogebied, luidende in euro’ of ‘Vorderingen uit hoofde van TARGET (netto)’/‘Verplichtingen uit hoofde van TARGET (netto)’, evenals op buitenbalansrekeningen.

Overlopende rente wordt in de winst-en-verliesrekening van de ECB opgenomen onder ‘Rentebaten’ of ‘Rentelasten’.

Uitvoeren van valutamarkttransacties en het beheer van de externe reserves

Valutamarkttransacties en het beheer van de externe reserves

De externe reserves van de ECB zijn in de balans opgenomen, voornamelijk onder de posten ‘Goud en goudvorderingen’, ‘Vorderingen op niet-ingezetenen van het eurogebied, luidende in vreemde valuta’ en ‘Vorderingen op ingezetenen van het eurogebied, luidende in vreemde valuta’, terwijl daarmee gepaard gaande verplichtingen worden verantwoord als ‘Verplichtingen aan ingezetenen van het eurogebied, luidende in vreemde valuta’ en ‘Verplichtingen aan niet-ingezetenen van het eurogebied, luidende in vreemde valuta’. Deviezentransacties worden tot de afwikkelingsdatum op buitenbalansrekeningen verantwoord.

Overlopende rente en geamortiseerde agio- en disagiobedragen worden in de winst-en-verliesrekening opgenomen onder de post ‘Rentebaten’ en ‘Rentelasten’.

Voor zover negatieve ongerealiseerde prijs- en valutakoersresultaten eerder verwerkte positieve ongerealiseerde resultaten op dezelfde posten te boven gaan, wordt het verschil in de winst-en-verliesrekening verantwoord, onder ‘Afwaarderingen van financiële activa en posities’. Gerealiseerde winsten en verliezen op de verkoop van tot de externe reserves behorende activa worden in de winst-en-verliesrekening opgenomen onder de post ‘Gerealiseerde winsten/(verliezen) uit financiële transacties’. Positieve ongerealiseerde resultaten worden in de balans verwerkt onder de post ‘Herwaarderingsrekeningen’.

Bevorderen van de goede werking van het betalingsverkeer

Betalingssystemen (TARGET)

De TARGET-saldi van de tot het Eurosysteem behorende NCB’s ten opzichte van de ECB worden in de balans van de ECB gesaldeerd als één vordering of verplichting weergegeven onder de post ‘Vorderingen uit hoofde van TARGET (netto)’ en ‘Verplichtingen uit hoofde van TARGET (netto)’.[10] Saldi binnen het ESCB ten opzichte van de ECB die voortvloeien uit de deelname van NCB's van buiten het eurogebied aan TARGET worden verantwoord op de balans onder ‘Verplichtingen aan niet-ingezetenen van het eurogebied, luidende in euro’. Saldi van aangesloten systemen van derden die via de TARGET-ECB-component aan TARGET zijn gekoppeld, worden op de balans opgenomen onder ‘Verplichtingen aan overige ingezetenen van het eurogebied, luidende in euro’ of ‘Verplichtingen aan niet-ingezetenen van het eurogebied, luidende in euro’, afhankelijk van de vraag of de beherende entiteit in of buiten het eurogebied is gevestigd.[11] Overlopende rente wordt in de winst-en-verliesrekening opgenomen onder ‘Rentebaten’ of ‘Rentelasten’.

Bijdrage aan de veiligheid en soliditeit van het bankwezen en aan de stabiliteit van het financiële stelsel

Bankentoezicht – het gemeenschappelijk toezichtsmechanisme (SSM)

De jaarlijkse kosten van de ECB in verband met haar toezichtstaken worden elk jaar via een toezichtsvergoeding in rekening gebracht bij de onder toezicht staande entiteiten. De toezichtsvergoedingen worden in de winst-en-verliesrekening opgenomen onder ‘Nettobaten uit vergoedingen en provisies’.

Tevens is de ECB bevoegd om onder toezicht staande entiteiten administratieve boetes op te leggen wegens niet-naleving van de EU-bankwetgeving inzake prudentiële vereisten (daaronder zijn ook toezichtsbesluiten van de ECB begrepen). De hiermee verband houdende baten worden in de winst-en-verliesrekening opgenomen onder ‘Nettobaten uit vergoedingen en provisies’.

Overige

Bankbiljetten in omloop

Aan de ECB is een aandeel van 8% in de totale waarde van de eurobankbiljetten in omloop toegekend. Dit aandeel wordt gedekt door vorderingen op de NCB’s, die in de balans worden opgenomen onder ‘Vorderingen uit hoofde van de toedeling van eurobankbiljetten binnen het Eurosysteem’ en die werden vergoed tegen de rentevoet die het Eurosysteem hanteert bij de tenders voor basisherfinancieringstransacties. De rente wordt in de winst-en-verliesrekening verantwoord onder ‘Rentebaten’.

De kosten van het grensoverschrijdend vervoer van eurobankbiljetten tussen bankbiljettendrukkerijen en de NCB’s voor de levering van nieuwe bankbiljetten, en tussen de NCB’s voor het opheffen van tekorten vanuit overschotvoorraden, worden centraal door de ECB gedragen. Deze kosten worden in de winst-en-verliesrekening opgenomen onder ‘Diensten van bankbiljettenproductie’.

Eigenmiddelenportefeuille

De eigenmiddelenportefeuille van de ECB wordt in de balans opgenomen, voornamelijk onder ‘Overige financiële activa’.

Overlopende rente en geamortiseerde agio- en disagiobedragen worden in de winst-en-verliesrekening opgenomen onder de post ‘Rentebaten’ en ‘Rentelasten’.

Voor zover negatieve ongerealiseerde prijsresultaten eerder verwerkte positieve ongerealiseerde prijsresultaten op dezelfde posities te boven gaan, wordt het verschil in de winst-en-verliesrekening opgenomen, onder ‘Afwaarderingen van financiële activa en posities’. Gerealiseerde winsten en verliezen op de verkoop van effecten worden eveneens in de winst-en-verliesrekening opgenomen, onder ‘Gerealiseerde winsten/verliezen uit financiële transacties’. Positieve ongerealiseerde resultaten worden in de balans verwerkt onder ‘Herwaarderingsrekeningen’.

1.3 Financiële ontwikkelingen

1.3.1 Balans

De balans van de ECB is tussen 2020 en 2022 gegroeid, vooral door de aankoop (zonder wederinkoop) van effecten door de ECB ten behoeve van de uitvoering van het monetair beleid van het Eurosysteem (Grafiek 1). De belangrijkste redenen voor de aanzienlijke balansgroei in 2020 en 2021 waren de nettoaankopen van effecten in het kader van het programma voor de aankoop van activa (asset purchase programme – APP) en de start van het pandemie-noodaankoopprogramma (pandemic emergency purchase programme – PEPP) in maart 2020. [12] De nettoaankopen van effecten in het kader van het PEPP en het APP werden respectievelijk per ultimo maart 2022 en per 1 juli 2022 stopgezet, waardoor het balanstotaal van de ECB in 2022 gematigder toenam. In 2023 begon het balanstotaal van de ECB te dalen, voornamelijk door de geleidelijke vermindering van de in het kader van het APP aangehouden effecten. Die vermindering vloeit voort uit het feit dat de aflossingen op effecten die de vervaldatum hadden bereikt tussen maart en juni 2023 slechts gedeeltelijk werden geherinvesteerd, en vanaf juli 2023 helemaal niet meer.

€ 32,6 miljard
Afname balanstotaal van de ECB

In 2024 liep het balanstotaal van de ECB verder terug met € 32,6 miljard, tot € 640,6 miljard, voornamelijk door aflossingen van krachtens het PEPP en het APP aangehouden effecten. De aflossingen hebben geresulteerd in een vermindering van de ‘Voor monetairbeleidsdoeleinden aangehouden effecten’, terwijl de afwikkeling van deze transacties in centralebankgeld via TARGET-rekeningen tot uiting kwam in een overeenkomstige afname van de post ‘Verplichtingen binnen het Eurosysteem’. Deze afname werd deels gecompenseerd door de stijging van de waarde in euro van de externe reserves van de ECB.

Grafiek 1

Belangrijkste posten van de balans van de ECB

(EUR miljard)

Bron: ECB.
Toelichting: Voor de opstelling van de Jaarstukken van de ECB bestaat het eigen vermogen van de ECB uit het gestorte kapitaal, de voorziening voor financiële risico's en het algemeen reservefonds, de herwaarderingsrekeningen (uitgezonderd de herwaarderingsrekening voor vergoedingen na uitdiensttreding), geaccumuleerde verliezen uit voorgaande jaren en het jaarresultaat.
Voor informatie over de aanpassingen van de cijfers over 2023, zie ‘Wijzigingen in de weergave van de jaarrekening’ in Paragraaf 2.3 ‘Grondslagen voor de financiële verslaggeving’ van de jaarrekening van de ECB.

59%
Aandeel voor monetairbeleidsdoeleinden aangehouden effecten in totale activa

Eind 2024 bestonden de totale activa van de ECB voor 59% uit voor monetairbeleidsdoeleinden aangehouden effecten luidende in euro's. Deze balanspost betreft de effecten die de ECB heeft aangekocht in het kader van het programma voor de effectenmarkten (securities markets programme – SMP), het derde aankoopprogramma’s voor gedekte obligaties (third covered bond purchase programme – CBPP3), het programma voor de aankoop van effecten op onderpand van activa (asset-backed securities purchase programme – ABSPP), het aankoopprogramma voor door de publieke sector uitgegeven schuldbewijzen (public sector purchase programme – PSPP) en het pandemie-noodaankoopprogramma (pandemic emergency purchase programme – PEPP). De in het kader van deze programma’s aangekochte effecten worden gewaardeerd tegen geamortiseerde kostprijs onder aftrek van bijzondere waardeverminderingen.

€ 48,6 miljard
Afname van de voor monetairbeleidsdoeleinden aangehouden effecten

In overeenstemming met de besluiten van de Raad van Bestuur herbelegt het Eurosysteem sinds juli 2023 niet langer de aflossingen op in het kader van het APP aangekochte effecten die op vervaldag komen. Het Eurosysteem bleef de aflossingen op effecten die de vervaldatum hebben bereikt in het kader van het PEPP volledig herinvesteren in de eerste helft van 2024 en gedeeltelijk gedurende de tweede helft van het jaar, waardoor de PEPP-portefeuille op het niveau van het Eurosysteem in die periode met gemiddeld € 7,5 miljard per maand daalde. Eind 2024 werden de herinvesteringen in het kader van het PEPP stopgezet. Als gevolg van deze beslissingen nam de waarde van de door de ECB voor monetairbeleidsdoeleinden aangehouden effectenportefeuille met € 48,6 miljard af tot € 376,8 miljard (Grafiek 2). De APP-portefeuille daalde met € 41,6 miljard naar € 220,1 miljard. De krachtens het APP aangehouden effecten in het kader van het PSPP, het ABSPP en het CBPP3 liepen met respectievelijk € 32,2 miljard, € 6,3 miljard en € 3,1 miljard terug. De PEPP-portefeuille verminderde met € 6,8 miljard tot € 156,3 miljard.

Grafiek 2

Voor monetairbeleidsdoeleinden aangehouden effecten

(EUR miljard)

Bron: ECB.

De door de ECB eind 2024 aangehouden APP- en PEPP-effecten hadden uiteenlopende looptijden (Grafiek 3).[13]

Grafiek 3

Uitsplitsing van het APP en het PEPP naar looptijd

Bron: ECB.
Toelichting: Voor effecten op onderpand van activa is het looptijdenprofiel gebaseerd op de gewogen gemiddelde looptijd van de effecten en niet op de juridische vervaldatum.

In 2024 steeg de waarde in euro’s van de externe reserves van de ECB, bestaande uit de goudvoorraad, bijzondere trekkingsrechten, Amerikaanse dollars (USD), Japanse yen (JPY) en Chinese renminbi (CNY), met € 15,4 miljard naar € 103,1 miljard.

€ 10,5 miljard
Waardestijging van de goudvoorraad van de ECB als gevolg van de hogere marktprijs van goud uitgedrukt in euro

Als gevolg van de stijging van de marktprijs van goud (uitgedrukt in euro’s) is de eurowaarde van de goudvoorraad van de ECB in 2024 met € 10,5 miljard toegenomen naar € 40,9 miljard (Grafiek 4). Door deze stijging namen de herwaarderingsrekeningen voor de goudvoorraad van de ECB met hetzelfde bedrag toe (zie paragraaf 1.3.2 ‘Eigen vermogen’).

Grafiek 4

Ontwikkeling van de goudvoorraad en de goudprijs

(links: EUR miljard; rechts: euro per fine ounce goud)

Bron: ECB.
Toelichting: De post ‘Herwaarderingsrekeningen goudvoorraad’ omvat niet de bijdragen van de centrale banken van de lidstaten die na 1 januari 1999 tot het eurogebied zijn toegetreden aan de geaccumuleerde herwaarderingsrekeningen van de goudvoorraad van de ECB op de dag vóór hun toetreding tot het Eurosysteem.

€ 4,7 miljard
Toename deviezenreserves van de ECB

Uitgedrukt in euro’s zijn de door de ECB aangehouden deviezenreserves in USD, JPY en CNY met € 4,7 miljard gestegen naar € 60,0 miljard (Grafiek 5), met name door de appreciatie van de Amerikaanse dollar ten opzichte van de euro en de herbelegging van in de loop van het jaar verkregen inkomsten, vooral op de portefeuille Amerikaanse dollars.[14] De waardestijging van de Amerikaanse dollar ten opzichte van de euro kwam ook tot uitdrukking in hogere saldi van de herwaarderingsrekeningen van de ECB in vreemde valuta (zie Paragraaf 1.3.2 ‘Eigen vermogen’).

Grafiek 5

Uitsplitsing van de deviezenreserves naar valuta

(EUR miljard)

Bron: ECB.

De Amerikaanse dollar vormde ultimo 2024 het grootste deel van de deviezenreserves van de ECB: circa 83% van het totaal.

De ECB beheert haar deviezenreserves door middel van een driestappenaanpak. Eerst stellen de risicobeheerders van de ECB een strategische benchmarkportefeuille samen, die door de Raad van Bestuur wordt goedgekeurd. Vervolgens ontwikkelen de portefeuillebeheerders van de ECB de tactische benchmarkportefeuille; deze wordt door de directie goedgekeurd. Als laatste stap worden de beleggingstransacties dagelijks decentraal uitgevoerd door de NCB's.

De deviezenreserves van de ECB worden voornamelijk belegd in effecten en geldmarktdeposito’s of op rekeningen-courant aangehouden (Grafiek 6). De effecten in deze portefeuille worden gewaardeerd tegen de marktprijs per jaareinde.

Grafiek 6

Uitsplitsing van de deviezenreserves naar soort belegging

(EUR miljard)

Bron: ECB.

64%
van de in vreemde valuta luidende effecten heeft een looptijd van minder dan één jaar

De ECB houdt de deviezenreserves aan om eventuele interventies op de valutamarkt te financieren. Om die reden worden de deviezenreserves van de ECB beheerd op basis van drie doelstellingen (in volgorde van prioriteit): liquiditeit, veiligheid en rendement. Daarom bestaat deze portefeuille voornamelijk uit effecten met een korte looptijd (Grafiek 7).

Grafiek 7

Uitsplitsing van de in vreemde valuta luidende effecten naar looptijd

Bron: ECB.

De waarde van de eigenmiddelenportefeuille nam met € 0,6 miljard toe naar € 22,7 miljard (Grafiek 8), vooral als gevolg van de herbelegging van de rente-inkomsten op deze de portefeuille.

De portefeuille bestaat vooral uit in euro's luidende effecten, gewaardeerd tegen de marktprijs per jaareinde. In 2024 bestond de totale portefeuille voor 78% uit overheidsschuldpapier.

28%
Aandeel duurzame en verantwoorde beleggingen in de eigenmiddelenportefeuille van de ECB

Het aandeel groene beleggingen in de eigenmiddelenportefeuille bleef toenemen, van 20% aan het einde van 2023 tot 28% eind 2024. De ECB is van plan dit aandeel de komende jaren verder te vergroten.[15] In 2021 en 2022 werden aankopen van groene effecten op de secundaire markten aangevuld met beleggingen in het beleggingsfonds van in euro’s luidende groene obligaties voor centrale banken, waarmee de Bank voor Internationale Betalingen in januari 2021 is gestart. In oktober 2024 is de ECB begonnen met het beleggen van een klein deel van haar eigen vermogen in op de beurs verhandelde aandelenfondsen (equity exchange-traded funds – ETF’s) die op het klimaatakkoord van Parijs afgestemde benchmarks volgen.[16] Deze diversificatie vergroot het potentieel rendement van de eigenmiddelenportefeuille van de ECB en brengt de beleggingen van de ECB meer in lijn met een decarbonisatietraject dat in overeenstemming is met de doelstellingen van het klimaatakkoord van Parijs en de Europese klimaatwet.[17]

Grafiek 8

Eigenmiddelenportefeuille van de ECB

(EUR miljard)

Bron: ECB.

De eigenmiddelenportefeuille van de ECB bestaat hoofdzakelijk uit beleggingen van het gestorte kapitaal van de ECB en bedragen die zijn opzijgezet in het algemeen reservefonds en in de voorziening voor financiële risico's. Het doel van deze portefeuille is inkomsten te genereren voor de financiering van de bedrijfskosten van de ECB die geen verband houden met de uitvoering van haar toezichtstaken.[18] De portefeuille omvat in euro's luidende activa en bij het beheer ervan gelden de limieten uit het risicobeheersingskader. Daarom is de portefeuille meer gespreid wat betreft looptijden (Grafiek 9) dan de aangehouden deviezenreserves.

Grafiek 9

Uitsplitsing van de effecten in de eigenmiddelenportefeuille van de ECB naar looptijd

Bron: ECB.

Ultimo 2024 bedroeg de totale waarde van de door het Eurosysteem uitgegeven eurobankbiljetten in omloop € 1.588,3 miljard, 1,3% meer dan eind 2023. Aan de ECB is een aandeel van 8% in de totale waarde van de eurobankbiljetten in omloop toegekend, ter waarde van € 127,1 miljard aan het einde van het boekjaar. Zowel de ECB als de NCB’s van het eurogebied hebben het recht eurobankbiljetten uit te geven. In de praktijk geven echter alleen de NCB’s fysiek eurobankbiljetten uit of nemen ze uit omloop. Daarom heeft de ECB vorderingen binnen het Eurosysteem ten opzichte van de NCB's van het eurogebied naar rata van haar aandeel in de waarde van de bankbiljetten in omloop.

De verplichtingen van de ECB binnen het Eurosysteem zijn in 2024 met € 56,4 miljard gedaald tot € 388,7 miljard. Deze verplichtingen bestaan voornamelijk uit het saldo van de TARGET-vorderingen en -verplichtingen van de NCB’s van het eurogebied ten opzichte van de ECB en de verplichtingen van de ECB met betrekking tot de externe reserves die de NCB's aan de ECB hebben overgedragen toen ze tot het Eurosysteem toetraden.

€ 56,3 miljard
Afname van de netto TARGET-verplichting van de ECB

Het verloop van de verplichtingen binnen het Eurosysteem wordt voornamelijk bepaald door de ontwikkeling van de netto TARGET-verplichting. De belangrijkste factoren die bijdroegen tot de veranderingen in de netto TARGET-verplichting in de periode 2020-2024 waren de aankopen en aflossingen van effecten ten behoeve van het monetair beleid, die via TARGET-rekeningen worden afgewikkeld, en veranderingen in de verplichtingen aan ingezetenen en niet-ingezetenen van het eurogebied, luidende in euro's (Grafiek 10). In 2024 daalde de netto TARGET-verplichting van de ECB met € 56,3 miljard, voornamelijk als gevolg van de instroom van kasmiddelen uit de aflossingen van effecten ten behoeve van het monetair beleid en de stijging van in euro luidende verplichtingen aan niet-ingezetenen van het eurogebied.

Grafiek 10

TARGET-saldo binnen het Eurosysteem, in euro's luidende verplichtingen aan ingezetenen en niet-ingezetenen van het eurogebied en voor monetairbeleidsdoeleinden aangehouden effecten

(EUR miljard)

Bron: ECB.
Toelichting: De ‘Verplichtingen aan ingezetenen en niet-ingezetenen van het eurogebied, luidende in euro’ in deze grafiek omvatten: ‘Overige verplichtingen aan kredietinstellingen van het eurogebied, luidende in euro’, ‘Verplichtingen aan overige ingezetenen van het eurogebied, luidende in euro’ en ‘Verplichtingen aan niet-ingezetenen van het eurogebied, luidende in euro’.

In 2024 stegen de overige verplichtingen van de ECB met € 16,6 miljard naar € 74,9 miljard, voornamelijk door een stijging van de in euro luidende verplichtingen aan niet-ingezetenen van het eurogebied, die op haar beurt het gevolg was van hogere door de ECB geaccepteerde deposito’s in haar rol als fiscaal agent.[19]

1.3.2 Eigen vermogen

€ 50,0 miljard
Eigen vermogen van de ECB

Het eigen vermogen van de ECB bestaat uit het volgestort kapitaal, de voorziening voor financiële risico's en het algemeen reservefonds, de herwaarderingsrekeningen, geaccumuleerde verliezen uit voorgaande jaren en de eventuele jaarwinst.[20],[21]

Eind 2024 bedroeg het eigen vermogen van de ECB in totaal € 50,0 miljard (Grafiek 11 en Tabel 2). Dit was € 5,4 miljard hoger dan eind 2023, als gevolg van de stijging van de herwaarderingsrekeningen, voornamelijk door de hogere marktprijs van goud uitgedrukt in euro’s in 2024 en de appreciatie van de Amerikaanse dollar ten opzichte van de euro. De daaruit voortvloeiende toename van het eigen vermogen van de ECB werd gedeeltelijk tenietgedaan door (i) het verlies voor 2024 en (ii) de daling van het gestorte kapitaal als gevolg van de vijfjaarlijkse aanpassing van de kapitaalverdeelsleutel van de ECB die op 1 januari 2024 in werking trad en die resulteerde in lagere weging van de NCB’s van het eurogebied (die hun inschrijvingen volstorten).

Grafiek 11

Eigen vermogen van de ECB

(EUR miljard)

Bron: ECB.
Toelichting: De ‘Herwaarderingsrekeningen’ omvatten de totale herwaarderingswinsten op de goudvoorraad, deviezenreserves en aangehouden effecten en andere instrumenten, maar niet de herwaarderingsrekening voor vergoedingen na uitdiensttreding.

Tabel 2

Mutaties in het eigen vermogen van de ECB

(EUR miljoen)

Kapitaal

Her-waarderings-rekeningen

Overgedragen verliezen

Verlies over het boekjaar

Totaal eigen vermogen

Balans per 31 december 2023

8.948

36.861

-

(1.266)

44.543

Overgedragen geaccumuleerde verliezen

(1.266)

1.266

-

Vijfjaarlijkse aanpassing van de kapitaalverdeelsleutel van de ECB

(23)

(23)

Herwaarderingsrekeningen

13.375

- Goud

10.476

- Vreemde valuta's

2.976

- Effecten en andere instrumenten

(77)

Verlies over het boekjaar

(7.944)

(7.944)

Balans per 31 december 2024

8.925

50.236

(1.266)

(7.944)

49.951

34%
Stijging marktprijs goud uitgedrukt in euro

Positieve ongerealiseerde resultaten op goud, vreemde valuta’s en aan prijsherwaardering onderhevige effecten en andere instrumenten worden niet als baten in de winst-en-verliesrekening opgenomen, maar rechtstreeks verwerkt in de herwaarderingsrekeningen aan de passivazijde van de balans. De saldi van de herwaarderingsrekeningen kunnen worden gebruikt om eventuele toekomstige ongunstige bewegingen in de respectieve prijzen en/of wisselkoersen te absorberen, en versterken derhalve de weerbaarheid van de ECB ten opzichte van de onderliggende risico’s. In 2024 stegen de herwaarderingsrekeningen voor goud, vreemde valuta’s en effecten en andere instrumenten met € 13,4 miljard naar € 50,2 miljard, voornamelijk als gevolg van hogere herwaarderingssaldi voor goud vanwege de gestegen marktprijs van goud uitgedrukt in euro’s. Daarnaast stegen de herwaarderingssaldi voor vreemde valuta’s, voornamelijk als gevolg van de appreciatie van de Amerikaanse dollar ten opzichte van de euro, die de afname van de herwaarderingssaldi voor de Japanse yen als gevolg van de waardedaling ten opzichte van de euro ruimschoots compenseerde (Grafiek 12).

Grafiek 12

Belangrijkste valutakoersen en de goudprijs in de periode 2020-2024

(mutaties in procenten t.o.v. 2020; gegevens per ultimo boekjaar)

Bron: ECB.

Met het oog op haar blootstelling aan financiële risico’s (zie Paragraaf 1.4.1 ‘Financiële risico’s’) kan de ECB een voorziening voor financiële risico’s aanleggen die gebruikt moet worden voor zover de Raad van Bestuur dit noodzakelijk acht ter compensatie van verliezen die uit deze blootstelling voortvloeien. Deze voorziening was op 31 december 2024 nihil omdat ze in 2023 volledig werd gebruikt om een deel van de verliezen van dat jaar te dekken. In het kader van de jaarlijkse beoordeling van de omvang van deze voorziening kan de Raad van Bestuur besluiten deze aan te vullen zodra de ECB opnieuw winst maakt en de overgedragen geaccumuleerde verliezen van de afgelopen jaren heeft gecompenseerd.

Het verlies van de ECB over het jaar bedroeg € 7,9 miljard (zie Paragraaf 1.3.3 ‘Winst-en-verliesrekening’). Net als in het voorgaande jaar heeft de Raad van Bestuur besloten het verlies op de balans van de ECB over te boeken om te verrekenen met toekomstige winsten.

1.3.3 Winst- en verliesrekening

Het resultaat van de ECB op jaarbasis loopt sinds 2020 terug (Grafiek 13). In 2021 werd de daling voornamelijk veroorzaakt door lagere baten uit de externe reserves en uit voor monetairbeleidsdoeleinden aangehouden effecten. In 2022 en 2023 nam het resultaat van de ECB vooral af doordat het renterisico zich materialiseerde, omdat de stijging van de rente in het eurogebied leidde tot een onmiddellijke toename van de door de ECB betaalde rentelasten op haar netto TARGET-verplichting, die vergoed wordt tegen de rente voor de basisherfinancieringstransacties.[22] Tegelijkertijd namen de inkomsten uit de activa van de ECB niet in dezelfde mate en hetzelfde tempo toe (zie Paragraaf 1.4.1 ‘Financiële risico’s’). Deze situatie hield in 2024 aan, aangezien de rentelasten op de netto TARGET-verplichting, ondanks de renteverlagingen die in juni van dat jaar werden ingezet, gemiddeld nog steeds hoger waren dan de rente-inkomsten uit de activa.

Winst of verlies is neveneffect van het hoofddoel van de ECB: prijsstabiliteit

Het verlies van de ECB over 2023 en 2024, dat volgde op een lange periode van aanzienlijke winsten, weerspiegelt de rol en de noodzakelijke beleidsmaatregelen van het Eurosysteem bij het vervullen van zijn primaire mandaat om prijsstabiliteit te handhaven en heeft geen invloed op zijn vermogen een effectief monetair beleid te voeren. Tot en met 2022 groeide de balans van de ECB aanzienlijk, vooral door aankopen van effecten in het kader van de programma’s voor de rechtstreekse aankoop van activa. De meeste van de momenteel aangehouden monetairbeleidseffecten aan de actiefzijde hebben lange looptijden en vaste coupons, en werden aangekocht toen de rente zeer laag of nul was. Deze effecten blijven relatief lage rentebaten genereren en worden niet onmiddellijk beïnvloed door de wijzigingen in de basisrentetarieven van de ECB. Tegelijkertijd leidde de afwikkeling van deze aankopen via TARGET tot een stijging van de netto TARGET-verplichting van de ECB, die sterk wordt beïnvloed door veranderingen in de basisrentetarieven van de ECB.

Renterisico kan de komende jaren nog tot verliezen leiden

Alvorens weer winst te maken, kan de ECB de komende jaren nog verliezen lijden als gevolg van het materialiseren van renterisico. Het is onzeker of er verliezen zullen worden geboekt en hoe groot die zullen zijn. Dat hangt grotendeels af van de toekomstige ontwikkeling van de basisrentetarieven van de ECB en de omvang en samenstelling van de balans van de ECB, maar de verwachting is dat eventuele verliezen lager zullen zijn dan in 2023 en 2024. Het kapitaal van de ECB en haar aanzienlijke herwaarderingsrekeningen, die eind 2024 samen € 59,2 miljard bedroegen (zie Paragraaf 1.3.2 ‘Eigen vermogen’), onderstrepen overigens haar financiële soliditeit en in ieder geval kan de ECB doeltreffend functioneren en haar primaire mandaat vervullen, namelijk het handhaven van prijsstabiliteit, ongeacht eventuele verliezen.

Grafiek 13

Belangrijkste posten van de winst-en-verliesrekening van de ECB

(EUR miljoen)

Bron: ECB.
Toelichting: De post ‘Overige baten en lasten’ bestaat uit de posten ‘Nettobaten uit vergoedingen en provisies’, ‘Baten uit aandelen en deelnemingen’, ‘Overige baten’ en ‘Overige kosten’.

€ 7.944 miljoen
Verlies van de ECB over 2024

In 2024 bedroeg het verlies van de ECB voor het jaar € 7.944 miljoen, vergelijkbaar met het verlies van € 7.886 miljoen vóór de overdracht van de risicovoorzieningen in 2023. In dat jaar werd de voorziening voor financiële risico’s volledig vrijgegeven om de geleden verliezen gedeeltelijk te dekken, waardoor het verlies voor 2023 uitkwam op € 1.266 miljoen, terwijl de voorziening in 2024 op nul stond. De aanzienlijke nettorentelasten bleven de belangrijkste oorzaak van dit verlies (Grafiek 14).

Grafiek 14

Bepalende factoren in de winst/het verlies van de ECB over 2023 en 2024

(EUR miljoen)

Bron: ECB.

Nettorentelasten voornamelijk terug te voeren op de netto TARGET-verplichting van de ECB

De nettorentelasten van de ECB bedroegen in 2024 € 6.983 miljoen, vergeleken met € 7.193 miljoen in 2023 (Grafiek 15). De belangrijkste component waren de aanzienlijke rentelasten uit de netto TARGET-verplichting van de ECB, die de rentebaten uit (i) de vorderingen van de ECB uit hoofde van de toedeling van eurobankbiljetten binnen het Eurosysteem, (ii) de monetairbeleidseffecten en (iii) de externe reserves ruimschoots compenseerden.

Grafiek 15

Nettorentebaten/(lasten)

(EUR miljoen)

Bron: ECB.

Hogere rentebaten, voornamelijk uit in het kader van het PEPP aangehouden overheidseffecten

De nettorentebaten uit voor monetairbeleidsdoeleinden aangehouden effecten stegen in 2024 met € 383 miljoen naar € 3.850 miljoen (Grafiek 16), voornamelijk doordat de rentebaten op effecten in het kader van het PEPP met € 606 miljoen toenamen naar € 1.206 miljoen. Deze stijging was voornamelijk toe te schrijven aan de geringere amortisatie van agiobedragen in verband met overheidseffecten. De nettorentebaten uit de in het kader van het APP aangehouden effecten (CBPP3, ABSPP en PSPP) daalden met € 199 miljoen naar € 2.619 miljoen. Deze daling was voornamelijk toe te schrijven aan de afname van de rentebaten uit de ABSPP-portefeuille met € 223 miljoen tot € 419 miljoen, door de aanzienlijk lagere aanhoudingen als gevolg van terugbetalingen van deze effecten. De rentebaten uit de PSPP-effecten bedroegen in 2024 € 2.022 miljoen, bijna evenveel als in 2023, omdat de in deze portefeuille aangehouden effecten meestal tegen lage rendementen werden aangekocht en dus slechts een gering effect hadden op de rentebaten toen ze op vervaldag kwamen. De nettorentebaten uit de SMP-portefeuille slonken met € 49 miljoen, naar € 24 miljoen, doordat deze portefeuille kleiner werd als gevolg van aflossingen.

Grafiek 16

Nettorentebaten/(lasten) uit voor monetairbeleidsdoeleinden aangehouden effecten

(EUR miljoen)

Bron: ECB.

Stijging rentebaten uit USD-portefeuille

De nettorentebaten uit de externe reserves stegen met € 155 miljoen tot € 2.537 miljoen, overwegend ten gevolge van hogere rentebaten uit in Amerikaanse dollars luidende effecten.

4,1%
Gemiddelde basisherfinancieringsrente in 2024

De rentebaten uit de toedeling van eurobankbiljetten aan de ECB en de rentelasten in verband met de remuneratie van vorderingen van NCB’s in verband met overgedragen externe reserves stegen in 2024 met respectievelijk € 415 miljoen naar € 5.232 miljoen, en met € 114 miljoen naar € 1.448 miljoen. Deze stijgingen waren toe te schrijven aan de hogere gemiddelde basisherfinancieringsrente van 4,1 % in 2024 (2023: 3,8%), aangezien die rente werd gebruikt voor de vergoeding van deze saldi. De Raad van Bestuur begon in juni 2024 de basisrentetarieven van de ECB te verlagen, waardoor de rente op de basisherfinancieringstransacties eind 2024 op 3,15% uitkwam, tegen 4,5% aan het begin van het jaar.

€ 15.674 miljoen
Rentelasten uit de nettto TARGET-verplichting van de ECB

De nettorentelasten uit de van/aan de NCB’s verschuldigde TARGET-saldi stegen in 2024 met € 1.439 miljoen naar € 15.674 miljoen. Deze stijging werd voornamelijk veroorzaakt door de hogere gemiddelde rente voor de basisherfinancieringstransacties in 2024, die ook werd gebruikt voor de vergoeding van de TARGET-saldi van de ECB binnen het Eurosysteem.

Deoverige nettorentelasten daalden in 2024 met € 809 miljoen tot € 1.479 miljoen. Dit was voornamelijk toe te schrijven aan de lagere rentelasten op door de ECB in haar rol als fiscaal agent geaccepteerde deposito’s en op als onderpand ontvangen geldmiddelen bij effectenuitleningstransacties, gezien het lagere gemiddelde saldo van deze twee posten in 2024 en de hogere rentebaten uit de eigenmiddelenportefeuille als gevolg van de stijgende rendementen in het eurogebied sinds 2022 (Grafiek 17). Deze veranderingen werden gedeeltelijk gecompenseerd door de hogere rentelasten op saldi van aangesloten systemen in het eurogebied als gevolg van een verdere stijging van het gemiddelde saldo en de hogere gemiddelde vergoeding in 2024.

Grafiek 17

Rendementen op zevenjaars overheidsobligaties in het eurogebied

(in procenten per jaar; gegevens ultimo maand)

Bron: ECB.

Gerealiseerde nettokoersverliezen waren voornamelijk toe te schrijven aan uitstaande premies op in het ABSPP aangehouden effecten die vóór de vervaldatum zijn afgelost

De gerealiseerde nettoverliezen uit financiële transacties zijn in 2024 met € 89 miljoen afgenomen tot € 17 miljoen (Grafiek 18). Deze verliezen waren voornamelijk het gevolg van uitstaande premies op in het ABSPP aangehouden effecten die vóór de vervaldatum werden terugbetaald. De gerealiseerde koersverliezen in euro’s werden deels gecompenseerd door gerealiseerde wisselkoerswinsten, grotendeels als gevolg van de afwaarderingen per jaarultimo van een aantal in Amerikaanse dollars luidende waardepapieren.

Gerealiseerde koerswinsten en -verliezen op financiële transacties in vreemde valuta – met name op de verkoop van in Amerikaanse dollars luidende effecten en op rentefutures – waren toe te schrijven aan schommelingen van de rendementen op in Amerikaanse dollars luidende obligaties en compenseerde elkaar grotendeels in de loop van 2024 (Grafieken 19 en 20).

Grafiek 18

Gerealiseerde winsten/verliezen uit financiële transacties

(EUR miljoen)

Bron: ECB.

Grafiek 19

Gerealiseerde winsten/verliezen uit financiële transacties op kwartaalbasis in 2023 en 2024

(EUR miljoen)

Bron: ECB.

Grafiek 20

Rendement op tweejaars overheidsobligaties in de Verenigde Staten, Japan en China

(in procenten per jaar; gegevens ultimo maand)

Bron: LSEG.

€ 187 miljoen
Afwaarderingen voornamelijk op in Amerikaanse dollars luidende effecten

Ongerealiseerde herwaarderingsverliezen zijn als last opgenomen in de winst- en verliesrekening van de ECB in de vorm van afwaarderingen per jaarultimo. In 2024 bedroegen deze afwaarderingen € 269 miljoen (Grafiek 21). De negatieve ongerealiseerde prijsresultaten bedroegen € 187 miljoen en waren voornamelijk het gevolg van de daling van de marktwaarde van een aantal effecten in de in de portefeuille Amerikaanse dollars. Er waren in 2024 ook ongerealiseerde wisselkoersverliezen van € 81 miljoen op de door de ECB aangehouden portefeuille in Japanse yen, als gevolg van de depreciatie van deze valuta ten opzichte van de euro tot een wisselkoers die onder de aanschaffingsprijs ligt.

Grafiek 21

Afwaarderingen van financiële activa en posities

(EUR miljoen)

Bron: ECB.

De totale bedrijfskosten, met inbegrip van de afschrijvingen en de diensten van bankbiljettenproductie, zijn met € 198 miljoen gestegen naar € 1.470 miljoen (Grafiek 22). Dit was voornamelijk toe te schrijven aan hogere personeelskosten als gevolg van hogere kosten voor vergoedingen na uitdiensttreding die voortvloeiden uit een wijziging van de regels voor de pensioenregelingen van de ECB in 2024. De beheerkosten namen eveneens toe, voornamelijk als gevolg van hogere IT-uitgaven in verband met de digitale transformatie, maar ze weerspiegelden ook het effect van de inflatie.

€ 681 miljoen
Baten uit toezichtsvergoedingen

De met het bankentoezicht verband houdende kosten worden volledig gedekt door de toezichtsvergoeding die de onder toezicht staande entiteiten in rekening krijgen gebracht. Op basis van de daadwerkelijke lasten van de ECB uit hoofde van haar bankentoezichtstaken bedroegen de baten uit toezichtsvergoedingen voor 2024 € 681 miljoen.[23]

Grafiek 22

Bedrijfskosten en baten uit toezichtsvergoedingen

(EUR miljoen)

Bron: ECB.

1.4 Risicobeheer

Risicobeheer speelt een cruciale rol bij de activiteiten van de ECB. Het betreft een continu proces dat bestaat uit het (i) identificeren en beoordelen van risico's, (ii) evalueren van de risicostrategie en het risicobeleid, (iii) uitvoeren van maatregelen ter mitigatie van de risico’s, en (iv) monitoren van en rapporteren over de risico’s, waarbij gebruik wordt gemaakt van effectieve methoden, procedures en systemen.

Figuur 2

Risicobeheercyclus

In de volgende paragrafen wordt op de risico’s ingegaan, evenals op de bronnen van deze risico's en de gehanteerde risicobeheersingskaders.

1.4.1 Financiële risico’s

De directie van de ECB stelt beleid en procedures vast om ervoor te zorgen dat de ECB een passend beschermingsniveau heeft tegen de financiële risico’s waaraan de ECB blootstaat. Het Comité voor risicobeheer, bestaande uit deskundigen van de centrale banken van het Eurosysteem, draagt bij aan het monitoren, meten en rapporteren van de financiële risico's met betrekking tot de balans van het Eurosysteem. Tevens bepaalt en evalueert het de hiermee samenhangende methoden en kaders. Zo ondersteunt het Comité de besluitvormende organen bij het waarborgen van een passend beschermingsniveau voor het Eurosysteem.

De financiële risico’s vloeien voort uit de transacties van de ECB en de daarmee verband houdende risicoposities. De risicobeheersingskaders en risicolimieten die de ECB gebruikt om haar risicoprofiel te beheren, verschillen per type transactie en zijn afhankelijk van de beleids- of beleggingsdoelstellingen van de verschillende portefeuilles en de risicokenmerken van de onderliggende activa.

Voor het monitoren en beoordelen van de risico’s maakt de ECB gebruik van een aantal door haar experts ontwikkelde ramingstechnieken voor risico’s. Deze technieken zijn gebaseerd op een kader waarmee zowel markt- als kredietrisico’s worden gesimuleerd. De belangrijkste modelleringsconcepten, ‑technieken en -aannames die aan de risicomaatstaven ten grondslag liggen, berusten op in de sector gehanteerde standaarden en beschikbare marktgegevens. De risico’s worden doorgaans gekwantificeerd door een schatting te maken van het verwachte tekort (expected shortfall – ES), op basis van een betrouwbaarheidsniveau van 99% en een tijdshorizon van één jaar.[24] Twee benaderingen worden gebruikt om de risico’s te berekenen: (i) de boekhoudkundige benadering, op grond waarvan de herwaarderingsrekeningen van de ECB bij de berekening van de geschatte risico’s als een buffer worden beschouwd, in lijn met toepasselijke financiëleverslaggevingsregels, en (ii) de financiële benadering, op grond waarvan de herwaarderingsrekeningen bij de risicoberekening niet als buffer worden aangemerkt. Om een volledig beeld van de risico’s te houden berekent de ECB ook andere risicomaatstaven bij verschillende betrouwbaarheidsniveaus, verricht ze gevoeligheids- en stress-scenarioanalyses en beoordeelt ze langeretermijnprognoses van risicoposities en baten.[25]

€ 15,3 miljard
Risicototaal (ES 99%, boekhoudkundige benadering)

De totale risico’s van de ECB zijn in 2024 afgenomen. Eind 2024 kwamen de financiële risico’s voor de balans van de ECB, zoals afgemeten aan het ES bij een betrouwbaarheidsniveau van 99% en een tijdshorizon van één jaar, volgens de boekhoudkundige benadering in totaal uit op € 15,3 miljard, ofwel € 1,5 miljard lager dan de geschatte risico’s eind 2023 (Grafiek 23). De afname van het risico wordt voornamelijk toegeschreven aan de vermindering van de overheidseffecten die de ECB aanhoudt in het kader van het APP en het PEPP. De ECB herinvesteerde immers niet langer aflossingen op effecten die werden aangekocht in het kader van het APP en die de vervaldatum hebben bereikt, en vanaf juli 2024 herinvesteerde ze slechts gedeeltelijk de aflossingen op effecten die werden aangekocht in het kader van het PEPP en die de vervaldatum hadden bereikt. De vermindering van de in het kader van het APP en het PEPP aangehouden effecten ging gepaard met een overeenkomstige daling van de verplichtingen van de ECB, wat verder bijdroeg aan de afname van de risico’s, naarmate de verschillen in rentegevoeligheid tussen activa en passiva op de balans kleiner begonnen te worden.

Grafiek 23

Totaal van de financiële risico's (boekhoudkundige benadering o.b.v. ES 99%)

(EUR miljard)

Bron: ECB.

Kredietrisico

Kredietrisico's vloeien voort uit de monetairbeleidsportefeuilles van de ECB, de in euro's luidende eigenmiddelenportefeuille en de externe reserves. Hoewel de voor monetairbeleidsdoeleinden aangehouden schuldbewijzen worden gewaardeerd tegen geamortiseerde kostprijs onder aftrek van bijzondere waardeverminderingen en daardoor, bij afwezigheid van verkopen, niet onderhevig zijn aan prijsveranderingen in verband met veranderingen in de kredietkwaliteit (credit migration), zijn deze effecten wel blootgesteld aan wanbetalingsrisico. In euro's luidende instrumenten die deel uitmaken van de eigenmiddelenportefeuille en de externe reserves worden tegen marktprijs gewaardeerd en zijn derhalve onderhevig aan kredietmigratierisico en wanbetalingsrisico. Het kredietrisico is afgenomen ten opzichte van 2023 als gevolg van de vermindering van de voor monetairbeleidsdoeleinden aangehouden effecten.

Kredietrisico's worden hoofdzakelijk gemitigeerd door middel van toelatingscriteria, duediligenceprocedures en limieten die per portefeuille verschillen.

Valutarisico en grondstoffenrisico

Valuta- en grondstoffenrisico’s vloeien voort uit de deviezenreserves en de goudvoorraad van de ECB. Ten opzichte van 2023 zijn de valuta- en grondstoffenrisico’s toegenomen.

Gezien de beleidsrol die deze activa spelen, dekt de ECB de hiermee verbonden valuta- en grondstoffenrisico’s niet af. In plaats daarvan worden deze risico’s gemitigeerd via het bestaan van herwaarderingsrekeningen en de spreiding van de aangehouden activa over verschillende valuta’s en goud.

Renterisico

De externe reserves en de in euro's luidende eigenmiddelenportefeuille van de ECB worden voornamelijk belegd in vastrentende effecten en staan bloot aan ‘mark-to-market’ renterisico, in verband met hun waardering tegen marktprijzen. De externe reserves van de ECB worden vooral belegd in activa met een relatief korte looptijd (zie Grafiek 7 in Paragraaf 1.3.1 ‘Balans’), terwijl de activa in de eigenmiddelenportefeuille doorgaans een langere looptijd hebben (zie Grafiek 9 in Paragraaf 1.3.1). Gemeten volgens de boekhoudkundige benadering nam het renterisico van deze portefeuilles toe ten opzichte van 2023, onder invloed van ontwikkelingen in de marktomstandigheden.

Het ‘mark-to-market’ renterisico van de ECB wordt gemitigeerd door middel van het portefeuillesamenstellingsbeleid en de herwaarderingsrekeningen.

De ECB loopt ook renterisico als gevolg van de mismatch tussen de rentevergoeding over haar activa en de rente die ze over haar verplichtingen verschuldigd is, hetgeen van invloed is op de nettorentebaten van de ECB. Dit risico hangt niet rechtstreeks met een bepaalde portefeuille samen, maar houdt eerder verband met de totale balansstructuur van de ECB, en dan vooral met het bestaan van looptijd- en yieldverschillen tussen activa en verplichtingen. Het renterisico is in 2024 afgenomen, gezien de geringere verplichtingen van de ECB na de vermindering van de in het APP en het PEPP aangehouden effecten. Het risico wordt gemeten aan de hand van het verwachte tekort bij een betrouwbaarheidsniveau van 99% en een tijdshorizon van één jaar, en daarnaast gemonitord door middel van ramingen voor de winstgevendheid van de ECB op de middellange tot lange termijn.

Dit risico wordt beheerd door beleid vast te stellen voor de portefeuillesamenstelling en verder gemitigeerd door de aanwezigheid van verplichtingen op de ECB-balans waarover geen vergoeding verschuldigd is.

Dit neemt niet weg dat het aanhoudende renterisico in 2024 tot verdere verliezen heeft geleid. Deze verliezen waren grotendeels toe te schrijven aan het feit dat de kosten van de verplichtingen van de ECB hoger zijn dan de rente op de activa. Een groot deel van de activa van de ECB op middellange tot lange termijn met vaste couponrente werd verworven toen de rente zeer laag of zelfs nul was. Deze werden nog steeds voornamelijk gefinancierd met kortlopende verplichtingen, die tot eind 2024 werden vergoed tegen de rente op de basisherfinancieringstransacties. Hoewel de ECB naar verwachting weer winst zal gaan maken, kan de mogelijkheid van verdere verliezen in de komende jaren niet worden uitgesloten. In dat geval zullen de verliezen naar verwachting kleiner zijn dan in 2023 en 2024.

Klimaatrisico

De risico’s van klimaatverandering worden geleidelijk geïntegreerd in het risicobeheersingskader van de ECB. In 2022 heeft het Eurosysteem de eerste klimaatstresstest op de balans van het Eurosysteem uitgevoerd. Op basis daarvan kon een voorlopige inschatting worden gemaakt van de impact van dit risico op de balans van de ECB.[26] In 2024 is een nieuwe klimaatstresstest uitgevoerd en ook de komende jaren zullen regelmatig klimaatstresstests worden gehouden.[27]

1.4.2 Operationeel risico

De directie is verantwoordelijk voor het ECB-beleid en -kader voor operationeel risicobeheer (operational risk management – ORM), en stelt zowel beleid als kader vast.[28] Het comité voor operationele risico’s ondersteunt de directie bij het vervullen van haar rol als toezichthouder op het beheer van de operationele risico’s. ORM vormt een integrerend onderdeel van de governancestructuur en beheerprocessen van de ECB.[29]

De hoofddoelstelling van het ORM-kader van de ECB is een bijdrage te leveren aan de verwezenlijking van de missie en doelstellingen van de ECB, en tegelijkertijd de reputatie en activa van de ECB te beschermen tegen verlies, misbruik en schade. Krachtens het ORM-kader is ieder organisatieonderdeel verantwoordelijk voor het identificeren, beoordelen, beheersen en bewaken van de eigen operationele risico's en incidenten, evenals voor de rapportering hierover. In dit verband verschaft het risicotolerantiebeleid van de ECB een leidraad voor risicobeheersingsstrategieën en risico-aanvaardingsprocedures. Het is gekoppeld aan een vijf-bij-vijf risicomatrix gebaseerd op impact- en waarschijnlijkheidsschalen met kwantitatieve en kwalitatieve criteria.

De ECB opereert in een omgeving waarin sprake is van steeds complexere en onderling verweven bedreigingen. Dit houdt in dat de dagelijkse activiteiten van de ECB gepaard gaan met een brede waaier aan operationele risico's. De belangrijkste punten van zorg voor de ECB betreffen allerlei niet-financiële risico's in verband met mensen, systemen, processen en externe gebeurtenissen. Daarom heeft de ECB procedures ingesteld om de operationele risico’s van de ECB doorlopend en effectief te kunnen beheren en om de risico-informatie in het besluitvormingsproces te integreren. De ECB blijft zich bovendien richten op het verbeteren van haar weerbaarheid en bekijkt risico’s en kansen in een ruimer kader vanuit een alomvattend perspectief, met inbegrip van duurzaamheidsaspecten. Ze beschikt over responsstructuren en noodplannen, opdat de continuïteit van de cruciale bedrijfsfuncties bij elke verstoring of crisis is gewaarborgd.

1.4.3 Gedragsrisico

Met het oog op de aanpak van gedragsrisico beschikt de ECB over een speciale afdeling, het Bureau Naleving en Governance, dat een belangrijke risicobeheerfunctie heeft en het governancekader van het ECB versterkt.[30] Het bureau is opgezet om de directie te ondersteunen bij de bescherming van de integriteit en reputatie van de ECB, om ethische gedragsnormen te bevorderen en de verantwoordingsaflegging en transparantie van de ECB te versterken. Het onafhankelijke Ethisch Comité van de ECB geeft advies en begeleiding aan hoge functionarissen van de ECB op het terrein van integriteit en gedrag. Het ondersteunt de Raad van Bestuur bij het op passende en coherente wijze beheren van de integriteits- en gedragsrisico’s op leidinggevend niveau. Op het niveau van het Eurosysteem en het SSM werkt het ethiek- en compliancecomité (Ethics & Compliance Committee – ECC) aan een coherente implementatie van de gedragskaders voor NCB’s en nationale bevoegde autoriteiten (national competent authorities – NCA’s).

In 2024 keurden de ECB en zeven andere EU-instellingen de oprichting van een ‘Ethisch orgaan van de EU’ goed, ter versterking van de ethiek, integriteit en de daarmee verband houdende transparantie- en verantwoordingsnormen in de Europese besluitvorming.[31] De overeenkomst werd op 15 mei 2024 ondertekend en trad op 6 juni 2024 in werking.[32] De belangrijkste taak van het nieuw ethisch orgaan van de EU is het vaststellen van gemeenschappelijke minimale gedragsnormen voor hoge ambtenaren. Bij de ECB is dit van toepassing op de leden van de directie, de Raad van Bestuur en de Raad van Toezicht. Verwacht wordt dat de toepassing van toekomstige gemeenschappelijke normen een gunstig effect zal hebben op ethisch gedrag, met inbegrip van de daaraan verbonden risico’s.

2 Jaarrekening van de ECB

2.1 Balans per 31 december 2024

ACTIVA

Toelichting

2024
€ miljoen

2023
€ miljoen

Goud en goudvorderingen

1

40.895

30.419

Vorderingen op niet-ingezetenen van het eurogebied, luidende in vreemde valuta

2

58.117

55.876

Vorderingen op het IMF

2.1

2.227

2.083

Tegoeden bij banken en beleggingen in effecten, externe leningen en overige externe activa

2.2

55.890

53.793

Vorderingen op ingezetenen van het eurogebied, luidende in vreemde valuta

2.2

4.094

1.450

Overige vorderingen op kredietinstellingen in het eurogebied, luidende in euro

3

2

17

Effecten uitgegeven door ingezetenen van het eurogebied, luidende in euro

4

376.781

425.349

Voor monetairbeleidsdoeleinden aangehouden effecten

4.1

376.781

425.349

Vorderingen binnen het Eurosysteem

5

127.067

125.378

Vorderingen uit hoofde van de toedeling van eurobankbiljetten binnen het Eurosysteem

5.1

127.067

125.378

Overige activa

6

33.644

34.739

Materiële en immateriële vaste activa

6.1

971

1.023

Overige financiële activa

6.2

22.781

22.172

Herwaarderingsverschillen op instrumenten buiten de balans

6.3

681

552

Overlopende activa en vooruit betaalde kosten

6.4

9.158

10.905

Diversen

6.5

53

88

Totaal activa

640.600

673.229

Toelichting: Door afronding kan het voorkomen dat de totalen in de jaarrekening (inclusief de toelichtingen) niet geheel overeenstemmen met de som van de individuele bedragen. De cijfers 0 en (0) duiden op een afronding naar nul van een positief of negatief getal, terwijl een koppelteken (-) op nul duidt.

PASSIVA

Toelichting

2024
€ miljoen

2023
€ miljoen

Bankbiljetten in omloop

7

127.067

125.378

Overige verplichtingen aan kredietinstellingen in het eurogebied, luidende in euro

8

2.388

4.699

Verplichtingen aan overige ingezetenen van het eurogebied, luidende in euro

9

24.554

20.622

Overheid

9.1

73

143

Overige verplichtingen

9.2

24.482

20.479

Verplichtingen aan niet-ingezetenen van het eurogebied, luidende in euro

10

39.859

23.111

Verplichtingen aan niet-ingezetenen van het eurogebied, luidende in vreemde valuta

11

-

24

Deposito’s, tegoeden en overige verplichtingen

11.1

-

24

Verplichtingen binnen het Eurosysteem

12

388.676

445.048

Verplichtingen uit hoofde van de overdracht van externe reserves

12.1

40.562

40.671

Verplichtingen uit hoofde van TARGET (netto)

12.2

348.074

404.336

Overige verplichtingen binnen het Eurosysteem (netto)

12.3

40

40

Overige verplichtingen

13

7.615

9.498

Herwaarderingsverschillen op instrumenten buiten de balans

13.1

-

68

Overlopende passiva

13.2

6.288

8.030

Diversen

13.3

1.327

1.401

Voorzieningen

14

72

67

Overige voorzieningen

14.1

72

67

Herwaarderingsrekeningen

15

50.653

37.099

Kapitaal en reserves

16

8.925

8.948

Kapitaal

16.1

8.925

8.948

Overgedragen geaccumuleerde verliezen

17

(1.266)

-

Winst/(verlies) over het boekjaar

(7.944)

(1.266)

Totaal passiva

640.600

673.229

2.2 Winst-en-verliesrekening over het jaar 2024

Toelichting

2024
€ miljoen

2023
€ miljoen

Overige nettorentebaten/(lasten)

24

(6.983)

(7.193)

Rentebaten

66.898

63.723

Rentelasten

(73.881)

(70.916)

Nettoresultaat uit financiële transacties en afwaarderingen

(286)

(144)

Gerealiseerde winsten/(verliezen) uit financiële transacties

25

(17)

(106)

Afwaarderingen van financiële activa en posities

26

(269)

(38)

Nettobaten uit vergoedingen en provisies

27

674

650

Baten uit eigenvermogensinstrumenten en deelnemingen

28

1

1

Overige baten

29

119

72

Personeelskosten

30

(844)

(676)

Beheerkosten

31

(513)

(481)

Afschrijvingen op (im)materiële vaste activa

(104)

(106)

Diensten van bankbiljettenproductie

32

(9)

(9)

Winst/(verlies) vóór de overdracht (aan)/uit hoofde van risicovoorzieningen

(7.944)

(7.886)

Overdracht (aan)/uit hoofde van risicovoorzieningen

33

-

6.620

Winst/(verlies) over het boekjaar

(7.944)

(1.266)

Frankfurt am Main, 11 februari 2025
Europese Centrale Bank

Christine Lagarde
president

2.3 Grondslagen voor de financiële verslaggeving

Vorm en presentatie van de jaarrekening

De jaarrekening van de ECB is opgesteld in overeenstemming met de onderstaande grondslagen voor financiële verslaggeving.[33] Deze resulteren naar het oordeel van de Raad van Bestuur van de ECB in een getrouwe weergave van de jaarrekening en brengen tegelijkertijd de aard van de centralebankactiviteiten tot uitdrukking.

Grondslagen voor de financiële verslaggeving

In het kader van de financiële verslaggeving zijn de beginselen van economische realiteit en transparantie toegepast, evenals de beginselen van voorzichtigheid, de inaanmerkingneming van gebeurtenissen na de balansdatum, materialiteit, continuïteit, periodetoerekening, consistentie en vergelijkbaarheid.

Opname van activa en verplichtingen

Een actief of een verplichting wordt alleen in de balans opgenomen wanneer het waarschijnlijk is dat ermee verband houdende toekomstige economische voordelen ten goede respectievelijk ten laste van de ECB zullen komen, nagenoeg alle ermee verband houdende risico’s en voordelen aan de ECB zijn overgedragen, en de kostprijs of waarde van het actief of het bedrag van de verplichting op betrouwbare wijze kan worden bepaald.

Waardering

De jaarrekening is opgesteld op basis van de historische kostprijs, met aanpassingen voor de marktwaardering van verhandelbare effecten (exclusief de voor monetairbeleidsdoeleinden aangehouden effecten), goud en alle andere in de balans opgenomen en buiten de balans verantwoorde activa en verplichtingen luidende in vreemde valuta.

Transacties in financiële activa en verplichtingen worden op basis van de afwikkelingsdatum in de jaarrekening verwerkt.

Met uitzondering van contante transacties in effecten worden transacties in financiële instrumenten luidende in vreemde valuta op de transactiedatum buiten de balans verantwoord. Op de afwikkelingsdatum worden de buiten de balans verantwoorde posten teruggenomen en worden de transacties in de balans opgenomen. Deviezenaankopen en -verkopen beïnvloeden de netto vreemdevalutapositie op de transactiedatum, en gerealiseerde verkoopresultaten worden eveneens op de transactiedatum berekend. Opgebouwde rente, agio’s en disagio’s in verband met financiële instrumenten luidende in vreemde valuta worden dagelijks berekend en geregistreerd, en de vreemdevalutapositie wordt eveneens dagelijks beïnvloed door deze overlopende posten.

Goud en in vreemde valuta luidende activa en verplichtingen

In vreemde valuta luidende activa en verplichtingen worden in euro’s omgerekend tegen de wisselkoers op de balansdatum. Baten en lasten worden omgerekend tegen de wisselkoers op de boekingsdatum. De herwaardering van in vreemde valuta luidende activa en verplichtingen, met inbegrip van zowel in de balans opgenomen als buiten de balans verantwoorde instrumenten, vindt plaats per valuta.

Voor de in vreemde valuta luidende activa en verplichtingen geldt dat de prijsherwaardering (marktprijs) afzonderlijk van de valutakoersherwaardering tot stand komt.

Goud wordt gewaardeerd tegen de marktprijs op de balansdatum. Voor goud wordt geen onderscheid gemaakt tussen prijs- en valutaherwaarderingsverschillen. In plaats daarvan wordt voor goud één (her)waardering bepaald op basis van de prijs in euro’s per fine ounce, die voor het boekjaar 2024 gebaseerd is op de wisselkoers van de euro ten opzichte van de Amerikaanse dollar per 31 december 2024.

Onder een bijzonder trekkingsrecht (special drawing right – SDR) wordt een valutamandje verstaan waarvan de waarde wordt bepaald als de gewogen som van de wisselkoersen van vijf belangrijke valuta’s (de Amerikaanse dollar, euro, Chinese renminbi, Japanse yen en het Britse pond). De door de ECB aangehouden SDR's werden omgerekend in euro’s tegen de EUR/SDR-wisselkoers per 31 december 2024.

Effecten

Voor monetairbeleidsdoeleinden aangehouden effecten
De voor monetairbeleidsdoeleinden aangehouden schuldbewijzen worden gewaardeerd tegen geamortiseerde kostprijs onder aftrek van bijzondere waardeverminderingen.

Verhandelbare effecten
Verhandelbare effecten (met uitzondering van de voor monetairbeleidsdoeleinden aangehouden schuldbewijzen) en vergelijkbare activa worden per effect gewaardeerd tegen de middenkoersen of op basis van de desbetreffende yieldcurves op de balansdatum. In effecten besloten opties worden niet afzonderlijk gewaardeerd. Voor het boekjaar 2024 zijn de middenkoersen op 30 december 2024 gebruikt.

Verhandelbare beleggingsfondsen worden op basis van hun intrinsieke waarde geherwaardeerd (gesaldeerd op fondsniveau). Ongerealiseerde winsten en verliezen van verschillende beleggingsfondsen worden niet gesaldeerd.

Illiquide aandelen en andere eigenvermogensinstrumenten die als permanente belegging worden aangehouden, worden gewaardeerd tegen de kostprijs onder aftrek van bijzondere waardeverminderingen.

Resultaatbepaling

Baten en lasten worden toegerekend aan de periode waarop ze betrekking hebben.[34] Gerealiseerde winsten en verliezen op de verkoop van vreemde valuta’s, goud en effecten worden in de winst-en-verliesrekening verantwoord. Dergelijke gerealiseerde winsten en verliezen worden berekend op basis van de gemiddelde kostprijs van het desbetreffende actief.

Positieve ongerealiseerde resultaten worden niet als baten verantwoord en worden rechtstreeks in een herwaarderingsrekening opgenomen.

Negatieve ongerealiseerde resultaten worden in de winst-en-verliesrekening verantwoord indien en voor zover ze per jaareinde hoger zijn dan eerdere positieve herwaarderingsresultaten die op de desbetreffende herwaarderingsrekening zijn geaccumuleerd. Dergelijke negatieve ongerealiseerde resultaten op een effect, valuta of op aangehouden goud worden niet gesaldeerd met positieve ongerealiseerde resultaten op andere effecten, valuta’s of goud. Als er sprake is van dergelijke, in de winst-en-verliesrekening opgenomen negatieve ongerealiseerde resultaten, dan wordt de gemiddelde kostprijs van de desbetreffende post verminderd tot de valutakoers of de marktprijs per jaareinde.

Bijzondere waardeverminderingsverliezen worden in de winst-en-verliesrekening opgenomen en in de daaropvolgende jaren niet teruggenomen, tenzij de bijzondere waardevermindering afneemt en de afname toegeschreven kan worden aan een waarneembare gebeurtenis die heeft plaatsgevonden nadat de bijzondere waardevermindering voor het eerst werd opgenomen.

Agio’s of disagio’s op effecten worden over de resterende contractuele looptijd van de effecten geamortiseerd.

Transacties met wederinkoop

Transacties met wederinkoop zijn transacties waarbij de ECB krachtens een repo-overeenkomst activa aankoopt of verkoopt of tegen onderpand krediettransacties verricht.

Bij een repotransactie worden effecten tegen geldmiddelen verkocht en wordt tegelijkertijd overeengekomen deze effecten op een vastgestelde toekomstige datum en tegen een overeengekomen prijs van de tegenpartij terug te kopen. Repotransacties worden aan de passivazijde van de balans opgenomen als deposito’s tegen onderpand. Effecten die op grond van zo’ transactie worden verkocht, blijven op de balans van de ECB.

Bij een omgekeerde repotransactie (reverse repo) worden effecten gekocht in ruil voor geldmiddelen, waarbij tegelijkertijd wordt overeengekomen de effecten op een vastgestelde toekomstige datum en tegen een overeengekomen prijs aan de tegenpartij terug te verkopen. Omgekeerde repotransacties worden als leningen tegen onderpand aan de activazijde van de balans opgenomen, maar de desbetreffende effecten worden niet in de door de ECB aangehouden effecten opgenomen.

Transacties met wederinkoop (waaronder effectenuitleningstransacties) die krachtens een door een gespecialiseerde instelling aangeboden programma worden uitgevoerd, worden alleen op de balans opgenomen indien er onderpand in de vorm van geldmiddelen is verstrekt en deze geldmiddelen onbelegd blijven.

Niet in de balans opgenomen instrumenten

Valuta-instrumenten, te weten valutatermijntransacties, de termijncomponent van valutaswaps en andere valuta-instrumenten die een inwisseling van een bepaalde valuta tegen een andere valuta op een toekomstige datum inhouden, worden opgenomen in de netto vreemdevalutapositie voor het berekenen van de valutakoerswinsten en -verliezen.

Rente-instrumenten worden per instrument geherwaardeerd. Dagelijkse wijzigingen in de variatiemarge van uitstaande rentefuturescontracten worden in de winst- en-verliesrekening opgenomen.

De waardering van termijntransacties in effecten wordt door de ECB uitgevoerd op basis van algemeen aanvaarde waarderingsmethoden. Hierbij wordt gebruikgemaakt van waarneembare marktprijzen en -tarieven, evenals van disconteringsfactoren voor de periode tussen de afwikkelingsdatum en de waarderingsdatum.

Vaste activa

Vaste activa, met inbegrip van immateriële activa maar met uitzondering van grond en kunstwerken, worden gewaardeerd tegen aanschafprijs verminderd met afschrijvingen. Grond en kunstwerken worden gewaardeerd tegen aanschafprijs. Het hoofdgebouw van de ECB wordt gewaardeerd tegen aanschafprijs verminderd met afschrijvingen, onder aftrek van bijzondere waardeverminderingen. Voor de afschrijving op het hoofdgebouw van de ECB worden de kosten toegerekend aan de desbetreffende bestanddelen van het actief, die worden afgeschreven overeenkomstig hun verwachte gebruiksduur. Afschrijving vindt plaats volgens de lineaire methode over de verwachte gebruiksduur van het actief, vanaf het kwartaal nadat het actief voor gebruik beschikbaar komt. De verwachte gebruiksduur van de belangrijkste activacategorieën luidt als volgt:

Gebouwen

20, 25 of 50 jaar

Installaties

10 of 15 jaar

Technische inventaris

4, 10 of 15 jaar

Computers, aanverwante hardware en software, en motorvoertuigen

4 jaar

Meubilair

10 jaar

De afschrijvingsduur voor geactiveerde herinrichtingskosten met betrekking tot de bestaande gehuurde kantoorgebouwen van de ECB wordt zo nodig aangepast in verband met gebeurtenissen die van invloed zijn op de verwachte gebruiksduur van het desbetreffende actief.

De ECB toetst jaarlijks of haar hoofdgebouw en de geactiveerde gebruiksrechten met betrekking tot gehuurde kantoorgebouwen (zie ‘Leasing’ verderop) een bijzondere waardevermindering hebben ondergaan. Indien er een aanwijzing voor een bijzondere waardevermindering wordt geïdentificeerd, en geoordeeld wordt dat het actief mogelijk een bijzondere waardevermindering heeft ondergaan, wordt de realiseerbare waarde geschat. Indien de realiseerbare waarde onder de boekwaarde ligt, wordt er een bijzonder waardeverminderingsverlies in de winst-en-verliesrekening opgenomen.

Vaste activa met een kostprijs van minder dan € 10.000 worden in het jaar van aanschaf geheel afgeschreven.

Vaste activa die aan de activeringscriteria voldoen maar nog in aanbouw of ontwikkeling zijn, worden verantwoord onder de post ‘Activa in aanbouw’. De daarmee verband houdende kosten worden naar de desbetreffende vaste activa overgeboekt wanneer de activa voor gebruik beschikbaar zijn.

Leasing

De ECB treedt op als lessee en als sublessor.

De ECB als lessee
Voor alle leaseovereenkomsten waarvoor de ECB lessee is en waarbij sprake is van een materieel actief, worden de daarmee verband houdende te activeren gebruiksrechten en leaseverplichtingen op de aanvangsdatum van de lease in de balans opgenomen, d.w.z. zodra het actief voor gebruik beschikbaar is, respectievelijk onder de relevante vasteactivaposten ‘Materiële en immateriële vaste activa’ en ‘Diversen’ (passiva). Voor leaseovereenkomsten die aan de activeringscriteria voldoen, maar waarvan het desbetreffende actief nog in aanbouw is of wordt verbouwd, worden kosten gemaakt vóór de aanvangsdatum van de lease opgenomen onder ‘Activa in aanbouw’.

Geactiveerde gebruiksrechten worden gewaardeerd tegen aanschafprijs verminderd met afschrijvingen. Geactiveerde gebruiksrechten in verband met kantoorgebouwen kunnen bovendien onderhevig zijn aan bijzondere waardeverminderingen (zie ‘Vaste activa’ hierboven voor meer informatie over de jaarlijkse toetsing). Afschrijving vindt plaats volgens de lineaire methode, vanaf de aanvangsdatum van de lease tot het einde van de levensduur van het actief met gebruiksrecht, ofwel tot het einde van de leaseperiode, indien dit vroeger is.

De lease- en huurverplichting wordt initieel opgenomen tegen de contante waarde van de toekomstige leasebetalingen (die alleen leasecomponenten omvatten), met als disconteringsvoet de marginale leenrente van de ECB. Vervolgens wordt de leaseverplichting gewaardeerd tegen geamortiseerde kostprijs aan de hand van de effectieverentemethode. De daaraan gekoppelde rentelast wordt in de winst-en-verliesrekening verantwoord onder ‘Overige rentelasten’. Als de toekomstige leasebetalingen veranderen als gevolg van een wijziging in een index of een andere herbeoordeling van het bestaande contract, wordt de leaseverplichting herberekend. Een dergelijke herberekening leidt steeds tot een overeenkomstige aanpassing van de boekwaarde van het geactiveerde gebruiksrecht.

Kortlopende leaseovereenkomsten met een looptijd van ten hoogste 12 maanden en leases met betrekking tot activa van minder dan € 10.000 (in overeenstemming met de drempelwaarde voor de opname van vaste activa) worden als een last in de winst-en-verliesrekening verantwoord.

De ECB als sublessor
Voor alle leaseovereenkomsten waarvoor de ECB sublessor is, kent zij aan derden het recht toe het onderliggende actief (of een deel daarvan) te gebruiken, terwijl de lease tussen de oorspronkelijke lessor en de ECB (hoofdlessor) van kracht blijft. De sublease wordt geclassificeerd als een financiële of operationele lease[35] op basis van het geactiveerde gebruiksrecht dat voortvloeit uit de hoofdlease, en niet op basis van het onderliggende actief.

Subleases waarvoor de ECB onderverhuurder is, worden geclassificeerd als financiële lease en de ECB verwijdert het gebruiksrecht dat verband houdt met de hoofdlease (of een deel van een dergelijk actief) en dat is overgedragen aan de sublessee van de post ‘Materiële en immateriële vaste activa’ en neemt onder de post ‘Diversen’ (activa) een subleasevordering op. De leaseverplichting met betrekking tot de hoofdlease blijft door de sublease onveranderd.

Op de aanvangsdatum van de lease wordt de subleasevordering aanvankelijk opgenomen tegen de contante waarde van de toekomstige leasebetalingen aan de ECB, gedisconteerd met behulp van de discontovoet die voor de hoofdlease wordt gebruikt. Vervolgens wordt de subleasevordering gewaardeerd tegen geamortiseerde kostprijs aan de hand van de effectieverentemethode. De daaraan gekoppelde rentebaten worden in de winst-en-verliesrekening verantwoord onder ‘Overige rentebaten’.

Vergoedingen na uitdiensttreding en overige langetermijnbeloningen

De ECB heeft pensioen- en andere regelingen met toegezegde vergoedingen en uitkeringen (defined benefit plans, hierna DB-regelingen) voor haar medewerkers en directieleden, evenals voor de bij de ECB werkzame leden van de Raad van Toezicht.

De pensioenregeling voor de medewerkers wordt gedekt door activa die in een fonds voor langetermijnpersoneelsbeloningen worden aangehouden. De verplichte bijdragen van de ECB en het personeel hebben betrekking op het DB-gedeelte van de regeling. Daarnaast kunnen medewerkers op vrijwillige basis extra bijdragen doen in het kader van een toegezegdebijdragenzuil, die voor aanvullende uitkeringen kan worden gebruikt.[36] De hoogte van deze aanvullende uitkeringen is afhankelijk van het bedrag aan vrijwillige bijdragen en het daarop behaalde beleggingsrendement.

Er zijn niet door kapitaal gedekte regelingen voor de vergoedingen na uitdiensttreding en andere langetermijnbeloningen van de directieleden en de bij de ECB werkzame leden van de Raad van Toezicht. Voor de medewerkers bestaan er ook niet-kapitaalgedekte regelingen voor andere uitkeringen na uitdiensttreding dan pensioenen en voor andere langetermijnpersoneelsbeloningen.

Nettoverplichting uit hoofde van DB-regelingen
De nettoverplichting uit hoofde van DB-regelingen, inclusief de overige langetermijnbeloningen, die in de balans onder de post ‘Diversen’ (passiva) wordt opgenomen, komt overeen met de contante waarde van de brutoverplichting uit hoofde van DB-regelingen verminderd met de reële waarde van de fondsbeleggingen die dienen ter dekking van de desbetreffende brutoverplichting.

De brutoverplichting uit hoofde van DB-regelingen wordt jaarlijks door onafhankelijke actuarissen berekend volgens de ‘projected unit credit method’. De contante waarde van de brutoverplichting uit hoofde van DB-regelingen wordt berekend door de geschatte toekomstige kasstromen contant te maken tegen een disconteringsvoet die wordt bepaald aan de hand van het marktrendement op de balansdatum op in euro’s luidende hoogwaardige bedrijfsobligaties met een soortgelijke resterende looptijd als de desbetreffende verplichting.

Actuariële winsten of verliezen kunnen voortvloeien uit ervaringsaanpassingen (waarbij de werkelijke uitkomsten verschillen van de eerder gehanteerde actuariële veronderstellingen) en veranderingen in de actuariële veronderstellingen.

Nettolasten uit hoofde van DB-regelingen
De nettolasten uit hoofde van DB-regelingen bestaan uit componenten die in de winst-en-verliesrekening worden opgenomen en herberekeningen ten aanzien van vergoedingen na uitdiensttreding, die in de balans onder de post ‘Herwaarderingsrekeningen’ worden weergegeven.

Het nettobedrag ten laste van de winst-en-verliesrekening bestaat uit:

  1. de aan het dienstjaar toegerekende kosten
  2. eventuele kosten van verstreken diensttijd als gevolg van aanpassing van een DB-regeling
  3. de nettorente (o.b.v. disconteringsvoet) over de nettoverplichting uit hoofde van DB-regelingen
  4. herberekeningen ten aanzien van overige langetermijnbeloningen (in hun geheel).

Het nettobedrag dat onder ‘Herwaarderingsrekeningen’ opgenomen wordt, omvat de volgende posten:

  1. actuariële winsten en verliezen voor toegezegde vergoedingen na uitdiensttreding
  2. het werkelijke rendement op de fondsbeleggingen, exclusief de bedragen die zijn opgenomen in de nettorente over de nettoverplichting uit hoofde van DB-regelingen.

Deze bedragen worden jaarlijks door onafhankelijke actuarissen berekend om de correcte verplichting vast te stellen om in de jaarrekening op te nemen.

Saldi binnen het ESCB/saldi binnen het Eurosysteem

Saldi binnen het ESCB zijn hoofdzakelijk het resultaat van grensoverschrijdende betalingen binnen de Europese Unie (EU) die worden afgewikkeld in centralebankgeld in euro's. Deze transacties vinden meestal plaats op initiatief van private entiteiten (bijv. kredietinstellingen, bedrijven en particulieren). Ze worden afgewikkeld via TARGET – het ‘Trans-European Automated Real-time Gross settlement Express Transfer’-systeem – en leiden tot bilaterale saldi op de TARGET-rekeningen van de centrale banken in de EU. Betalingen van de ECB en de nationale centrale banken (NCB’s) zijn eveneens van invloed op deze rekeningen. Alle vereveningen worden automatisch geaggregeerd en bijgewerkt zodat elke NCB slechts één positie ten opzichte van de ECB overhoudt. Deze posities in de boeken van de ECB vertegenwoordigen de nettovordering of -verplichting van elke NCB ten opzichte van de rest van het Europees Stelsel van centrale banken (ESCB). De mutaties in de TARGET-rekeningen worden dagelijks weergegeven in de financiële administratie van de ECB en de NCB’s.

De uit TARGET voortvloeiende saldi van de tot het Eurosysteem behorende NCB’s ten opzichte van de ECB worden in de balans van de ECB gesaldeerd als één actief of verplichting weergegeven onder ofwel ‘Vorderingen uit hoofde van TARGET (netto)’ ofwel ‘Verplichtingen uit hoofde van TARGET (netto)’. Uit de deelname aan TARGET voortvloeiende saldi binnen het ESCB van NCB's buiten het eurogebied ten opzichte van de ECB[37] worden verantwoord onder ‘Verplichtingen aan niet-ingezetenen van het eurogebied, luidende in euro’.

Saldi binnen het Eurosysteem die voorvloeien uit de toedeling van eurobankbiljetten binnen het Eurosysteem worden als één enkel nettoactief opgenomen onder ‘Vorderingen uit hoofde van de toedeling van eurobankbiljetten binnen het Eurosysteem’ (zie verder bij ‘Bankbiljetten in omloop’).

Saldi binnen het Eurosysteem die voortvloeien uit de overdracht van externe reserves aan de ECB door NCB's die tot het Eurosysteem toetreden, luiden in euro’s en worden gerapporteerd onder ‘Verplichtingen uit hoofde van de overdracht van externe reserves’.

Overige in euro's luidende saldi binnen het Eurosysteem (bijv. in verband met de eventuele tussentijdse winstverdeling van de ECB aan de NCB's), worden op de balans van de ECB als één nettoactief of -verplichting opgenomen. Dit gebeurt onder respectievelijk ‘Overige vorderingen binnen het Eurosysteem (netto)’ of ‘Overige verplichtingen binnen het Eurosysteem (netto)’.

Bankbiljetten in omloop

De ECB en de NCB's van het eurogebied, die samen het Eurosysteem vormen, geven eurobankbiljetten uit.[38] De totale waarde van de eurobankbiljetten in omloop wordt op de laatste werkdag van elke maand overeenkomstig de verdeelsleutel voor de toedeling van bankbiljetten toegewezen aan de centrale banken van het Eurosysteem.[39]

Het aan de ECB toegedeelde aandeel van 8% in de totale waarde van de eurobankbiljetten in omloop wordt op de balans verantwoord onder de verplichting ‘Bankbiljetten in omloop’. Het aandeel van de ECB in de totale waarde van de bankbiljetten in omloop wordt gedekt door vorderingen op de NCB's. Deze vorderingen zijn rentedragend[40] en worden gepresenteerd onder ‘Vorderingen uit hoofde van de toedeling van eurobankbiljetten binnen het Eurosysteem’ (zie onder ‘Saldi binnen het ESCB/saldi binnen het Eurosysteem’ hierboven). De rente-inkomsten op deze vorderingen worden in de winst-en-verliesrekening verantwoord onder ‘Rentebaten’.

Voorziening voor financiële risico's

De Raad van Bestuur kan besluiten de baten van de ECB geheel of gedeeltelijk over te dragen naar een voorziening voor financiële risico’s. Voor zover de Raad van Bestuur dat noodzakelijk acht, kan deze voorziening worden gebruikt ter compensatie van negatieve resultaten als gevolg van blootstellingen aan financiële risico's. Jaarlijks wordt op grond van een beoordeling van de financiële risico’s door de ECB bezien hoe groot de voorziening hiervoor moet zijn en of ze moet worden voortgezet, waarbij allerlei factoren in aanmerking worden genomen, tenzij (i) de omvang nul is; en (ii) er geen ECB-inkomsten zijn die eraan kunnen worden overgedragen.[41]

Tussentijdse winstverdeling

Een bedrag ter grootte van de som van de baten van de ECB uit de eurobankbiljetten in omloop en de baten uit de voor monetairbeleidsdoeleinden aangehouden schuldbewijzen die zijn aangekocht op grond van (i) het programma voor de effectenmarkten (SMP), (ii) het derde programma voor de aankoop van gedekte obligaties (CBPP3), (iii) het programma voor de aankoop van effecten op onderpand van activa (ABSPP), (iv) het aankoopprogramma voor door de publieke sector uitgegeven schuldbewijzen (PSPP), en (v) het pandemie-noodaankoopprogramma (PEPP) wordt in de maand januari van het volgende jaar verdeeld in de vorm van een tussentijdse winstuitkering, tenzij de Raad van Bestuur hierover anders besluit.[42] De Raad van Bestuur kan een dergelijk besluit nemen indien op basis van een door de directie opgestelde, met redenen omklede raming wordt verwacht dat de ECB over het gehele jaar genomen verlies zal lijden of een nettojaarwinst zal behalen die lager is dan die baten. De Raad van Bestuur kan ook besluiten deze baten geheel of gedeeltelijk over te dragen naar een voorziening voor financiële risico’s (zie onder ‘Voorziening voor financiële risico's’ hierboven).

De Raad van Bestuur kan bovendien besluiten het bedrag van de in januari te verdelen baten uit de eurobankbiljetten in omloop te verlagen met de door de ECB gemaakte kosten in verband met de uitgifte en verwerking van eurobankbiljetten.

Gebeurtenissen na balansdatum

De waarde van activa en verplichtingen wordt aangepast voor gebeurtenissen die zich voordoen tussen de balansdatum en de datum waarop de directie toestemming geeft om de jaarstukken van de ECB ter goedkeuring aan de Raad van Bestuur voor te leggen, indien dergelijke gebeurtenissen van materiële invloed zijn op de waarde van de activa en verplichtingen op de balansdatum.

Belangrijke gebeurtenissen na de balansdatum die niet van invloed zijn op de waarde van de activa en verplichtingen op de balansdatum worden in de toelichting vermeld.

Wijzigingen in de grondslagen voor de financiële verslaggeving

In 2024 voerde de ECB geen wijzigingen door in de grondslagen voor de financiële verslaggeving.

Schattingswijzigingen

In 2024 heeft de ECB de methode voor de verwerking van rentebaten uit vastrentende waarden gewijzigd. Couponrente, agio’ en disagio's op deze waardepapieren worden nu opgenomen overeenkomstig de internal rate of return (IRR)-methode. In het verleden werd de IRR methode toegepast op agio’s en disagio’s, terwijl voor couponrente de lineaire methode werd toegepast. De verandering heeft betrekking op het tijdstip van de resultaatbepaling, terwijl de totale winsten of verliezen over de gehele looptijd van de vastrentende waarden ongewijzigd blijven.

Wijzigingen in de weergave van de jaarrekening

Met Besluit (EU) 2024/2938 van de Europese Centrale Bank van 14 november 2024 betreffende de jaarrekening van de Europese Centrale Bank (ECB/2024/32) (herschikking) zijn wijzigingen aangebracht in de presentatie van de posten ‘Verlies over het boekjaar’ en ‘Overgedragen geaccumuleerde verliezen’ op de balans. In de Jaarstukken van de ECB over 2023 werd de post ‘Verlies over het boekjaar’ weergegeven als een afzonderlijke post aan de actiefzijde, overeenkomstig het toepasselijke Besluit (EU) 2016/2247 van de Europese Centrale Bank van 3 november 2016 betreffende de jaarrekening van de Europese Centrale Bank (herschikking) (ECB/2016/35), terwijl er geen uitstaande geaccumuleerde verliezen waren overgedragen[43]. In de Jaarstukken van de ECB over 2024 worden zowel ‘Winst/(verlies) over het boekjaar’ als ‘Overgedragen geaccumuleerde verliezen’ gepresenteerd als afzonderlijke negatieve posten aan de passiefzijde van de balans.

Daarnaast werden met Besluit (EU) 2024/2938 aanvullende wijzigingen aangebracht aan de indeling van de balans en de winst- en verliesrekening van de ECB. Deze omvatten (i) een opsplitsing van de post ‘Voorzieningen’ in ‘Risicovoorzieningen’[44] en ‘Overige voorzieningen’ op de balans, en (ii) het schrappen van de uitsplitsing onder ‘Rentebaten’ en ‘Rentelasten’ in de winst-en-verliesrekening, terwijl de desbetreffende informatie wordt verstrekt in de specifieke toelichting bij de rekeningen.

Deze wijzigingen zijn onder meer bedoeld om de transparantie te bevorderen en de informatiewaarde van de jaarrekening van de ECB te vergroten.

De vergelijkende cijfers voor 2023 zijn overeenkomstig aangepast. De weergave van het over 2023 verantwoorde verlies van € 1.266 miljoen als een negatieve post aan de passiefzijde van de balans resulteert in de vermindering van de totale activa en passiva voor dat jaar naar € 673.229 miljoen, vergeleken met € 674.496 miljoen zoals opgenomen in de Jaarstukken van de ECB 2023.

Tot slot wijzigde de ECB in 2024 de weergave van rentebaten (bijv. couponrente) en rentelasten (bijv. amortisatie van agiobedragen) voor posten die geen verband houden met monetairbeleidstransacties. Tot nu toe werden er verschillende manieren toegepast om rentebaten en rentelasten te salderen onder ‘Nettorentebaten’ in de winst- en verliesrekening, afhankelijk van het type transactie. De ECB besloot dat vanaf 2024 de rente die wordt opgebouwd op afzonderlijke instrumenten binnen één balanspost of -portefeuille op nettobasis zou moet worden gepresenteerd onder ofwel ‘Rentebaten’ ofwel ‘Rentelasten’, afhankelijk van het feit of het nettobedrag voor het type instrument of de portefeuille positief of negatief is. Deze weergave wordt geacht de inhoud van de transactie beter weer te geven en tegelijkertijd in overeenstemming te brengen met het salderingsbeginsel dat wordt toegepast voor de rentebaten en -lasten uit activa en passiva in verband met monetairbeleidstransacties.[45] De vergelijkende cijfers (over 2023) zijn als volgt aangepast:

Balans per
31 december 2023
€ miljoen

Aanpassing
€ miljoen

Aangepaste balans per
31 december 2023
€ miljoen

Rentebaten

63.751

(28)

63.723

Rentelasten

(70.944)

28

(70.916)

Overige nettorentebaten/(lasten)

(7.193)

-

(7.193)

Diversen

In overeenstemming met artikel 27 van de Statuten van het ESCB, en op aanbeveling van de Raad van Bestuur, heeft de Raad van de Europese Unie de benoeming van Baker Tilly GmbH & Co. KG Wirtschaftsprüfungsgesellschaft, Düsseldorf (Bondsrepubliek Duitsland) tot externe accountant van de ECB voor een eerste termijn goedgekeurd, voor een periode van vijf jaar tot en met het einde van het boekjaar 2022. In 2023 heeft de EU-Raad, op basis van een aanbeveling van de Raad van Bestuur, zijn goedkeuring gehecht aan een verlenging van deze periode met twee extra jaren tot het einde van het boekjaar 2024.

2.4 Toelichting op de balans

Toelichting 1 – Goud en goudvorderingen

Deze post omvat de goudvoorraad van de ECB:

2024

2023

Aantal

Fine ounces goud1

16.285.778

16.285.778

Prijs

Amerikaanse dollars per fine ounce goud

2.608,750

2.063,950

Amerikaanse dollars per euro

1,0389

1,1050

Marktwaarde (€ miljoen)

40.895

30.419

1) Dit komt overeen met 506,5 ton in zowel 2024 als 2023.

De toename van de waarde in euro’s van de goudvoorraad van de ECB was toe te schrijven aan de stijging van de marktprijs van goud uitgedrukt in euro's (zie onder ‘Goud en in vreemde valuta luidende activa en verplichtingen’ in Paragraaf 2.3 ‘Grondslagen voor de financiële verslaggeving’ en toelichting 15 ‘Herwaarderingsrekeningen’).

Toelichting 2 – Vorderingen op niet-ingezetenen en ingezetenen van het eurogebied, luidende in vreemde valuta

Toelichting 2.1 – Vorderingen op het IMF

Deze post omvat de door de ECB aangehouden bijzondere trekkingsrechten (special drawing rights – SDR’s); per 31 december 2024 bedroegen deze € 2.227 miljoen (2023: € 2.083 miljoen). De aangehouden bijzondere trekkingsrechten vormen het resultaat van een door de ECB met het Internationaal Monetair Fonds (IMF) gesloten vrijwillige handelsregeling, waarbij het IMF wordt gemachtigd namens de ECB SDR’s te kopen en te verkopen tegen euro’s, zulks met inachtneming van minimum- en maximumposities. Voor verslaggevingsdoeleinden worden SDR’s behandeld als een vreemde valuta (zie onder ‘Goud en in vreemde valuta luidende activa en verplichtingen’ in Paragraaf 2.3 ‘Grondslagen voor de financiële verslaggeving’). De door de ECB aangehouden SDR’s zijn in 2024 toegenomen als gevolg van de gedurende het jaar verdiende rentebaten. Daarnaast droeg de waardestijging van de SDR ten opzichte van de euro in 2024 eveneens bij aan de gestegen waarde in euro's van deze positie.

Toelichting 2.2 – Tegoeden bij banken en beleggingen in effecten, externe leningen en overige externe activa; en vorderingen op ingezetenen van het eurogebied, luidende in vreemde valuta

Deze twee posten bestaan uit tegoeden bij banken en in vreemde valuta luidende leningen, en beleggingen in effecten luidende in Amerikaanse dollars, Japanse yens en Chinese renminbi’s.

2024
€ miljoen

2023
€ miljoen

Mutatie
€ miljoen

Vorderingen op niet-ingezetenen van het eurogebied

Rekeningen-courant

6.778

7.161

(384)

Geldmarktdeposito’s

737

474

264

Omgekeerde repo’s

241

-

241

Beleggingen in effecten

48.135

46.158

1.977

Totaal vorderingen op niet-ingezetenen van het eurogebied

55.890

53.793

2.098

Vorderingen op ingezetenen van het eurogebied

Rekeningen-courant

17

25

(8)

Geldmarktdeposito’s

1.464

1.426

39

Omgekeerde repo’s

2.613

-

2.613

Totaal vorderingen op ingezetenen van het eurogebied

4.094

1.450

2.644

Totaal

59.985

55.243

4.741

De stijging van het totaal van deze posten in 2024 was voornamelijk het gevolg van de waardestijging van de Amerikaanse dollar ten opzichte van de euro en de herinvestering van inkomsten uit de deviezenportefeuille, vooral de portefeuille Amerikaanse dollars.

De samenstelling van de door de ECB aangehouden nettoposities in vreemde valuta[46] luidde als volgt:

2024
Vreemde valuta in
miljoenen

2023
Vreemde valuta in
miljoenen

Amerikaanse dollar

55.047

52.590

Japanse yen

1.087.826

1.089.844

Chinese renminbi

4.694

4.545

Er vond in 2024 geen valutamarktinterventie plaats.

Toelichting 3 – Overige vorderingen op kredietinstellingen in het eurogebied, luidende in euro

Per 31 december 2024 bestond deze post uit rekening-courantsaldi ten opzichte van ingezetenen van het eurogebied ten bedrage van € 2 miljoen (2023: € 17 miljoen).

Toelichting 4 – Effecten uitgegeven door ingezetenen van het eurogebied, luidende in euro

Toelichting 4.1 – Voor monetairbeleidsdoeleinden aangehouden effecten

Per 31 december 2024 bestond deze post uit schuldbewijzen die door de ECB werden aangekocht in het kader van het programma voor de effectenmarkten (securities markets programme – SMP), het derde programma voor de aankoop van gedekte obligaties (covered bond purchase programmes – CBPP3), het programma voor de aankoop van effecten op onderpand van activa (asset-backed securities purchase programme – ABSPP), het aankoopprogramma voor door de publieke sector uitgegeven schuldbewijzen (public sector purchase programme – PSPP) en het pandemie-noodaankoopprogramma (pandemic emergency purchase programme – PEPP).

Aanvangsdatum

Einddatum1

Besluit

Universum van beleenbare effecten2

Programma voor de effectenmarkten (SMP)

SMP

mei 2010

september 2012

ECB/2010/5

In het eurogebied uitgegeven publieke en private schuldbewijzen3

Programma voor de aankoop van activa (asset purchase programme – APP)

CBPP3

oktober 2014

juni 2023

ECB/2020/8,
zoals gewijzigd

Gedekte obligaties van ingezetenen van het eurogebied

ABSPP

november 2014

juni 2023

ECB/2014/45,
zoals gewijzigd

Senior- en gegarandeerde mezzaninetranches van effecten op onderpand van activa van ingezetenen van het eurogebied

PSPP

maart 2015

juni 2023

ECB/2020/9

Obligaties uitgegeven door centrale, regionale of lokale overheden of recognised agencies in het eurogebied, alsmede door internationale organisaties en multilaterale ontwikkelingsbanken gevestigd in het eurogebied

CSPP4

juni 2016

juni 2023

ECB/2016/16,
zoals gewijzigd

Obligaties en kortlopend schuldpapier uitgegeven door niet-bancaire ondernemingen gevestigd in het eurogebied

Pandemie-noodaankoopprogramma (PEPP)

PEPP

maart 2020

december 2024

ECB/2020/17,
zoals gewijzigd

Alle voor het APP in aanmerking komende activacategorieën

1) Bij het SMP verwijst ‘Einddatum’ naar de beëindigingsdatum van het programma en bij het APP en het PEPP naar de einddatum van de aankopen.
2) Zie de relevante besluiten van de Raad van Bestuur voor nadere toelatingscriteria van de afzonderlijke programma's.
3) Op grond van het SMP werden uitsluitend overheidsschuldbewijzen uitgegeven door vijf eurolanden aangekocht.
4) De ECB kocht geen effecten aan in het kader van het aankoopprogramma voor door de bedrijvensector uitgegeven schuldbewijzen (corporate sector purchase programme – CSPP).

In 2024 nam de portefeuille van het programma voor de aankoop van activa (asset purchase programme – APP)[47] verder af, aangezien het Eurosysteem in juli 2023 is gestopt met de herinvestering van de aflossingen op effecten die de vervaldatum hebben bereikt.[48]

Wat het PEPP[49] betreft, bleef het Eurosysteem, na een besluit van de Raad van Bestuur in december 2023[50], in de eerste helft van 2024 de aflossingen op effecten die de vervaldatum hebben bereikt, volledig herinvesteren. Gedurende de tweede helft van het jaar nam de PEPP-portefeuille iedere maand met een gemiddelde van € 7,5 miljard af, aangezien het Eurosysteem niet alle aflossingen op effecten die de vervaldag hadden bereikt, heeft herbelegd. Herinvesteringen in het kader van het PEPP werden eind 2024 beëindigd.

De in het kader van deze programma’s door de ECB aangekochte schuldbewijzen worden opgenomen tegen geamortiseerde kostprijs onder aftrek van bijzondere waardeverminderingen (zie onder ‘Effecten’ in Paragraaf 2.3 ‘Grondslagen voor de financiële verslaggeving’).

De geamortiseerde kostprijs van de door de ECB aangehouden schuldbewijzen en de marktwaarde[51] ervan (die niet in de balans of de winst-en-verliesrekening wordt opgenomen, maar die uitsluitend voor vergelijkingsdoeleinden wordt verschaft) luidden als volgt:

2024
€ miljoen

2023
€ miljoen

Mutatie
€ miljoen

Geamor-tiseerde
kostprijs

Markt-waarde

Geamor-tiseerde
kostprijs

Markt-waarde

Geamor-tiseerde
kostprijs

Markt-waarde

SMP

286

298

496

522

(210)

(224)

APP

CBPP3

20.437

18.844

23.530

21.490

(3.092)

(2.646)

ABSPP

7.047

6.979

13.348

13.225

(6.301)

(6.247)

PSPP – door overheden/overheidsinstellingen uitgegeven schuldbewijzen

192.664

175.885

224.867

205.847

(32.203)

(29.962)

Totaal APP

220.149

201.708

261.744

240.562

(41.596)

(38.854)

PEPP

PEPP – gedekte obligaties

867

781

839

736

28

45

PEPP – door overheden/overheidsinstellingen uitgegeven schuldbewijzen

155.480

138.927

162.270

143.669

(6.790)

(4.741)

Totaal PEPP

156.347

139.709

163.109

144.405

(6.762)

(4.696)

Totaal

376.781

341.714

425.349

385.489

(48.568)

(43.775)

De mutaties gedurende het jaar in de geamortiseerde kostprijs van de door de ECB aangehouden schuldbewijzen waren als volgt:

2023
€ miljoen

Aankopen1
€ miljoen

Aflossingen
in € miljoen

Netto-agio/(-disagio)2
€ miljoen

2024
€ miljoen

SMP

496

-

(217)

7

286

APP

CBPP3

23.530

-

(3.069)

(23)

20.437

ABSPP

13.348

-

(6.251)

(50)

7.047

PSPP – door overheden/overheidsinstellingen uitgegeven schuldbewijzen

224.867

(146)

(30.567)

(1.489)

192.664

Totaal APP

261.744

(146)

(39.887)

(1.562)

220.149

PEPP

PEPP – gedekte obligaties

839

47

(20)

0

867

PEPP – door overheden/overheidsinstellingen uitgegeven schuldbewijzen

162.270

14.185

(19.474)

(1.501)

155.480

Totaal PEPP

163.109

14.232

(19.493)

(1.501)

156.347

Totaal

425.349

14.086

(59.598)

(3.056)

376.781

1) Gezien de beëindiging van herinvesteringen in het kader van het APP kunnen in deze kolom negatieve bedragen worden vermeld als gevolg van verkopen van effecten die voornamelijk zijn uitgevoerd om te voldoen aan het risicobeheersingskader.
2) ‘Netto-agio/(-disagio)’ omvat eventuele gerealiseerde nettowinsten/(-verliezen).

De Raad van Bestuur beoordeelt regelmatig de financiële risico’s die zijn verbonden aan de effecten die op grond van deze programma’s worden aangehouden.

In dit kader wordt er jaarlijks op basis van gegevens per jaareinde getoetst of er sprake is van een bijzondere waardevermindering (impairment test); deze toetsen worden door de Raad van Bestuur goedgekeurd. Deze toetsen, die voor elk programma afzonderlijk worden uitgevoerd, omvatten een beoordeling van indicatoren die op een bijzondere waardevermindering wijzen. Voor zover van dergelijke indicatoren sprake is, wordt een nadere analyse uitgevoerd om te bevestigen dat de kasstromen van de onderliggende effecten niet worden geraakt door een gebeurtenis die tot het opnemen van een waardeverminderingsverlies zou leiden. De uitkomsten van de toetsen van dit jaar gaven de ECB geen aanleiding om in 2024 verliezen te verantwoorden op de in de monetairbeleidsportefeuilles opgenomen schuldbewijzen.

De geamortiseerde kostprijs[52] van de door het Eurosysteem aangehouden effecten luidde als volgt:

2024
€ miljoen

2023
€ miljoen

ECB

NCB's van het eurogebied

Euro-systeem totaal

ECB

NCB's van het eurogebied

Euro-systeem totaal

SMP

286

1.050

1.336

496

1.901

2.397

APP

CBPP3

20.437

232.571

253.009

23.530

262.090

285.620

ABSPP

7.047

-

7.047

13.348

-

13.348

PSPP – door overheden/overheidsinstellingen uitgegeven schuldbewijzen

192.664

1.704.258

1.896.922

224.867

1.922.907

2.147.774

PSPP – door supranationale emittenten uitgegeven schuldbewijzen

-

227.808

227.808

-

255.261

255.261

CSPP

-

288.377

288.377

-

323.921

323.921

Totaal APP

220.149

2.453.015

2.673.164

261.744

2.764.180

3.025.924

PEPP

PEPP – gedekte obligaties

867

5.097

5.964

839

5.197

6.036

PEPP – door overheden/overheidsinstellingen uitgegeven schuldbewijzen

155.480

1.243.391

1.398.871

162.270

1.297.397

1.459.667

PEPP – door supranationale emittenten uitgegeven schuldbewijzen

-

158.931

158.931

-

154.332

154.332

PEPP – door de bedrijvensector uitgegeven schuldbewijzen

-

45.105

45.105

-

45.989

45.989

Totaal PEPP

156.347

1.452.524

1.608.871

163.109

1.502.915

1.666.024

Totaal

376.781

3.906.589

4.283.370

425.349

4.268.996

4.694.345

Toelichting: De cijfers vermeld onder ‘NCB's van het eurogebied’ zijn voorlopig en kunnen nog worden herzien, wat ook zou leiden tot een overeenkomstige aanpassing van de cijfers onder ‘Eurosysteem totaal’.

Toelichting 5 – Vorderingen binnen het Eurosysteem

Toelichting 5.1 – Vorderingen uit hoofde van de toedeling van eurobankbiljetten binnen het Eurosysteem

Deze post bestaat uit de vorderingen van de ECB ten opzichte van de NCB’s van het eurogebied uit hoofde van de toedeling van eurobankbiljetten binnen het Eurosysteem (zie ‘Bankbiljetten in omloop’ in Paragraaf 2.3 ‘Grondslagen voor de financiële verslaggeving’). Per 31 december 2024 bedroeg het totaal € 127.067 miljoen (2023: € 125.378 miljoen). De rentevergoeding op deze vorderingen in 2024 werd op dagelijkse basis berekend tegen de laatst beschikbare rentevoet die het Eurosysteem hanteert bij zijn tenders voor basisherfinancieringstransacties (zie toelichting 24.2 ‘Rentebaten uit de toedeling van eurobankbiljetten binnen het Eurosysteem’ en toelichting 34 ‘Wijziging in de rentevergoeding van tegoeden binnen het Eurosysteem’).

Toelichting 6 – Overige activa

Toelichting 6.1 – Materiële en immateriële vaste activa

Deze post omvat het volgende:

2024
€ miljoen

2023
€ miljoen

Mutatie
€ miljoen

Aanschafprijs

Grond en gebouwen

1.015

1.014

0

Gebruiksrechten gebouwen

352

315

37

Installaties

222

222

-

Computerhardware en -software

142

142

(0)

Inventaris, meubilair en motorvoertuigen

114

111

3

Gebruiksrechten uitrusting

1

2

(1)

Activa in aanbouw

10

0

10

Overige vaste activa

11

11

0

Totaal aanschafprijs

1.866

1.818

48

Cumulatieve afschrijvingen

Grond en gebouwen

(251)

(227)

(24)

Gebruiksrechten gebouwen

(243)

(197)

(46)

Installaties

(160)

(144)

(16)

Computerhardware en -software

(135)

(129)

(6)

Inventaris, meubilair en motorvoertuigen

(102)

(92)

(10)

Gebruiksrechten uitrusting

(1)

(2)

1

Overige vaste activa

(4)

(3)

(0)

Totaal cumulatieve afschrijvingen

(895)

(795)

(100)

Totale boekwaarde (netto)

971

1.023

(52)

Aan het einde van het jaar is getoetst of het hoofdgebouw van de ECB en de geactiveerde gebruiksrechten van gehuurde kantoorgebouwen een bijzondere waardevermindering hadden ondergaan; er werd geen bijzonder waardeverminderingsverlies geconstateerd.

Toelichting 6.2 – Overige financiële activa

Deze post bestaat vooral uit de eigenmiddelenportefeuille van de ECB die hoofdzakelijk wordt gebruikt voor het beleggen van het gestorte kapitaal van de ECB en bedragen die zijn opzijgezet in de reserves en de voorziening voor financiële risico's. Deze post omvat onder meer een belang van 3.211 aandelen in de Bank voor Internationale Betalingen (BIB) tegen een verwervingsprijs van € 42 miljoen en overige rekeningen-courant, luidende in euro.

De samenstelling van deze post luidde als volgt:

2024
€ miljoen

2023
€ miljoen

Mutatie
€ miljoen

Rekeningen-courant, luidende in euro

45

46

(1)

Effecten luidende in euro

21.269

20.355

914

Omgekeerde repotransacties, luidende in euro

1.425

1.730

(305)

Overige financiële activa

42

42

(0)

Totaal

22.781

22.172

608

De nettostijging van deze post in 2024 was voornamelijk het gevolg van de herinvestering van de rentebaten uit de eigenmiddelenportefeuille van de ECB.

Toelichting 6.3 – Herwaarderingsverschillen op instrumenten buiten de balans

Deze post bestaat uit mutaties in de waardering van de per 31 december 2024 uitstaande valutaswap- en valutatermijntransacties (zie toelichting 21, ‘Valutaswaps en valutatermijntransacties’). Deze waarderingsveranderingen bedroegen € 681 miljoen (2023: € 552 miljoen). Deze zijn het gevolg van de omrekening van dergelijke transacties naar eurobedragen tegen de valutakoers op de balansdatum, vergeleken met de eurobedragen voortvloeiend uit de omrekening van de transacties tegen de gemiddelde kostprijs van de desbetreffende vreemde valuta op die datum (zie onder ‘Niet in de balans opgenomen instrumenten’ en ‘Goud en in vreemde valuta luidende activa en verplichtingen’ in Paragraaf 2.3 ‘Grondslagen voor de financiële verslaggeving’).

Toelichting 6.4 – Overlopende activa

Deze post omvat het volgende:

2024
€ miljoen

2023
€ miljoen

Mutatie
€ miljoen

Opgebouwde rente op TARGET-saldi verschuldigd door NCB’s

3.656

4.955

(1.299)

Opgebouwde rente op vorderingen uit hoofde van de toedeling van eurobankbiljetten binnen het Eurosysteem

1.093

1.429

(336)

Opgebouwde rente op effecten

3.519

3.709

(190)

Opgebouwde baten in verband met toezichtstaken

681

654

27

Andere overlopende activa

210

158

52

Totaal

9.158

10.905

(1.747)

Per 31 december 2024, omvatte deze post eveneens nog van NCB’s van het eurogebied te ontvangen rente op TARGET-saldi over december 2024 (zie toelichting 12.2 ‘Verplichtingen uit hoofde van TARGET (netto)’) en van NCB’s van het eurogebied te ontvangen rente voor het laatste kwartaal van 2024 met betrekking tot de vorderingen van de ECB uit hoofde van de toedeling van eurobankbiljetten binnen het Eurosysteem (zie toelichting 5.1 ‘Vorderingen uit hoofde van de toedeling van eurobankbiljetten binnen het Eurosysteem’). Deze bedragen zijn in januari 2025 afgewikkeld.

Deze post omvatte ook de nog te ontvangen couponrente op effecten (waaronder bij aankoop meegekochte uitstaande rente) (zie toelichting 2.2 ‘Tegoeden bij banken en beleggingen in effecten, externe leningen en overige externe activa; en vorderingen op ingezetenen van het eurogebied, luidende in vreemde valuta’, toelichting 4 ‘Effecten uitgegeven door ingezetenen van het eurogebied, luidende in euro’, en toelichting 6.2 'Overige financiële activa’).

De opgebouwde baten in verband met toezichtstaken zijn de te ontvangen toezichtsvergoedingen voor de vergoedingsperiode 2024. Dit bedrag zal in 2025 worden geïnd (zie toelichting 27 ‘Nettobaten uit vergoedingen en provisies’).[53]

De rest van deze post bestond hoofdzakelijk uit i) toegerekende baten uit ESCB-projecten en operationele diensten (zie toelichting 29 ‘Overige baten’); ii) opgebouwde rente op overige financiële instrumenten; en iii) diverse vooruitbetalingen.

Toelichting 6.5 – Diversen

Deze post bedroeg per 31 december 2024 € 53 miljoen (2023: € 88 miljoen) en omvat voornamelijk saldi ten bedrage van € 24 miljoen (2023: € 28 miljoen) met betrekking tot per 31 december 2024 uitstaande valutaswap- en valutatermijntransacties (zie toelichting 21 ‘Valutaswaps en valutatermijntransacties’). Deze saldi houden verband met de omrekening van dergelijke transacties naar eurobedragen tegen de gemiddelde kostprijs van de desbetreffende valuta op de balansdatum, vergeleken met de oorspronkelijk verwerkte eurobedragen van de transacties (zie ‘Niet in de balans opgenomen instrumenten’ in Paragraaf 2.3 ‘Grondslagen voor de financiële verslaggeving’).

Deze post omvatte ook vorderingen met betrekking tot ESCB-projecten en operationele diensten (zie toelichting 29 ‘Overige baten’) en saldi in verband met terugvorderbare belasting toegevoegde waarde.

Toelichting 7 – Bankbiljetten in omloop

Deze post bestaat uit het aandeel van de ECB (8%) in de totale waarde van de eurobankbiljetten in omloop (zie onder ‘Bankbiljetten in omloop’ in Paragraaf 2.3 ‘Grondslagen voor de financiële verslaggeving’), dat per 31 december 2024 € 127.067 miljoen bedroeg (2023: € 125.378 miljoen).

Toelichting 8 – Overige verplichtingen aan kredietinstellingen in het eurogebied, luidende in euro

De centrale banken van het Eurosysteem hebben de mogelijkheid om bij hun transacties in het kader van het PSPP en bij de uitlening van door de overheidssector uitgegeven effecten in het kader van het PEPP geldmiddelen als zekerheid te accepteren zonder dat deze verplicht moeten worden herbelegd. Deze transacties worden voor de ECB via een gespecialiseerde instelling uitgevoerd.

Per 31 december 2024 bedroeg het uitstaande saldo uit dergelijke uitleningstransacties met kredietinstellingen in het eurogebied in totaal € 2.388 miljoen (2023: € 4.699 miljoen). De als zekerheid ontvangen geldmiddelen werden overgeboekt naar TARGET-rekeningen. Aangezien deze aan het einde van het jaar nog onbelegd waren, werden deze transacties op de balans verwerkt (zie onder ‘Transacties met wederinkoop’ in Paragraaf 2.3 ‘Grondslagen voor de financiële verslaggeving’ en toelichting 18 ‘Programma’s voor effectenuitlening’).[54]

Toelichting 9 – Verplichtingen aan overige ingezetenen van het eurogebied, luidende in euro

Toelichting 9.1 – Overheid

Per 31 december 2024 bestond deze post uit deposito’s van de Europese Faciliteit voor financiële stabiliteit (European Financial Stability Facility – EFSF) en bedroeg € 73 miljoen (2023: € 143 miljoen). Eind 2023 omvatte het ook deposito’s van het Europees stabiliteitsmechanisme (ESM). In overeenstemming met artikel 21 van de Statuten van het ESCB mag de ECB als fiscaal agent optreden ten behoeve van instellingen, organen of instanties van de Unie, centrale overheden, regionale, lokale of andere overheden, overheidsinstanties, andere publiekrechtelijke lichamen of openbare bedrijven van de lidstaten.

Toelichting 9.2 – Overige verplichtingen

Deze post bestaat uit saldi van aangesloten systemen in het eurogebied[55] die via de TARGET-ECB-component aan TARGET zijn gekoppeld. Per 31 december 2024 bedroeg het totaal € 24.482 miljoen (2023: € 20.479 miljoen).

Toelichting 10 – Verplichtingen aan niet-ingezetenen van het eurogebied, luidende in euro

Deze post omvat het volgende:

2024
€ miljoen

2023
€ miljoen

Mutatie
€ miljoen

TARGET-saldi van NCB’s buiten het eurogebied en aangesloten systemen

2.908

3.854

(947)

Als onderpand ontvangen geldmiddelen bij effectenuitleningstransacties

2.062

5.637

(3.575)

Door de ECB geaccepteerde deposito’s in haar rol van fiscaal agent

33.823

12.383

21.440

Liquiditeitsverschaffende swapovereenkomsten

1.067

1.237

(171)

Totaal

39.859

23.111

16.748

Per 31 december 2024 bestond de grootste component van deze post uit deposito’s die door de ECB werden geaccepteerd in haar rol van fiscaal agent voor de Europese Commissie, in verband met het beheer van door de EU opgenomen en verstrekte leningen (zie toelichting 22 ‘Beheer van opgenomen en verstrekte leningen’).

De post omvatte ook TARGET-saldi, bestaande uit saldi van NCB’s buiten het eurogebied ten opzichte van de ECB (zie ‘Saldi binnen het ESCB/saldi binnen het Eurosysteem’ in Paragraaf 2.3 ‘Grondslagen voor de financiële verslaggeving’) en saldi van de buiten het eurogebied aangesloten systemen die via de TARGET-ECB-component aan TARGET zijn gekoppeld.

Daarnaast omvatte deze post saldi uit hoofde van uitstaande PSPP- en publieke PEPP-effectenuitleningstransacties met kredietinstellingen buiten het eurogebied. De als zekerheid ontvangen geldmiddelen werden overgeboekt naar TARGET-rekeningen. Aangezien deze aan het einde van het jaar nog onbelegd waren, werden deze transacties op de balans verwerkt (zie onder ‘Transacties met wederinkoop’ in Paragraaf 2.3 ‘Grondslagen voor de financiële verslaggeving’ en toelichting 18 ‘Programma’s voor effectenuitlening’).

Het restant van deze post omvatte een saldo dat voortvloeit uit de permanente wederzijdse valutaregeling met het Federal Reserve System. In het kader van deze regeling verstrekt de Federal Reserve Bank of New York door middel van swaptransacties Amerikaanse dollars aan de ECB, met als doel om kortetermijnliquiditeit in Amerikaanse dollars aan tegenpartijen van het Eurosysteem te verstrekken. Tegelijkertijd verricht de ECB back-to-backswaptransacties met NCB's van het eurogebied, die de resulterende middelen aanwenden om met tegenpartijen van het Eurosysteem in Amerikaanse dollars luidende liquiditeitsverschaffende transacties uit te voeren in de vorm van transacties met wederinkoop. De back-to-backswaptransacties resulteren in saldi binnen het Eurosysteem tussen de ECB en de NCB’s van het eurogebied. Bovendien resulteren de door de ECB uitgevoerde swaptransacties met de Federal Reserve Bank of New York en de NCB’s van het eurogebied in termijnvorderingen en -verplichtingen die op buitenbalansrekeningen worden geregistreerd (zie toelichting 21 ‘Valutaswaps en valutatermijntransacties’).

Toelichting 11 – Verplichtingen aan niet-ingezetenen van het eurogebied, luidende in vreemde valuta

Toelichting 11.1 – Deposito’s, tegoeden en overige verplichtingen

Per 31 december 2024 waren er geen saldi op deze post. Eind 2023 bestond deze post uit een verplichting ten opzichte van een niet-ingezetene van het eurogebied ten bedrage van € 24 miljoen in het kader van het beheer van de externe reserves van de ECB.

Toelichting 12 – Vorderingen binnen het Eurosysteem

Toelichting 12.1 – Verplichtingen uit hoofde van de overdracht van externe reserves

Dit zijn de verplichtingen aan de NCB's van het eurogebied uit hoofde van de overdracht van externe reserves aan de ECB wanneer deze NCB’s toetreden tot het Eurosysteem. In overeenstemming met artikel 30.2 van de Statuten van het ESCB worden deze bijdragen vastgesteld naar rato van de aandelen van NCB's in het geplaatste kapitaal van de ECB.

De vijfjaarlijkse aanpassing van de weging van de NCB’s in de kapitaalverdeelsleutel van de ECB, die plaatsvond op 1 januari 2024, resulteerde in een afname van het aandeel van de NCB’s van het eurogebied in het geplaatste kapitaal van de ECB (zie toelichting 16 ‘Kapitaal en reserves’). Dit heeft per 1 januari 2024 geleid tot een afname van deze verplichtingen van € 109 miljoen. Dit bedrag werd daarom terugbetaald aan de NCB's in het eurogebied.

Sinds
1 januari 2024
€ miljoen

Per
31 december 2023
€ miljoen

Nationale Bank van België (België)

1.488

1.470

Deutsche Bundesbank (Duitsland)

10.802

10.635

Eesti Pank (Estland)

121

114

Central Bank of Ireland (Ierland)

884

683

Bank of Greece (Griekenland)

916

998

Banco de España (Spanje)

4.796

4.811

Banque de France (Frankrijk)

8.114

8.240

Hrvatska narodna banka (Kroatië)

314

327

Banca d’Italia (Italië)

6.498

6.854

Central Bank of Cyprus (Cyprus)

89

87

Latvijas Banka (Letland)

157

157

Lietuvos bankas (Litouwen)

239

233

Banque centrale du Luxembourg (Luxemburg)

148

133

Central Bank of Malta (Malta)

52

42

De Nederlandsche Bank (Nederland)

2.396

2.364

Oesterreichische Nationalbank (Oostenrijk)

1.199

1.181

Banco de Portugal (Portugal)

943

944

Banka Slovenije (Slovenië)

200

194

Národná banka Slovenska (Slowakije)

466

462

Suomen Pankki – Finlands Bank (Finland)

737

741

Totaal

40.562

40.671

De vergoeding over deze verplichtingen werd in 2024 op dagelijkse basis bepaald tegen de laatst beschikbare rentevoet die het Eurosysteem hanteert bij zijn tenders voor basisherfinancieringstransacties, gecorrigeerd vanwege een nulrendement op de goudcomponent (zie toelichting 24.3 ‘Remuneratie van vorderingen van NCB's in verband met overgedragen externe reserves’ en toelichting 34 ‘Wijziging in de rentevergoeding van tegoeden binnen het Eurosysteem’).

Toelichting 12.2 – Verplichtingen uit hoofde van TARGET (netto)

Deze post bestond uit de TARGET-saldi van de NCB’s van het eurogebied ten opzichte van de ECB (zie onder ‘Saldi binnen het ESCB/saldi binnen het Eurosysteem’ in Paragraaf 2.3 ‘Grondslagen voor de financiële verslaggeving’).

2024
€ miljoen

2023
€ miljoen

Verschuldigd aan de NCB's van het eurogebied ter zake van TARGET

1.593.185

1.616.387

Te vorderen van de NCB's van het eurogebied ter zake van TARGET

(1.245.111)

(1.212.050)

TARGET-nettoverplichting

348.074

404.336

De daling van de netto TARGET-verplichting was voornamelijk toe te schrijven aan de instroom van kasmiddelen als gevolg van (i) de aflopende effecten in het kader van het APP en het PEPP, die via TARGET-rekeningen werden afgewikkeld en slechts gedeeltelijk werden gecompenseerd door de herinvesteringen in het kader van het PEPP (zie toelichting 4 ‘Effecten uitgegeven door ingezetenen van het eurogebied, luidende in euro’) en (ii) hogere deposito’s die door de ECB werden geaccepteerd in haar rol van fiscaal agent voor de Europese Commissie, in verband met het beheer van door de EU opgenomen en verstrekte leningen (zie toelichting 10 ‘Verplichtingen aan niet-ingezetenen van het eurogebied, luidende in euro’). De invloed van deze factoren werd gedeeltelijk gecompenseerd door de kasuitstroom als gevolg van de rentelasten op de netto TARGET-verplichting van de ECB (zie toelichting 24.5 ‘Nettorentelasten uit de aan/van de NCB’s verschuldigde TARGET-saldi‘).

Met uitzondering van de saldi die voortvloeien uit back-to-backswaptransacties in verband met in Amerikaanse dollars luidende liquiditeitsverschaffende transacties, werd de vergoeding over door de NCB’s van het eurogebied ten opzichte van de ECB aangehouden TARGET-posities in 2024 op dagelijkse basis berekend tegen de laatst beschikbare rentevoet die het Eurosysteem hanteert bij zijn tenders voor basisherfinancieringstransacties (zie toelichting 24.5 ‘Nettorentelasten uit de aan/van de NCB’s verschuldigde TARGET-saldi’ en toelichting 34 ‘Wijziging in de rentevergoeding van tegoeden binnen het Eurosysteem’).

Toelichting 12.3 – Overige verplichtingen binnen het Eurosysteem (netto)

Per 31 december 2024 bedroeg deze post € 40 miljoen (2023: € 40 miljoen). De overige verplichtingen binnen het Eurosysteem bestonden voornamelijk uit deposito’s die door de ECB werden geaccepteerd in haar rol van fiscaal agent voor de Europese Commissie, in verband met het beheer van door de EU opgenomen en verstrekte leningen (zie onder 22 ‘Beheer van opgenomen en verstrekte leningen’).

Toelichting 13 – Overige verplichtingen

Toelichting 13.1 – Herwaarderingsverschillen op instrumenten buiten de balans

Per 31 december 2024 waren er geen saldi op deze post. Eind 2023 bestond deze post bestaat voornamelijk uit de waarderingsveranderingen in de per 31 december 2023 uitstaande valutaswap- en valutatermijntransacties (zie toelichting 21 ‘Valutaswaps en valutatermijntransacties’). Deze waarderingsveranderingen bedroegen € 68 miljoen. Deze zijn het gevolg van de omrekening van dergelijke transacties naar eurobedragen tegen de valutakoers op de balansdatum, vergeleken met de eurobedragen voortvloeiend uit de omrekening van de transacties tegen de gemiddelde kostprijs van de desbetreffende vreemde valuta op die datum (zie onder ‘Niet in de balans opgenomen instrumenten’ en ‘Goud en in vreemde valuta luidende activa en verplichtingen’ in Paragraaf 2.3 ‘Grondslagen voor de financiële verslaggeving’).

Toelichting 13.2 – Overlopende passiva

Deze post omvat het volgende:

2024
€ miljoen

2023
€ miljoen

Mutaties
€ miljoen

Opgebouwde rente op TARGET-saldi verschuldigd aan NCB’s

4.636

6.390

(1.754)

Opgelopen rente op vorderingen van NCB's in verband met aan de ECB overgedragen externe reserves

1.448

1.335

114

Opgebouwde rente op door de ECB geaccepteerde deposito’s in haar rol van fiscaal agent

103

172

(69)

Overige overlopende posten

101

134

(33)

Totaal

6.288

8.030

(1.742)

Per 31 december 2024 waren de twee belangrijkste componenten van deze post de nog te betalen rente aan de NCB’s op TARGET-saldi voor december 2024 (zie toelichting 10 ‘Verplichtingen aan niet-ingezetenen van het eurogebied, luidende in euro’ en toelichting 12.2 ‘Verplichtingen uit hoofde van TARGET (netto)’ en de aan de NCB’s van het eurogebied voor 2024 verschuldigde rente over hun vorderingen in verband met aan de ECB overgedragen externe reserves (zie toelichting 12.1 ‘Verplichtingen uit hoofde van de overdracht van externe reserves’). Deze bedragen zijn in januari 2025 afgewikkeld.

Deze post omvatte ook de nog te betalen opgebouwde rente op door de ECB geaccepteerde deposito’s in haar rol van fiscaal agent (zie onder 9.1 ‘Overheid’, onder 10 ‘Verplichtingen aan niet-ingezetenen van het eurogebied, luidende in euro’ en onder 12.3 ‘Overige verplichtingen binnen het Eurosysteem (netto)’).

De rest van deze post omvatte voornamelijk i) de nog te betalen opgebouwde rente op saldi van aangesloten systemen in het eurogebied die via de TARGET-ECB-component aan TARGET zijn gekoppeld (zie toelichting 9.2 ‘Overige verplichtingen’); en ii) diverse overlopende posten.

Toelichting 13.3 – Diversen

Per 31 december 2024 bedroeg deze post € 1.327 miljoen (2023: € 1.401 miljoen). Het totaal omvatte saldi ten bedrage van € 574 miljoen (2023: € 635 miljoen) in verband met per 31 december 2024 uitstaande valutaswap- en valutatermijntransacties (zie toelichting 21 ‘Valutaswaps en valutatermijntransacties’). Deze saldi houden verband met de omrekening van dergelijke transacties naar eurobedragen tegen de gemiddelde kostprijs van de desbetreffende valuta op de balansdatum, vergeleken met de oorspronkelijk verwerkte eurobedragen van de transacties (zie ‘Niet in de balans opgenomen instrumenten’ in Paragraaf 2.3 ‘Grondslagen voor de financiële verslaggeving’).

Deze post omvatte tevens een leaseverplichting van € 110 miljoen (2023: € 117 miljoen) (zie ‘Leasing’ in Paragraaf 2.3 ‘Grondslagen voor de financiële verslaggeving’).

Daarnaast omvatte deze post de nettoverplichting uit hoofde van DB-regelingen van de ECB in verband met de vergoedingen na uitdiensttreding en overige langetermijnbeloningen van haar personeel[56], de directieleden en de bij de ECB werkzame leden van de Raad van Toezicht.

Vergoedingen na uitdiensttreding en overige langetermijnbeloningen

Balans
De in de balans opgenomen bedragen onder ‘Diversen’ (passiva) met betrekking tot uitkeringen na uitdiensttreding en andere langetermijnpersoneelsbeloningen luiden als volgt:

2024
€ miljoen

2023
€ miljoen

Mede-werkers

Bestuursorganen

Totaal

Mede-werkers

Bestuursorganen

Totaal

Brutoverplichting uit hoofde van DB-regelingen

2.712

37

2.749

2.458

35

2.493

Reële waarde van de fondsbeleggingen

(2.253)

-

(2.253)

(1.983)

-

(1.983)

Nettoverplichting uit hoofde van DB-regelingen onder de post ‘Diversen’ (passiva)

459

37

496

475

35

510

Toelichting: In de kolommen ‘Bestuursorganen’ worden bedragen met betrekking tot zowel de directie als de Raad van Toezicht weergegeven.

In 2024 omvatte de brutoverplichting (contante waarde) uit hoofde van DB-regelingen ten behoeve van de medewerkers ten bedrage van € 2.712 miljoen (2023: € 2.458 miljoen) niet-kapitaalgedekte verplichtingen ten bedrage van € 293 miljoen (2023: € 278 miljoen) met betrekking tot vergoedingen na uitdiensttreding (anders dan pensioenen) en andere langetermijnbeloningen. De contante waarde van de brutoverplichting uit hoofde van DB-regelingen ten behoeve van de directieleden en de leden van de Raad van Toezicht van € 37 miljoen (2023: € 35 miljoen) betreft uitsluitend niet door kapitaal gedekte regelingen voor vergoedingen na uitdiensttreding en andere langetermijnbeloningen.

Herberekeningen betreffende de nettoverplichting van de ECB uit hoofde van DB-regelingen voor vergoedingen na uitdiensttreding worden in de balans opgenomen onder ‘Herwaarderingsrekeningen’. In 2024 beliepen de herberekeningswinsten onder die post € 416 miljoen (2023: € 238 miljoen) (zie toelichting 15 ‘Herwaarderingsrekeningen’).

Mutaties in de brutoverplichting uit hoofde van DB-regelingen, fondsbeleggingen en herberekeningsresultaten
De mutaties in de contante waarde van de brutoverplichting uit hoofde van DB-regelingen luidden als volgt:

2024
€ miljoen

2023
€ miljoen

Mede-werkers

Bestuurs-organen

Totaal

Mede-werkers

Bestuurs-organen

Totaal

Beginsaldo brutoverplichting

2.458

35

2.493

1.947

31

1.978

Aan het dienstjaar toegerekende kosten

121

3

123

101

2

103

Kosten van verstreken diensttijd

119

1

120

-

-

-

Rentekosten brutoverplichting

85

1

86

77

1

79

Bijdragen deelnemers1

38

0

38

36

0

36

Betaalde uitkeringen

(31)

(3)

(34)

(30)

(3)

(33)

Herberekenings(winst)/-verlies

(77)

0

(77)

327

4

331

Eindsaldo brutoverplichting

2.712

37

2.749

2.458

35

2.493

Toelichting: In de kolommen ‘Bestuursorganen’ worden bedragen met betrekking tot zowel de directie als de Raad van Toezicht weergegeven.
1) Het totaal omvat verplichte bijdragen en overdrachten naar of uit de regelingen. De door medewerkers betaalde verplichte bijdrage bedraagt 7,4%, terwijl die van de ECB 20,7% van het basissalaris bedraagt.

De pensioenkosten van verstreken diensttijd in 2024 hadden betrekking op de huidige premiebetalers en gepensioneerden en vloeiden voort uit een wijziging van de regels voor de pensioenregelingen van de ECB in 2024, volgens welke de jaarlijkse verhoging van de pensioenen vanaf 2026 in overeenstemming wordt gebracht met de jaarlijkse algemene salarisaanpassingen voor ECB-personeelsleden.

De herberekeningswinsten op de verplichting uit hoofde van DB-regelingen in 2024 waren hoofdzakelijk het gevolg van de stijging van de voor de actuariële waardering gehanteerde disconteringsvoet van 3,4% in 2023 naar 3,6% in 2024 en van de verandering in demografische veronderstellingen.

Het mutatieoverzicht van de reële waarde van de fondsbeleggingen ter dekking van toegezegde (pensioen)uitkeringen aan medewerkers luidde als volgt:

2024
€ miljoen

2023
€ miljoen

Beginsaldo reële waarde van de fondsbeleggingen

1.983

1.638

Rentebaten fondsbeleggingen

69

66

Herberekeningswinst

104

189

Bijdragen werkgever

81

75

Bijdragen deelnemers

38

36

Betaalde uitkeringen

(21)

(20)

Eindsaldo reële waarde van de fondsbeleggingen

2.253

1.983

De herberekeningswinst op de fondsbeleggingen in 2024 is het gevolg van het feit dat het werkelijke rendement op de fondsbeleggingen hoger was dan de verwachte rentebaten uit de beleggingen (op basis van een veronderstelde disconteringsvoet van 3,4%).

Het mutatieoverzicht van de herberekeningsresultaten luidde als volgt:

2024
€ miljoen 

2023
€ miljoen

Beginsaldo herberekeningswinst

238

369

Bijdragen van tot het Eurosysteem toetredende nationale centrale banken1

-

3

Winst op de fondsbeleggingen

104

189

Winst/(verlies) op de brutoverplichting

77

(331)

(Winst)/verlies opgenomen in de winst-en-verliesrekening

(2)

8

Eindsaldo herberekeningswinst opgenomen onder ‘Herwaarderingsrekeningen’

416

238

1) Bij de invoering van de gemeenschappelijke munt door Kroatië droeg Hrvatska narodna banka per 31 december 2022 bij aan de saldi van alle herwaarderingsrekeningen van de ECB, waaronder ook de per die datum uitstaande herberekeningswinst.

Winst-en-verliesrekening
De in de winst-en-verliesrekening opgenomen bedragen luidden als volgt:

2024
€ miljoen

2023
€ miljoen

Medewerkers

Bestuursorganen

Totaal

Medewerkers

Bestuursorganen

Totaal

Aan het dienstjaar toegerekende kosten

121

3

123

101

2

103

Kosten van verstreken diensttijd

119

1

120

-

-

-

Nettorente over de nettoverplichting uit hoofde van DB-regelingen

16

1

17

12

1

13

- Rentekosten brutoverplichting

85

1

86

77

1

79

- Rentebaten fondsbeleggingen

(69)

-

(69)

(66)

-

(66)

Herberekenings(winsten)/-verliezen op overige langetermijnbeloningen

(2)

0

(2)

8

(0)

8

Totaalbedrag opgenomen onder ‘Personeelskosten’

253

5

258

121

3

124

Toelichting: In de kolom ‘Bestuursorganen’ worden bedragen met betrekking tot zowel de directie als de Raad van Toezicht weergegeven.

De in de winst-en-verliesrekening opgenomen bedragen voor de aan het dienstjaar toegerekende pensioenkosten, rentekosten op de verplichting en rentebaten uit fondsbeleggingen, worden geraamd aan de hand van de percentages die in het voorgaande jaar werden toegepast. De voor de actuariële waardering gehanteerde disconteringsvoet daalde van 3,9% in 2022 tot 3,4% in 2023, wat in 2024 tot hogere aan het dienstjaar toegerekende kosten heeft geleid. De rentelasten op de verplichting en de rentebaten op de fondsbeleggingen stegen eveneens doordat het effect van de lagere disconteringsvoet door hogere saldi werd gecompenseerd.

De kosten van verstreken diensttijd in verband met de gewijzigde regels van de pensioenregelingen voor de ECB in 2024 zijn volledig opgenomen in de winst- en verliesrekening van het jaar waarin het besluit tot wijziging werd genomen.

Belangrijke veronderstellingen
Bij de totstandkoming van de waarderingen waarnaar in deze toelichting wordt verwezen, hebben de onafhankelijke actuarissen veronderstellingen gehanteerd die door de directie zijn goedgekeurd ten behoeve van de administratieve verwerking en de vermelding in de toelichting. De belangrijkste veronderstellingen die zijn gehanteerd voor het berekenen van de verplichting uit hoofde van vergoedingen na uitdiensttreding en andere langetermijnbeloningen luidden als volgt:

2024
%

2023
%

Disconteringsvoet

3,60

3,40

Verwacht rendement op de fondsbeleggingen1

4,60

5,30

Toekomstige algemene salarisverhogingen2

2,00

2,00

Toekomstige pensioenverhogingen3

2,00

1,70

1) Deze veronderstellingen zijn gebruikt voor de berekening van het deel van de brutoverplichting uit hoofde van DB-regelingen van de ECB dat wordt gedekt door activa met een onderliggende kapitaalgarantie.
2) Daarnaast is rekening gehouden met verwachte individuele salarisverhogingen van maximaal 1,8% per jaar, afhankelijk van de leeftijd van de deelnemers aan de regeling.
3) Volgens de bepalingen van de pensioenregeling van de ECB worden de pensioenen jaarlijks verhoogd. Deze regels zijn in 2024 gewijzigd en met ingang van 2026 is de jaarlijkse verhoging van de pensioenen in overeenstemming gebracht met de jaarlijkse algemene salarisaanpassingen voor ECB-personeelsleden. Voor deze wijziging was de jaarlijkse verhoging van de pensioenen ook gekoppeld aan de algemene salarisaanpassing, maar golden aanvullende voorwaarden.

Toelichting 14 – Voorzieningen

Toelichting 14.1 – Overige voorzieningen

Per 31 december 2024 omvatte deze post administratieve voorzieningen voor een bedrag van € 72 miljoen (2023: € 67 miljoen).

Toelichting 15 – Herwaarderingsrekeningen

Deze post bestaat voornamelijk uit de herwaarderingssaldi uit hoofde van de positieve ongerealiseerde resultaten uit activa, verplichtingen en buiten de balans verantwoorde instrumenten (zie onder Goud en in vreemde valuta luidende activa en verplichtingen’, ‘Effecten’, ‘Resultaatbepaling’ en ‘Niet in de balans opgenomen instrumenten’ in Paragraaf 2.3 ‘Grondslagen voor de financiële verslaggeving’). Deze post omvat tevens herberekeningen van de nettoverplichting van de ECB voor vergoedingen na uitdiensttreding (zie onder ‘Vergoedingen na uitdiensttreding en overige langetermijnbeloningen’ in Paragraaf 2.3 ‘Grondslagen voor de financiële verslaggeving’ en toelichting 13.3 ‘Diversen’).

2024
€ miljoen

2023
€ miljoen

Mutatie
€ miljoen

Goud

37.097

26.622

10.476

Vreemde valuta

12.819

9.842

2.976

- Amerikaanse dollar

12.717

9.624

3.093

- Japanse yen

-

206

(206)

- Chinese renminbi

30

9

21

– SDR’s

72

4

68

- Overige

0

0

0

Effecten en andere instrumenten

320

397

(77)

Nettoverplichting voor toegezegde vergoedingen na uitdiensttreding

416

238

179

Totaal

50.653

37.099

13.554

De herwaarderingsrekeningen namen in 2024 in omvang toe, voornamelijk als gevolg van de stijging van de marktprijs van goud uitgedrukt in euro’s. Ook de herwaarderingsrekeningen met betrekking tot vreemde valuta namen in omvang toe, voornamelijk door de waardestijging van de Amerikaanse dollar ten opzichte van de euro.

Voor de herwaardering per jaareinde zijn de onderstaande wisselkoersen en goudprijs gebruikt:

Wisselkoers/goudprijs

2024

2023

Amerikaanse dollars per euro

1,0389

1,1050

Japanse yen per euro

163,06

156,33

Chinese renminbi per euro

7,5833

7,8509

Euro per SDR

1,2544

1,2157

Euro per fine ounce goud

2.511,069

1.867,828

Toelichting 16 – Kapitaal en reserves

Toelichting 16.1 – Kapitaal

Kapitaalverdeelsleutel gewijzigd
Op grond van artikel 29 van de statuten van het ESCB wordt de weging van de NCB’ s in de verdeelsleutel voor de inschrijving op het kapitaal van de ECB iedere vijf jaar aangepast.[57] Op 1 januari 2024 gebeurde dat voor de vijfde maal sinds de oprichting van de ECB.

Het gestorte kapitaal van de ECB
Het volgestorte kapitaal van de ECB is op 1 januari 2024 met € 23 miljoen afgenomen. Dit is het gevolg van de totale afname van de weging van de gezamenlijke NCB's in het eurogebied (die hun aandeel in het kapitaal van € 10.825 miljoen van de ECB volstorten) in de kapitaalverdeelsleutel van de ECB met 0,2200 procentpunt, en de overeenkomstige toename van de weging van de NCB's buiten het eurogebied (die slechts 3,75% van hun bijdragen volstorten).

Onderstaande tabel toont de wijzigingen in de kapitaalverdeelsleutel, het geplaatste kapitaal en het gestorte kapitaal:

Sinds 1 januari 2024

Op 31 december 2023

Kapitaalver-deelsleutel
(in %)

Geplaatst kapitaal
€ miljoen

Gestort kapitaal
€ miljoen

Kapitaalver-deelsleutel
(in %)

Geplaatst kapitaal
€ miljoen

Gestort kapitaal
€ miljoen

Nationale Bank van België (België)

3,0005

325

325

2,9630

321

321

Deutsche Bundesbank (Duitsland)

21,7749

2.357

2.357

21,4394

2.321

2.321

Eesti Pank (Estland)

0,2437

26

26

0,2291

25

25

Central Bank of Ireland (Ierland)

1,7811

193

193

1,3772

149

149

Bank of Greece (Griekenland)

1,8474

200

200

2,0117

218

218

Banco de España (Spanje)

9,6690

1.047

1.047

9,6981

1.050

1.050

Banque de France (Frankrijk)

16,3575

1.771

1.771

16,6108

1.798

1.798

Hrvatska narodna banka (Kroatië)

0,6329

69

69

0,6595

71

71

Banca d’Italia (Italië)

13,0993

1.418

1.418

13,8165

1.496

1.496

Central Bank of Cyprus (Cyprus)

0,1802

20

20

0,1750

19

19

Latvijas Banka (Letland)

0,3169

34

34

0,3169

34

34

Lietuvos bankas (Litouwen)

0,4826

52

52

0,4707

51

51

Banque centrale du Luxembourg (Luxemburg)

0,2976

32

32

0,2679

29

29

Central Bank of Malta (Malta)

0,1053

11

11

0,0853

9

9

De Nederlandsche Bank
(Nederland)

4,8306

523

523

4,7662

516

516

Oesterreichische Nationalbank (Oostenrijk)

2,4175

262

262

2,3804

258

258

Banco de Portugal (Portugal)

1,9014

206

206

1,9035

206

206

Banka Slovenije (Slovenië)

0,4041

44

44

0,3916

42

42

Národná banka Slovenska (Slowakije)

0,9403

102

102

0,9314

101

101

Suomen Pankki – Finlands Bank (Finland)

1,4853

161

161

1,4939

162

162

Subtotaal NCB's in het eurogebied

81,7681

8.851

8.851

81,9881

8.875

8.875

Българска народна банка
(Nationale Bank van Bulgarije) (Bulgarije)

0,9783

106

4

0,9832

106

4

Česká národní banka (Tsjechië)

1,9623

212

8

1,8794

203

8

Danmarks Nationalbank (Denemarken)

1,7797

193

7

1,7591

190

7

Magyar Nemzeti Bank (Hongarije)

1,5819

171

6

1,5488

168

6

Narodowy Bank Polski (Polen)

6,0968

660

25

6,0335

653

24

Banca Naţională a României (Roemenië)

2,8888

313

12

2,8289

306

11

Sveriges Riksbank (Zweden)

2,9441

319

12

2,9790

322

12

Subtotaal NCB's buiten het eurogebied

18,2319

1.974

74

18,0119

1.950

73

Totaal

100,0000

10.825

8.925

100,0000

10.825

8.948

De NCB's van het eurogebied hebben hun aandeel in het geplaatste kapitaal volgestort.

De NCB's buiten het eurogebied moeten 3,75% van hun aandeel in het geplaatste kapitaal van de ECB storten als bijdrage in de operationele kosten van de ECB. NCB's die niet tot het eurogebied behoren, hebben geen recht op een aandeel in de te verdelen winst van de ECB; evenmin hoeven zij eventuele verliezen van de ECB te dekken.

Toelichting 17 - Overgedragen geaccumuleerde verliezen

Per 31 december 2024 bedroeg deze post € 1.266 miljoen (2023: nul). De post omvatte het verlies van de ECB over 2023. Dat verlies is bij besluit van de Raad van Bestuur op de balans van de ECB opgenomen en wordt verrekend met toekomstige winsten.

2.5 Niet in de balans opgenomen instrumenten

Toelichting 18 – Programma’s voor effectenuitlening

Voor het beheer van haar eigenmiddelenportefeuille beschikt de ECB onder andere over een effectenuitleningsprogramma. Daartoe heeft de ECB een overeenkomst met een gespecialiseerde instelling gesloten die namens de ECB effectenuitleningstransacties verricht. Daarnaast heeft de ECB, in overeenstemming met besluiten van de Raad van Bestuur, voor monetairbeleidsdoeleinden aangehouden effecten beschikbaar gesteld voor uitleningstransacties.[58]

Afhankelijk van het ontvangen onderpand worden effectenuitleningstransacties opgenomen in (i) niet op de balans opgenomen rekeningen, bij transacties tegen onderpand van effecten, of (ii) op de balans opgenomen rekeningen, wanneer de transacties worden uitgevoerd tegen geldmiddelen die aan het einde van het jaar nog niet zijn belegd (zie toelichting 8 'Overige verplichtingen aan kredietinstellingen in het eurogebied, luidende in euro' en toelichting 10 'Verplichtingen aan niet-ingezetenen van het eurogebied, luidende in euro').

De marktwaarde van de uitgeleende effecten en het bijbehorende onderpand was als volgt:

2024
€ miljoen

2023
€ miljoen

Tegen onderpand van effecten uitgeleende effecten1

(37.393)

(32.791)

waarvan onderpand met betrekking tot voor monetairbeleidsdoeleinden aangehouden effecten

(28.585)

(26.577)

Tegen onderpand van geldmiddelen uitgeleende effecten

(4.273)

(10.088)

waarvan onderpand met betrekking tot voor monetairbeleidsdoeleinden aangehouden effecten

(4.273)

(10.088)

Marktwaarde uitgeleende effecten

(41.666)

(42.879)

Onderpand in de vorm van effecten1

38.970

34.042

waarvan onderpand met betrekking tot voor monetairbeleidsdoeleinden aangehouden effecten

29.761

27.651

Onderpand in de vorm van geldmiddelen2

4.450

10.336

waarvan onderpand met betrekking tot voor monetairbeleidsdoeleinden aangehouden effecten

4.450

10.336

Marktwaarde van onderpand

43.420

44.379

1) Dit bedrag is geboekt op rekeningen buiten de balanstelling.
2) Dit bedrag is in de balans opgenomen onder 'Overige verplichtingen aan kredietinstellingen in het eurogebied, luidende in euro' en 'Verplichtingen aan niet-ingezetenen van het eurogebied, luidende in euro'.

Toelichting 19 – Rentefutures

De volgende transacties, omgerekend tegen valutakoersen per jaareinde, stonden ultimo jaar uit:

Rentefutures in vreemde valuta

2024
Contractwaarde
€ miljoen

2023
Contractwaarde
€ miljoen

Mutatie
€ miljoen

Aankopen

382

2.207

(1.825)

Verkopen

734

4.142

(3.408)

Deze transacties werden verricht in het kader van het beheer van de externe reserves van de ECB.

Toelichting 20 – Termijntransacties in effecten

Per 31 december 2024 waren er geen uitstaande termijntransacties in effecten. Per ultimo 2023 daarentegen stonden termijnaankopen en -verkopen van effecten uit, beide ten bedrage van € 45 miljoen, omgerekend tegen valutakoersen per jaareinde:

Termijntransacties in effecten

2024
€ miljoen

2023
€ miljoen

Mutatie
€ miljoen

Aankopen

-

45

(45)

Verkopen

-

45

(45)

Deze transacties werden verricht in het kader van het beheer van de externe reserves van de ECB.

Toelichting 21 – Valutaswaps en valutatermijntransacties

Beheer van de externe reserves
In het kader van het beheer van de externe reserves van de ECB werden valutaswap- en valutatermijntransacties verricht. De volgende, uit deze transacties resulterende vorderingen en verplichtingen, omgerekend tegen valutakoersen per jaareinde, stonden ultimo jaar uit:

Valutaswaps en valutatermijntransacties

2024
€ miljoen

2023
€ miljoen

Mutatie
€ miljoen

Vorderingen

2.873

2.778

96

Verplichtingen

2.742

2.901

(159)

Liquiditeitsverschaffende swapovereenkomsten
De ECB maakt deel uit van een netwerk van swapovereenkomsten tussen centrale banken en heeft wederzijdse swapovereenkomsten gesloten met de Bank of Canada, de Bank of England, de Bank of Japan, het Federal Reserve System en de Zwitserse centrale bank. Ze heeft ook een wederzijdse swaplijn met de People’s Bank of China. Middels deze swapovereenkomsten kan (i) liquiditeit worden verstrekt aan banken van het eurogebied in alle valuta's van de centrale banken hierboven, of (ii) liquiditeit in euro worden verstrekt aan financiële instellingen in de rechtsgebieden van de bovenstaande centrale banken. Verder zijn swapovereenkomsten gesloten met Danmarks Nationalbank en Sveriges Riksbank voor de verstrekking van liquiditeit in euro aan financiële instellingen in hun rechtsgebieden. Doel van deze overeenkomsten is spanningen op de internationale financieringsmarkten te verlichten en de risico’s van negatieve feedbackloops tot een minimum te beperken.[59]

In verband met de verstrekking van liquiditeit in Amerikaanse dollars aan tegenpartijen van het Eurosysteem was er sprake van in Amerikaanse dollars luidende vorderingen en verplichtingen met een vervaldatum in 2025 (zie toelichting 10, ‘Verplichtingen aan niet-ingezetenen van het eurogebied, luidende in euro’).

Toelichting 22 – Beheer van opgenomen en verstrekte leningen

Ook in 2024 was de ECB verantwoordelijk voor het beheer van de rekeningen en de verwerking van betalingen in verband met de krediettransacties van de EU in het kader van de faciliteit voor financiële ondersteuning op middellange termijn, het Europees financieel stabilisatiemechanisme en de leningsovereenkomst voor Griekenland.

Vanwege de coronapandemie verstrekte de EU leningen aan de lidstaten krachtens het instrument voor tijdelijke steun om het risico op werkloosheid in noodsituaties te beperken (support to mitigate unemployment risks in an emergency – SURE). De beschikbaarheid van dit instrument eindigde op 31 december 2022, maar de uitgiften in dit kader bestonden uit obligaties met een looptijd van 5 tot 30 jaar.

In 2024 bleef de EU ook financiering in de vorm van niet-terugbetaalbare financiële ondersteuning en steunkrediet aan lidstaten verstrekken in het kader van het Next Generation EU-programma (NGEU), dat is opgezet om het economisch herstel in de EU te ondersteunen en de groene en digitale transitie van de economie van de Unie te faciliteren. De EU verleende in 2024 tevens steun aan Oekraïne, in de vorm van leningen in het kader van de nieuwe verordening betreffende de faciliteit voor Oekraïne, waaronder uitzonderlijke overbruggingsfinanciering, alsook aan de Arabische Republiek Egypte, in de vorm van macrofinanciële bijstand op korte termijn. De ECB ondersteunde de Europese Commissie bij het beheer van de met deze instrumenten gemoeide werkzaamheden.

Bovendien treedt de ECB op als uitbetalende instantie voor de Europese Commissie met betrekking tot de nieuwe EU-uitgiftedienst, die in januari 2024 van start is gegaan.

In 2024 heeft de ECB betalingen in verband met alle bovengenoemde transacties verwerkt.

Toelichting 23 – Voorwaardelijke verplichtingen uit hoofde van lopende rechtsgedingen

Tegen de ECB zijn rechtszaken aangespannen met betrekking tot de uitoefening van haar toezichthoudende taken ten aanzien van Banca Carige S.p.A. (Banca Carige). In twee van deze rechtszaken vorderen aandeelhouders van Banca Carige een financiële vergoeding van de ECB voor de schade die zij stellen te hebben geleden als gevolg van handelingen van de ECB, zowel vermeende nalatigheid als schadelijke handelingen, in verband met de uitoefening van haar toezichthoudende taken ten aanzien van Banca Carige. Een van deze twee zaken werd in eerste aanleg door de ECB gewonnen. De tegenpartij heeft tegen de beslissing van het Gerecht van de EU beroep ingesteld, dat momenteel in behandeling is bij het Hof van Justitie. De andere rechtszaak is nog in behandeling bij het Gerecht. Bij de uitspraak in deze zaak zal onder meer rekening worden gehouden met de uiteindelijke uitkomst van andere, verwante zaken. In één van die zaken heeft het Gerecht van de EU in zijn arrest van 12 oktober 2022 geoordeeld dat het besluit van de ECB om Banca Carige onder tijdelijk bewind te plaatsen, naar Italiaans recht een passende rechtsgrondslag miste. Het Gerecht heeft het besluit van de ECB om Banca Carige onder tijdelijk bewind te plaatsen en de eerste verlenging van de duur van het tijdelijk bewind in 2019 dan ook nietig verklaard. De ECB heeft tegen het arrest van het Gerecht echter beroep ingesteld bij het Hof van Justitie van de EU, dat het arrest nog kan vernietigen. Bovendien worden nog twee andere ECB-besluiten tot verlenging van het tijdelijk bewind momenteel aangevochten in het kader van een beroep tot nietigverklaring, dat nog loopt.

2.6 Toelichting op de winst- en verliesrekening

Toelichting 24 – Nettorentebaten/(-lasten)

2024
€ miljoen

2023
€ miljoen

Mutatie
€ miljoen

Externe reserves

2.537

2.382

155

Voor monetairbeleidsdoeleinden aangehouden effecten

3.850

3.467

383

Voor monetairbeleidsdoeleinden aangehouden effecten

32

67

(35)

Vorderingen uit hoofde van de toedeling van eurobankbiljetten binnen het Eurosysteem

5.232

4.817

415

Door NCB’s verschuldigde TARGET-saldi

54.542

52.363

2.179

Eigen vermogen (own funds)

703

625

77

Overige

3

2

0

Totaal rentebaten

66.898

63.723

3.175

Externe reserves

(0)

-

(0)

Voor monetairbeleidsdoeleinden aangehouden effecten1

(137)

(374)

238

Vorderingen van NCB's in verband met overgedragen externe reserves

(1.448)

(1.335)

(114)

Aan NCB’s verschuldigde TARGET-saldi

(70.216)

(66.598)

(3.618)

Door de ECB geaccepteerde deposito’s in haar rol van fiscaal agent

(1.219)

(1.953)

734

Overige

(861)

(655)

(206)

Totaal rentelasten

(73.881)

(70.916)

(2.965)

Nettorentelasten

(6.983)

(7.193)

210

1) Deze post is inclusief de rentelasten op de als onderpand ontvangen geldmiddelen.

Toelichting 24.1 – Nettorentebaten uit deviezenreserves

De nettorentebaten of -lasten in verband met de deviezenreserves van de ECB worden hieronder per type instrument weergegeven:

2024
€ miljoen

2023
€ miljoen

Mutatie
€ miljoen

Rekeningen-courant

85

82

3

Geldmarktdeposito’s

149

129

20

Repo’s

(0)

-

(0)

Omgekeerde repo’s

225

271

(46)

Effecten

1.936

1.745

191

Valutaswaps en valutatermijntransacties

142

155

(13)

Nettorentebaten uit deviezenreserves

2.537

2.382

155

De nettorentebaten of -lasten in verband met de deviezenreserves van de ECB worden hieronder per valuta weergegeven:

2024
€ miljoen

2023
€ miljoen

Mutatie
€ miljoen

Amerikaanse dollar

2.434

2.298

136

Japanse yen

9

(2)

11

Chinese renminbi

12

13

(1)

SDR's

83

73

10

Nettorentebaten uit deviezenreserves

2.537

2.382

155

Toelichting 24.2 – Rentebaten uit vorderingen vanwege de toedeling van eurobankbiljetten binnen het Eurosysteem

In 2024 bedroegen de rentebaten uit het ECB-aandeel van 8% van de totale waarde van de eurobankbiljetten in omloop (zie ‘Bankbiljetten in omloop’ in Paragraaf 2.3 ‘Grondslagen voor de financiële verslaggeving’ en toelichting 5.1 ‘Vorderingen uit hoofde van de toedeling van eurobankbiljetten binnen het Eurosysteem’) € 5.232 miljoen, tegenover € 4.817 miljoen in 2023. De stijging was het gevolg van de hogere gemiddelde rente op de basisherfinancieringstransacties ten opzichte van het voorgaande jaar (2024: 4,1%, 2023: 3,8%).

Toelichting 24.3 – Remuneratie van vorderingen van NCB's in verband met overgedragen externe reserves

In 2024 bedroeg de rentevergoeding op de vorderingen van de nationale centrale banken van het eurogebied in verband met de aan de ECB overgedragen externe reserves (zie toelichting 12.1 'Verplichtingen uit hoofde van de overdracht van externe reserves') € 1.448 miljoen (2023: € 1.335 miljoen). De stijging was het gevolg van de hogere gemiddelde rente op de basisherfinancieringstransacties ten opzichte van het voorgaande jaar (2024: 4,1%, 2023: 3,8%).

Toelichting 24.4 – Nettorentebaten uit voor monetairbeleidsdoeleinden aangehouden effecten

De nettorentebaten uit voor monetairbeleidsdoeleinden aangehouden effecten luidden als volgt:

2024
€ miljoen

2023
€ miljoen

Mutatie
€ miljoen

SMP1

24

49

(24)

APP

CBPP3

178

179

(1)

ABSPP

419

642

(223)

PSPP – door overheden/overheidsinstellingen uitgegeven schuldbewijzen

2.022

1.997

25

Totaal APP

2.619

2.818

(199)

PEPP

PEPP – gedekte obligaties

6

4

2

PEPP – door overheden/overheidsinstellingen uitgegeven schuldbewijzen

1.201

597

604

Totaal PEPP

1.206

600

606

Nettorentebaten uit voor monetairbeleidsdoeleinden aangehouden effecten

3.850

3.467

383

1) De nettorentebaten van de ECB in verband met de in het kader van het SMP aangehouden Griekse staatsobligaties bedroegen € 18 miljoen (2023: € 31 miljoen).

Toelichting 24.5 – Nettorentelasten uit van/aan NCB’s verschuldigde TARGET-saldi

Nettorentebaten/(lasten) uit van/aan NCB’s verschuldigde TARGET-saldi luidden als volgt:

2024
€ miljoen

2023
€ miljoen

Mutatie
€ miljoen

Rentebaten uit van NCB’s verschuldigde TARGET-saldi

54.542

52.363

2.179

- NCB's van het eurogebied

54.542

52.363

2.179

Rentelasten uit aan NCB’s verschuldigde TARGET-saldi

(70.216)

(66.598)

(3.618)

- NCB's van het eurogebied

(70.150)

(66.534)

(3.615)

- NCB’s van buiten het eurogebied

(66)

(64)

(2)

Nettorentelasten uit van/aan NCB’s verschuldigde TARGET-saldi

(15.674)

(14.236)

(1.439)

De stijging was voornamelijk het gevolg van de hogere gemiddelde rente op de basisherfinancieringstransacties dan in 2023 (2024: 4,1%, 2023: 3,8%).

Toelichting 25 – Gerealiseerde winsten/(verliezen) uit financiële transacties

De gerealiseerde winsten/verliezen uit financiële transacties luidden als volgt:

2024
€ miljoen

2023
€ miljoen

Mutatie
€ miljoen

Gerealiseerde koersverliezen (netto)

(53)

(117)

63

Gerealiseerde valutakoers- en goudprijswinsten (netto)

36

11

26

Gerealiseerde nettoverliezen uit financiële transacties

(17)

(106)

89

De gerealiseerde nettokoersverliezen omvatten gerealiseerde winsten en verliezen op effecten en rentefutures. De gerealiseerde nettokoersverliezen in 2024 waren voornamelijk het gevolg van de boekhoudkundige behandeling van de afschrijving van agio’s en disagio’s in verband met terugbetalingen van effecten aangehouden in het kader van het ABSPP[60]. De gerealiseerde nettokoersverliezen werden deels gecompenseerd door gerealiseerde nettovalutakoerswinsten, die grotendeels het gevolg waren van de afwaarderingen per jaareinde van een aantal in Amerikaanse dollars luidende waardepapieren.

In de volgende tabel zijn de gerealiseerde winsten en verliezen uit financiële transacties per valuta en per kwartaal weergegeven:

2024
€ miljoen

2023
€ miljoen

I

II

III

IV

Totaal

I

II

III

IV

Totaal

Gerealiseerde koerswinsten/(-verliezen) (netto)

Amerikaanse dollar

(10)

(23)

38

(13)

(8)

41

22

(64)

(20)

(21)

Japanse yen

(0)

(2)

(0)

(2)

(4)

(5)

4

(1)

(4)

(5)

Chinese renminbi

1

1

3

1

7

0

0

0

(0)

0

euro

(27)

(11)

(3)

(6)

(48)

(42)

(21)

(16)

(12)

(91)

Subtotaal

(36)

(35)

38

(20)

(53)

(5)

4

(81)

(35)

(117)

Gerealiseerde valutakoers- en goudprijswinsten/(verliezen) (netto)

Amerikaanse dollar

(0)

(0)

0

37

37

0

2

1

5

8

Japanse yen

(0)

(0)

(0)

(0)

(1)

2

0

0

0

2

Chinese renminbi

0

(0)

(0)

(0)

(0)

0

(0)

0

(0)

0

Overige

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

Subtotaal

(0)

(0)

0

37

36

2

3

1

5

11

Totaal

(36)

(35)

38

17

(17)

(3)

7

(80)

(30)

(106)

Toelichting 26 – Afwaarderingen van financiële activa en posities

De samenstelling van de afwaarderingen van financiële activa en posities luidde als volgt:

2024
€ miljoen

2023
€ miljoen

Mutatie
€ miljoen

Negatieve ongerealiseerde prijsherwaarderingsresultaten op effecten

(187)

(38)

(150)

Negatieve ongerealiseerde valutakoersresultaten

(81)

-

(81)

Afwaarderingen van financiële activa en posities

(269)

(38)

(231)

De marktwaarde van een aantal effecten, met name in de portefeuille Amerikaanse dollars, is gedaald, hand in hand met een stijging van de desbetreffende yields naar het einde van 2024. Dit resulteerde in negatieve ongerealiseerde prijsherwaarderingsresultaten aan het einde van het jaar.

De negatieve ongerealiseerde valutakoersresultaten zijn het gevolg van de afwaardering van de gemiddelde kostprijs van de door de ECB aangehouden Japanse yen naar hun wisselkoers ultimo 2024. Dit hangt samen met de waardedaling van de Japanse yen ten opzichte van de euro sinds de aankopen werden gedaan.

Toelichting 27 – Nettobaten/(-lasten) uit vergoedingen en provisies

2024
€ miljoen

2023
€ miljoen

Mutatie
€ miljoen

Baten uit vergoedingen en provisies

697

672

24

Lasten m.b.t. vergoedingen en provisies

(22)

(22)

(0)

Nettobaten uit vergoedingen en provisies

674

650

24

De in deze post opgenomen baten omvatten voornamelijk toezichtsvergoedingen. De lasten bestaan hoofdzakelijk uit bewaarvergoedingen.

Baten en lasten in verband met toezichtstaken
De baten in verband met het bankentoezicht bestaan voornamelijk uit de baten uit toezichtsvergoedingen. De ECB brengt bij de onder toezicht staande entiteiten een jaarlijkse vergoeding in rekening ter dekking van haar kosten voor het uitvoeren van de toezichthoudende taken. Op basis van de daadwerkelijke lasten op jaarbasis van de ECB uit hoofde van haar bankentoezichtstaken bedroegen de baten uit toezichtsvergoedingen voor 2024 € 681 miljoen (2023: € 654 miljoen).

Om het bedrag van de te innen toezichtsvergoedingen te bepalen, worden de daadwerkelijk gemaakte kosten op jaarbasis gecorrigeerd voor gerestitueerde bedragen aan en ontvangen bedragen van individuele banken in verband met voorgaande vergoedingsperioden. Er worden ook andere correcties toegepast, onder meer voor ontvangen rente op achterstallige betalingen.[61] Rekening houdend met een correctie voor ontvangen rente op achterstallige betalingen en nettoterugbetalingen aan individuele banken voor eerdere vergoedingsperioden, komen de in rekening te brengen jaarlijkse toezichtsvergoedingen bij onder toezicht staande entiteiten voor de vergoedingsperiode 2024 uit op nagenoeg hetzelfde bedrag als de daadwerkelijke kosten op jaarbasis van € 681 miljoen[62] (zie toelichting 6.4 ‘Overlopende activa’). De individuele toezichtsvergoedingen worden in het tweede kwartaal van 2025 gefactureerd.[63]

De ECB is tevens bevoegd onder toezicht staande entiteiten administratieve sancties op te leggen in verband met het niet-naleven van de toepasselijke EU-bankwetgeving inzake de prudentiële vereisten (met inbegrip van toezichtsbesluiten van de ECB). Bij de berekening van de jaarlijkse toezichtsvergoedingen wordt geen rekening gehouden met de baten uit zulke sancties, noch met de terugbetalingen van dergelijke sanctiegelden indien eerdere sanctiebesluiten worden gewijzigd of nietig verklaard. In plaats daarvan worden de desbetreffende bedragen in de winst-en-verliesrekening van de ECB opgenomen. In 2024 bedroegen de baten in verband met aan onder toezicht staande entiteiten opgelegde sancties € 16 miljoen (2023:€ 18 miljoen).

De baten van de ECB in verband met toezichtstaken waren als volgt samengesteld:

2024
€ miljoen

2023
€ miljoen

Mutatie
€ miljoen

Baten uit toezichtsvergoedingen

681

654

27

Baten uit vergoedingen met betrekking tot belangrijke entiteiten of belangrijke groepen

651

626

25

Baten uit vergoedingen met betrekking tot minder belangrijke entiteiten of minder belangrijke groepen

29

27

2

Opgelegde administratieve sancties

16

18

(2)

Baten in verband met bankentoezichtstaken

696

671

25

De met het bankentoezicht samenhangende lasten vloeien voort uit het directe toezicht op belangrijke entiteiten, het oversight op het toezicht op minder belangrijke entiteiten en het verrichten van horizontale taken en gespecialiseerde diensten. Hieronder vallen de directe kosten van het bankentoezicht van de ECB en de relevante kosten voor de dienstverlening door ondersteunende functies die noodzakelijk is voor de uitvoering van de toezichtstaken van de ECB, waaronder diensten op het gebied van huisvesting en facilitair beheer, human resources, IT, juridische zaken, audit en administratie, communicatie en vertaling, en overige activiteiten.

De werkelijke kosten van de toezichtstaken van de ECB, die via de jaarlijkse toezichtsvergoedingen voor 2024 worden doorberekend, bedroegen € 681 miljoen (2023: € 654 miljoen). Niet alleen de inflatie droeg bij aan de algehele stijging van deze kosten, maar ook de intensivering van toezichtsinitiatieven naast de hogere kosten in verband met de voortdurende ontwikkelingen en verbeteringen van de IT-systemen voor het bankentoezicht.

Toelichting 28 – Baten uit aandelen en deelnemingen

Deze post omvat het dividend van € 1 miljoen in 2024 (2023: € 1 miljoen) dat werd ontvangen op de aandelen van de ECB in de BIB (zie toelichting 6.2 ‘Overige financiële activa’).

Toelichting 29 – Overige baten

In 2024 bedroegen de overige diverse baten € 119 miljoen (2023: € 72 miljoen). Het totaal kwam voornamelijk tot stand uit bijdragen van de deelnemende NCB’s aan de door de ECB gemaakte kosten in verband met ESCB-projecten en operationele diensten.

Toelichting 30 – Personeelskosten

De samenstelling van de personeelskosten luidde als volgt:

2024
€ miljoen

2023
€ miljoen

Mutatie
€ miljoen

Salarissen en toelagen

560

528

32

Personeelsverzekeringen

26

25

2

Vergoedingen na uitdiensttreding en overige langetermijnbeloningen

258

124

134

Personeelskosten

844

676

167

Uitgedrukt in fulltime-equivalenten (fte's)[64] bedroeg het gemiddeld aantal medewerkers in 2024 4.297 (2023: 4.222), waarvan 386 op managementniveau (2023: 380).

De hogere kosten voor uitkeringen na uitdiensttreding houden verband met een wijziging in de regels voor de pensioenregelingen van de ECB in 2024. Conform de boekhoudregels van de ECB ten aanzien van pensioenen zijn de uit deze wijziging voortvloeiende pensioenkosten van verstreken diensttijd volledig opgenomen in de winst-en-verliesrekening voor 2024, het jaar waarin het besluit werd genomen (zie toelichting 13.3 'Diversen'). De salarissen en toelagen stegen in overeenstemming met het voorziene hogere gemiddelde aantal medewerkers van de ECB en de reguliere salarisaanpassingen.

Beloning van de directie en de Raad van Toezicht
De directieleden en de bij de ECB werkzame leden van de Raad van Toezicht ontvangen een basissalaris en een huisvestingstoelage. In het geval van de president wordt in plaats van een huisvestingstoelage een woning ter beschikking gesteld. Leden van de Raad van Bestuur en de voorzitter van de Raad van Toezicht ontvangen eveneens een representatietoelage. Overeenkomstig de arbeidsvoorwaarden voor de medewerkers van de Europese Centrale Bank komen de leden van de directie en de Raad van Toezicht, afhankelijk van hun individuele omstandigheden, in aanmerking voor een huishoudtoelage, kindertoelage, onderwijstoelage en overige toelagen. Op het salaris wordt een belasting ten gunste van de EU ingehouden, evenals premies voor de pensioenregelingen en de ongevallen- en ziektekostenverzekering. Toelagen zijn onbelastbaar en maken geen deel uit van de pensioengrondslag.

In 2024 waren de basissalarissen van de leden van de directie en de bij de ECB werkzame leden van de Raad van Toezicht (dat wil zeggen exclusief de vertegenwoordigers van de nationale toezichthouders) als volgt:[65]

2024

2023

Christine Lagarde (president)

466.092

444.984

Luis de Guindos (vicepresident)

399.528

381.444

Piero Cipollone (directielid sinds 1 november 2023)

332.928

52.976

Frank Elderson (directielid)

332.928

317.856

Philip R. Lane (directielid)

332.928

317.856

Fabio Panetta (directielid tot en met 31 oktober 2023)

-

264.880

Isabel Schnabel (directielid)

332.928

317.856

Totaal directie

2.197.332

2.097.852

Totaal Raad van Toezicht (leden in dienst van de ECB)1

1.364.558

1.374.853

waarvan:

Claudia Buch (voorzitter van de Raad van Toezicht sinds 1 januari 2024)

332.928

-

Andrea Enria (voorzitter van de Raad van Toezicht tot en met 31 december 2023)

-

317.856

Totaal

3.561.890

3.472.705

1) Het totale bedrag omvat de beloning van de voorzitter van de Raad van Toezicht en de ECB-leden. Frank Elderson ontvangt geen extra beloning in zijn rol als vicevoorzitter van de Raad van Toezicht. De totalen voor 2024 werden beïnvloed door de periode tussen het einde en de start van de ambtstermijnen van twee leden van de Raad van Toezicht en hun opvolgers, terwijl in 2023 alle ECB-leden van de Raad van Toezicht gedurende het hele jaar hun functie hebben uitgeoefend.

De aan de directieleden en de leden van de Raad van Toezicht betaalde toelagen en de bijdragen van de ECB aan hun verzekering voor ziektekosten, langdurige zorg en ongevallen bedroegen in totaal € 1.254.013 (2023: € 1.169.703).

Aan voormalige leden van de directie of van de Raad van Toezicht kunnen gedurende een beperkte periode na het einde van hun ambtsperiode overgangsbetalingen worden gemaakt. In 2024 bedroegen deze betalingen, de daarmee samenhangende toelagen en de bijdrage van de ECB aan de verzekering voor ziektekosten, langdurige zorg en ongevallen in totaal € 552.772 (2023: € 365.864). Dit bedrag was hoger doordat er in 2024 meer voormalige directieleden waren die deze betalingen ontvingen dan in 2023.

De som van aan pensioen gerelateerde uitkeringen, met inbegrip van toelagen na uitdiensttreding, aan voormalige leden van de directie en de Raad van Toezicht of hun nabestaanden en de bijdragen aan hun verzekering voor ziektekosten, langdurige zorg en ongevallen, bedroeg € 2.185.215 (2023: € 2.670.313).[66] In 2024 omvatte dit bedrag een eenmalige uitkering aan een voormalig directielid bij vertrek, terwijl in 2023 een eenmalige uitkering bij de pensionering van een voormalig directielid werd betaald. Deze betalingen kwamen in de plaats van toekomstige pensioenuitkeringen.

Toelichting 31 – Beheerkosten

De samenstelling van de beheerkosten luidde als volgt:

2024
€ miljoen

2023
€ miljoen

Mutatie
€ miljoen

Huur, onderhoud aan gebouwen en nutsvoorzieningen

57

52

5

Personeelskosten

74

67

7

IT-kosten

153

137

16

Externe diensten

162

161

0

Overige kosten

67

64

3

Beheerkosten

513

481

32

De stijging van de beheerkosten in 2024 was voornamelijk het gevolg van (i) hogere IT-uitgaven in verband met de digitale transformatie ('IT-kosten'); en (ii) de bijdrage van de ECB aan de uitbreiding van de kinderopvang bij de Europese School van Frankfurt ('Personeelskosten'). De inflatie was ook dit boekjaar van invloed op diverse uitgaven die op deze post worden geboekt.

Toelichting 32 – Diensten van bankbiljettenproductie

In 2024 bedroegen deze kosten € 9 miljoen (2023: € 9 miljoen). Het totaal hield voornamelijk verband met het grensoverschrijdend vervoer van eurobankbiljetten tussen bankbiljettendrukkerijen en de NCB's voor de levering van nieuwe bankbiljetten, evenals tussen de NCB's voor het opheffen van tekorten vanuit overschotvoorraden. Deze kosten worden centraal door de ECB gedragen.

Toelichting 33 – '(Toevoeging)/onttrekking aan risicovoorzieningen’

In 2023 omvatte deze post de volledige vrijval van de voorziening voor financiële risico’s van € 6.620 miljoen ter gedeeltelijke compensatie van verliezen op blootstellingen aan financiële risico’s (zie 'Voorziening voor financiële risico’s' in Paragraaf 2.3 'Grondslagen voor de financiële verslaggeving'). Hierdoor was deze voorziening op 31 december 2023 nihil. In 2024 is niet aan de voorziening toegevoegd.

2.7 Gebeurtenissen na balansdatum

Toelichting 34 – Wijziging in de rentevergoeding van tegoeden binnen het Eurosysteem

Op 13 maart 2024 heeft de Raad van Bestuur een reeks beginselen vastgesteld als leidraad bij de toekomstige implementatie van het monetair beleid. De Raad besloot onder meer ook de monetairbeleidskoers te blijven sturen via de rente op de depositofaciliteit.[67] Eveneens in dat verband besliste de Raad van Bestuur dat de depositorente vanaf 1 januari 2025 de basis zou worden voor de vergoeding van (i) TARGET-saldi ten opzichte van NCB’s van het eurogebied; (ii) vorderingen uit hoofde van de toedeling van eurobankbiljetten binnen het Eurosysteem; en (ii) verplichtingen uit hoofde van de overdracht van externe reserves.

2.8 Jaarrekening 2020-2024

Balans

ACTIVA

2020
€ miljoen

2021
€ miljoen

2022
€ miljoen

2023
€ miljoen

2024
€ miljoen

Goud en goudvorderingen

25.056

26.121

27.689

30.419

40.895

Vorderingen op niet-ingezetenen van het eurogebied, luidende in vreemde valuta

45.971

51.433

55.603

55.876

58.117

Vorderingen op het IMF

680

1.234

1.759

2.083

2.227

Tegoeden bij banken en beleggingen in effecten, externe leningen en overige externe activa

45.291

50.199

53.844

53.793

55.890

Vorderingen op ingezetenen van het eurogebied, luidende in vreemde valuta

4.788

2.776

1.159

1.450

4.094

Vorderingen op niet-ingezetenen van het eurogebied, luidende in euro

1.830

3.070

-

-

-

Tegoeden bij banken, beleggingen in effecten en leningen

1.830

3.070

-

-

-

Overige vorderingen op kredietinstellingen in het eurogebied, luidende in euro

81

38

12

17

2

Effecten uitgegeven door ingezetenen van het eurogebied, luidende in euro

349.008

445.384

457.271

425.349

376.781

Voor monetairbeleidsdoeleinden aangehouden effecten

349.008

445.384

457.271

425.349

376.781

Vorderingen binnen het Eurosysteem

114.761

123.551

125.763

125.378

127.067

Vorderingen uit hoofde van de toedeling van eurobankbiljetten binnen het Eurosysteem

114.761

123.551

125.763

125.378

127.067

Overige activa

27.797

27.765

31.355

34.739

33.644

Materiële en immateriële vaste activa

1.262

1.189

1.105

1.023

971

Overige financiële activa

20.785

21.152

21.213

22.172

22.781

Herwaarderingsverschillen op instrumenten buiten de balans

388

620

783

552

681

Overlopende activa en vooruit betaalde kosten

3.390

4.055

7.815

10.905

9.158

Diversen

1.970

749

438

88

53

Totaal activa

569.292

680.140

698.853

673.229

640.600

PASSIVA

2020
€ miljoen

2021
€ miljoen

2022
€ miljoen

2023
€ miljoen

2024
€ miljoen

Bankbiljetten in omloop

114.761

123.551

125.763

125.378

127.067

Overige verplichtingen aan kredietinstellingen in het eurogebied, luidende in euro

2.559

9.473

17.734

4.699

2.388

Verplichtingen aan overige ingezetenen van het eurogebied, luidende in euro

13.700

7.604

63.863

20.622

24.554

Overheid

10.012

3.200

48.520

143

73

Overige verplichtingen

3.688

4.404

15.343

20.479

24.482

Verplichtingen aan niet-ingezetenen van het eurogebied, luidende in euro

11.567

112.492

78.108

23.111

39.859

Verplichtingen aan niet-ingezetenen van het eurogebied, luidende in vreemde valuta

-

-

-

24

-

Deposito’s, tegoeden en overige verplichtingen

-

-

-

24

-

Verplichtingen binnen het Eurosysteem

378.432

375.136

355.474

445.048

388.676

Verplichtingen uit hoofde van de overdracht van externe reserves

40.344

40.344

40.344

40.671

40.562

Verplichtingen uit hoofde van TARGET (netto)

336.828

334.618

315.090

404.336

348.074

Overige verplichtingen binnen het Eurosysteem (netto)

1.260

174

41

40

40

Overige verplichtingen

3.095

2.877

5.908

9.498

7.615

Herwaarderingsverschillen op instrumenten buiten de balans

636

568

430

68

-

Overlopende passiva

40

32

3.915

8.030

6.288

Diversen

2.419

2.277

1.562

1.401

1.327

Voorzieningen

7.641

8.268

6.636

67

72

Risicovoorzieningen

7.584

8.194

6.566

-

-

Overige voorzieningen

57

74

69

67

72

Herwaarderingsrekeningen

28.235

32.277

36.487

37.099

50.653

Kapitaal en reserves

7.659

8.270

8.880

8.948

8.925

Kapitaal

7.659

8.270

8.880

8.948

8.925

Overgedragen geaccumuleerde verliezen

-

-

-

-

(1.266)

Winst/(verlies) over het boekjaar

1.643

192

-

(1.266)

(7.944)

Totaal passiva

569.292

680.140

698.853

673.229

640.600

Toelichting: omwille van de vergelijkbaarheid is de opzet van de balans voor de jaren 2020-2023 gelijkgetrokken met de in 2024 ingevoerde opzet. Aangezien de post 'Winst/(verlies) over het jaar' als een op zichzelf staande, negatieve post op de passiefzijde van de balans is opgenomen, zijn de bedragen bij 'Totaal activa' en 'Totaal passiva' voor 2023 dienovereenkomstig aangepast. Meer informatie over deze veranderingen is te vinden onder 'Wijzigingen in de weergave van de jaarrekening' in Paragraaf 2.3 'Grondslagen voor de financiële verslaggeving'.

Winst- en verliesrekening

2020
€ miljoen

2021
€ miljoen

2022
€ miljoen

2023
€ miljoen

2024
€ miljoen

Nettorentebaten/(lasten)

2.017

1.566

900

(7.193)

(6.983)

Rentebaten

2.027

1.575

12.314

63.723

66.898

Rentelasten

(9)

(9)

(11.414)

(70.916)

(73.881)

Nettoresultaat uit financiële transacties en afwaarderingen

316

(139)

(1.950)

(144)

(286)

Gerealiseerde winsten/(verliezen) uit financiële transacties

342

(6)

(110)

(106)

(17)

Afwaarderingen van financiële activa en posities

(26)

(133)

(1.840)

(38)

(269)

Nettobaten uit vergoedingen en provisies

520

559

585

650

674

Baten uit eigenvermogensinstrumenten en deelnemingen

-

2

1

1

1

Overige baten

37

56

61

72

119

Personeelskosten

(646)

(674)

(652)

(676)

(844)

Beheerkosten

(434)

(444)

(460)

(481)

(513)

Afschrijvingen op (im)materiële vaste activa

(106)

(108)

(103)

(106)

(104)

Diensten van bankbiljettenproductie

(14)

(13)

(9)

(9)

(9)

Overige kosten

-

(5)

-

-

-

Winst/(verlies) vóór toevoeging/onttrekking aan risicovoorzieningen

1.691

802

(1.627)

(7.886)

(7.944)

(Toevoeging)/onttrekking aan risicovoorzieningen

(48)

(610)

1.627

6.620

-

Winst/(verlies) over het boekjaar

1.643

192

-

(1.266)

(7.944)

Winstverdeling

1.643

192

-

-

-

Toelichting: omwille van de vergelijkbaarheid is de opzet van de winst-en-verliesrekening voor de jaren 2020-2023 gelijkgetrokken met de in 2024 ingevoerde opzet. Bovendien zijn de bedragen in de subposten 'Rentebaten' en 'Rentelasten' aangepast in lijn met de vanaf 2024 toegepaste saldering van rentebaten en -lasten. Meer informatie over deze veranderingen is te vinden onder 'Wijzigingen in de weergave van de jaarrekening' in Paragraaf 2.3 'Grondslagen voor de financiële verslaggeving'.

3 Controleverklaring van de onafhankelijke accountant

Aan de president en de Raad van Bestuur
van de Europese Centrale Bank
Frankfurt am Main

Controleverklaring over de jaarrekening 2024 van de ECB

Ons oordeel

Wij hebben de jaarrekening 2024 van de Europese Centrale Bank (ECB) gecontroleerd. Deze jaarrekening is opgenomen in de jaarstukken van de ECB en bestaat uit de balans per 31 december 2024, de winst-en-verliesrekening over 2024 en een overzicht van de belangrijke grondslagen voor financiële verslaggeving en andere toelichtingen.

Naar ons oordeel geeft de bijgaande jaarrekening een getrouw beeld van de grootte en samenstelling van het vermogen van de ECB per 31 december 2024 en van het resultaat over 2024, in overeenstemming met de door de Raad van Bestuur vastgelegde grondslagen, die worden uiteengezet in Besluit (EU) 2024/2938 van de Europese Centrale Bank van 14 november 2024 betreffende de jaarrekening van de Europese Centrale Bank (ECB/2024/32). Dit besluit is gebaseerd op Richtsnoer (EU) 2024/2941 van de Europese Centrale Bank van 14 november 2024 betreffende het juridische kader ten behoeve van de financiële administratie en verslaglegging in het Europees Stelsel van centrale banken (ECB/2024/31).

De basis voor ons oordeel

Wij hebben onze controle uitgevoerd in overeenstemming met de International Standards on Auditing (ISA’s). Onze verantwoordelijkheden op grond hiervan zijn nader beschreven in de onderstaande paragraaf ‘Onze verantwoordelijkheden voor de controle van de jaarrekening’. Wij zijn onafhankelijk van de ECB, zoals vereist op grond van de Duitse ethische voorschriften met betrekking tot onze controle van de jaarrekening, die in overeenstemming zijn met de International Ethics Standards Board for Accountants’ Code of Ethics for Professional Accountants (de IESBA-code). Verder hebben wij voldaan aan onze overige ethische verantwoordelijkheden overeenkomstig deze voorschriften. Wij vinden dat de door ons verkregen controle-informatie voldoende en geschikt is als basis voor ons oordeel.

Andere informatie

De directie van de ECB is verantwoordelijk voor de andere informatie in de jaarstukken van de ECB. De andere informatie omvat alle informatie die is opgenomen in de jaarstukken van de ECB, met uitzondering van de jaarrekening van de ECB en onze controleverklaring daarover.

Ons oordeel over de jaarrekening heeft geen betrekking op de andere informatie en we formuleren geen enkele conclusie over de betrouwbaarheid daarvan.

In het kader van onze controle van de jaarrekening is het onze verantwoordelijkheid de andere informatie te lezen en daarbij na te gaan of die materieel onverenigbaar is met de jaarrekening of de vanuit de controle verkregen kennis, of anderszins materiële afwijkingen bevat.

Verantwoordelijkheden van de directie en van de met governance belaste personen ten aanzien van de jaarrekening

De directie is verantwoordelijk voor het opmaken en getrouw weergeven van de jaarrekening in overeenstemming met de door de Raad van Bestuur vastgelegde grondslagen, die worden uiteengezet in Besluit (EU) 2024/2938 van de Europese Centrale Bank van 14 november 2024 betreffende de jaarrekening van de Europese Centrale Bank (ECB/2024/32), dat gebaseerd is op Richtsnoer (EU) 2024/2941 van de Europese Centrale Bank van 14 november 2024 betreffende het juridische kader ten behoeve van de financiële administratie en verslaglegging in het Europees Stelsel van centrale banken (ECB/2024/31), en voor een zodanige interne beheersing als de directie noodzakelijk acht om het opmaken van de jaarrekening mogelijk te maken zonder afwijkingen van materieel belang als gevolg van fraude of fouten.

Bij het opmaken van de jaarrekening moet de directie afwegen of de ECB in staat is om haar werkzaamheden in continuïteit voort te zetten. De directie moet de jaarrekening opmaken op basis van de continuïteitsveronderstelling en, in voorkomend geval, zaken die verband houden met het in continuïteit kunnen voortzetten van de werkzaamheden van de entiteit, toelichten in de jaarrekening.

De met governance belaste personen zijn verantwoordelijk voor het uitoefenen van toezicht op het proces van de financiële verslaggeving van de ECB.

Onze verantwoordelijkheden voor de controle van de jaarrekening

Onze doelstellingen zijn het verkrijgen van redelijke zekerheid dat de jaarrekening als geheel geen afwijkingen van materieel belang als gevolg van fraude of fouten bevat en het afgeven van een controleverklaring waarin ons oordeel is opgenomen. Redelijke zekerheid betekent een hoge mate van zekerheid, maar is geen garantie dat een conform de ISA’s uitgevoerde controle te allen tijde eventuele afwijkingen van materieel belang zal ontdekken. Afwijkingen kunnen ontstaan als gevolg van fraude of fouten en zijn van materieel belang indien redelijkerwijs kan worden verwacht dat deze, afzonderlijk of gezamenlijk, van invloed kunnen zijn op de economische beslissingen die gebruikers op basis van deze jaarrekening nemen.

In het kader van een controle in overeenstemming met de ISA’s passen wij bij de gehele planning en uitvoering van de controle professionele oordeelsvorming toe en houden wij een professioneel-kritische instelling. Onze controle bestond onder meer uit:

  • het identificeren en inschatten van de risico’s dat de jaarrekening afwijkingen van materieel belang bevat als gevolg van fraude of fouten, het in reactie op deze risico’s bepalen en uitvoeren van controlewerkzaamheden en het verkrijgen van controle-informatie die voldoende en geschikt is als basis voor ons oordeel. Bij fraude is het risico dat een afwijking van materieel belang niet ontdekt wordt groter dan bij fouten. Bij fraude kan sprake zijn van samenspanning, valsheid in geschrifte, het opzettelijk nalaten transacties vast te leggen, het opzettelijk verkeerd voorstellen van zaken of het doorbreken van de interne beheersing.
  • het verkrijgen van inzicht in de interne beheersing die relevant is voor de controle met als doel controlewerkzaamheden te selecteren die passend zijn in de omstandigheden. Deze hebben niet als doel om een oordeel uit te spreken over de effectiviteit van de interne beheersing van de ECB;
  • het evalueren van de geschiktheid van de gebruikte grondslagen voor financiële verslaggeving en het evalueren van de redelijkheid van schattingen door de directie en de toelichtingen die daarover in de jaarrekening staan;
  • het vaststellen dat de door de directie gehanteerde continuïteitsveronderstelling aanvaardbaar is. Tevens het op basis van de verkregen controle-informatie vaststellen of er gebeurtenissen en omstandigheden zijn waardoor gerede twijfel zou kunnen bestaan of de ECB haar activiteiten in continuïteit kan voortzetten. Als wij concluderen dat er een onzekerheid van materieel belang bestaat, zijn wij verplicht om aandacht in onze controleverklaring te vestigen op de relevante gerelateerde toelichtingen in de jaarrekening. Als de toelichtingen inadequaat zijn, moeten wij onze verklaring aanpassen. Onze conclusies zijn gebaseerd op de controle-informatie die verkregen is tot de datum van onze controleverklaring.
  • het evalueren van de algehele presentatie, structuur en inhoud van de jaarrekening en de daarin opgenomen toelichtingen, en nagaan of de jaarrekening een getrouw beeld geeft van de onderliggende transacties en gebeurtenissen.

Wij communiceren met de met governance belaste personen onder meer over de geplande reikwijdte en timing van de controle en over de significante bevindingen die uit onze controle naar voren zijn gekomen, waaronder eventuele door ons vastgestelde significante tekortkomingen in de interne beheersing.

Frankfurt am Main, 12 februari 2025

Baker Tilly GmbH & Co. KG
Wirtschaftsprüfungsgesellschaft


Dr. Stefan Wolfgang Fischer
Wirtschaftsprüfer


Maria Brück
Wirtschaftsprüferin

4 Toelichting op de verdeling van de winst/toedeling van verliezen

Deze toelichting maakt geen deel uit van de jaarrekening van de ECB over het jaar 2024.

Krachtens artikel 33 van de statuten van het ESCB wordt de nettowinst van de ECB in de onderstaande volgorde verdeeld:

  1. een door de Raad van Bestuur vast te stellen bedrag, dat niet meer dan 20% van de nettowinst mag bedragen, wordt naar het algemeen reservefonds overgedragen tot een maximum van 100% van het kapitaal
  2. de resterende nettowinst wordt naar rato van hun gestorte aandelen onder de aandeelhouders van de ECB verdeeld.[68]

Bij een verlies van de ECB wordt het tekort gedekt uit het algemeen reservefonds van de ECB en, indien nodig, bij besluit van de Raad van Bestuur, uit de monetaire inkomsten over het betrokken boekjaar, naar rato en ten belope van de bedragen die overeenkomstig artikel 32.5 van de statuten van het ESCB aan de NCB's zijn toegedeeld.[69]

Het verlies van de ECB over 2024 bedroeg € 7.944 miljoen, vergeleken met een verlies van € 1.266 miljoen in 2023 na de volledige vrijval van de voorziening voor financiële risico’s. Bij besluit van de Raad van Bestuur wordt dit verlies opgenomen in de balans van de ECB en verrekend met toekomstige winsten.

© Europese Centrale Bank, 2025

Postadres: 60640 Frankfurt am Main, Duitsland
Telefoon: +49 69 1344 0
Website: www.ecb.europa.eu

Alle rechten voorbehouden. Reproductie voor educatieve en niet-commerciële doeleinden is toegestaan op voorwaarde dat de bron wordt vermeld.

Zie voor een verklaring van de terminologie de ECB-woordenlijst (alleen in het Engels).

HTML ISBN 978-92-899-7060-0, ISSN 2443-4795, doi:10.2866/5388663, QB-01-25-039-NL-Q


  1. Door afronding kan het voorkomen dat de totalen in dit document niet geheel overeenstemmen met de som van de afzonderlijke getallen en dat de percentages de absolute getallen niet exact weergeven.

  2. De jaarrekening van de ECB bestaat uit de balans, de winst-en-verliesrekening; een overzicht van de belangrijke grondslagen voor financiële verslaggeving en andere toelichtingen. De jaarstukken van de ECB bestaan uit de jaarrekening, het managementverslag, de controleverklaring van de onafhankelijke accountant en de toelichting op de winstverdeling/toedeling van verliezen. Nadere informatie over de totstandkoming en goedkeuring van de jaarstukken is beschikbaar op de website van de ECB.

  3. In 2024 waren er 20 NCB’s lid van het Eurosysteem.

  4. Geconsolideerde versie van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (PB C 202 van 7.6.2016, blz. 1), zoals gewijzigd. De niet-officiële geconsolideerde tekst met de lijst van aanpassingen is eveneens beschikbaar.

  5. Protocol (nr. 4) betreffende de statuten van het Europees Stelsel van Centrale Banken en van de Europese Centrale Bank (PB C 202 van 7.6.2016, blz. 230). Het Europees Stelsel van centrale banken (ESCB) bestaat uit de ECB en de NCB’s van de 27 EU-lidstaten.

  6. Nadere informatie over de monetairbeleidsinstrumenten van het Eurosysteem en – meer in het bijzonder – de open-markttransacties, is te vinden op de website van de ECB.

  7. Nadere informatie over effectenuitlening is beschikbaar op de website van de ECB.

  8. Nadere informatie over de valutaswapovereenkomsten is te vinden op de website van de ECB.

  9. Nadere informatie over de liquiditeitsverschaffende transacties in euro van het Eurosysteem tegen toegelaten onderpand is beschikbaar op de website van de ECB. De repolijnen die ook op de website worden beschreven, worden beheerd door de NCB’s en hebben dus geen invloed op de jaarrekening van de ECB.

  10. Nadere informatie over TARGET-diensten is beschikbaar op de website van de ECB.

  11. Aangesloten systemen zijn financiëlemarktinfrastructuren die van de Raad van Bestuur toegang hebben gekregen tot de TARGET-ECB-component, op voorwaarde dat ze voldoen aan de vereisten vastgelegd in Besluit (EU) 2022/911 van de Europese Centrale Bank van 19 april 2022 betreffende de voorwaarden van TARGET-ECB en tot intrekking van Besluit ECB/2007/7 (ECB/2022/22) (PB L 163 van 17.6.2022, blz. 1), zoals gewijzigd. De niet-officiële geconsolideerde tekst met de lijst van aanpassingen is eveneens beschikbaar. Nadere informatie over aangesloten systemen is beschikbaar op de website van de ECB.

  12. Het APP bestaat uit het derde aankoopprogramma voor gedekte obligaties (covered bond purchase programme – CBPP3), het aankoopprogramma voor effecten op onderpand van activa (asset-backed securities purchase programme – ABSPP), het aankoopprogramma voor door de publieke sector uitgegeven schuldbewijzen (public sector purchase programme – PSPP) en het aankoopprogramma voor door de bedrijvensector uitgegeven schuldbewijzen (corporate sector purchase programme – CSPP). De ECB kocht geen effecten aan in het kader van het CSPP. Nadere informatie over het programma voor de aankoop van activa en het pandemie-noodaankoopprogramma is te vinden op de website van de ECB.

  13. Nadere informatie over de looptijdenstructuur bij het programma voor de aankoop van activa en het pandemie-noodaankoopprogramma is beschikbaar op de website van de ECB.

  14. De deviezenreserves van de ECB bestaan uit activa die op de balans zijn opgenomen onder ‘Vorderingen op niet-ingezetenen van het eurogebied, luidende in vreemde valuta – Tegoeden bij banken en beleggingen in effecten, externe leningen en overige externe activa’ en ‘Vorderingen op ingezetenen van het eurogebied, luidende in vreemde valuta’.

  15. Overeenkomstig de aanbevelingen van de taskforce voor financiële informatieverschaffing over klimaatverandering publiceert de ECB jaarlijks financiële klimaatinformatie over haar eigenmiddelen- en pensioenportefeuilles. De informatie voor 2023 werd in juni 2024 op de website van de ECB gepubliceerd, terwijl de klimaatinformatie voor 2024 naar verwachting in juni 2025 zal worden bekendgemaakt.

  16.   Op het klimaatakkoord van Parijs afgestemde benchmarks zijn gericht op het bereiken van de doelstelling van het klimaatakkoord van Parijs, namelijk dat de stijging van de gemiddelde temperatuur wereldwijd beperkt blijft tot 1,5 C.

  17. Verordening (EU) 2021/1119 van het Europees Parlement en de Raad van 30 juni 2021 tot vaststelling van een kader voor de verwezenlijking van klimaatneutraliteit, en tot wijziging van Verordening (EG) nr. 401/2009 en Verordening (EU) 2018/1999 (‘Europese klimaatwet’) (PB L 243 van 9.7.2021, blz. 1).

  18. De kosten van de ECB die verband houden met haar toezichtstaken worden aan de onder toezicht staande entiteiten doorberekend via een jaarlijks in rekening gebrachte vergoeding. Nadere informatie over toezichtsvergoedingen is beschikbaar op de website van ECB-Bankentoezicht.

  19. In overeenstemming met artikel 21 van de statuten van het ESCB mag de ECB als fiscaal agent optreden ten behoeve van instellingen, organen of instanties van de Unie, centrale overheden, regionale, lokale of andere overheden, overheidsinstanties, andere publiekrechtelijke lichamen of openbare bedrijven van de lidstaten.

  20. In deze paragraaf omvatten de ‘Herwaarderingsrekeningen’ de totale herwaarderingswinsten op de goudvoorraad, deviezenreserves en aangehouden effecten en andere instrumenten, maar niet de herwaarderingsrekening voor vergoedingen na uitdiensttreding.

  21. Deze definitie van het eigen vermogen wordt uitsluitend gebruikt bij het opstellen van de Jaarstukken van de ECB.

  22. Op 13 maart 2024 heeft de Raad van Bestuur een reeks beginselen vastgesteld als leidraad bij de toekomstige implementatie van het monetair beleid. De Raad besloot onder meer ook de monetairbeleidskoers te blijven sturen via de rente op de depositofaciliteit. Eveneens in dat verband besliste de Raad van Bestuur dat de depositorente vanaf 1 januari 2025 de basis zou worden voor de vergoeding van (i) TARGET-saldi ten opzichte van NCB’s van het eurogebied; (ii) vorderingen uit hoofde van de toedeling van eurobankbiljetten binnen het Eurosysteem; en (ii) verplichtingen uit hoofde van de overdracht van externe reserves.

  23. De toezichtsvergoedingen zijn opgenomen in de post ‘Overige baten en lasten’ (Grafiek 13).

  24. Het ES wordt gedefinieerd als een naar waarschijnlijkheid gewogen gemiddeld verlies dat zich voordoet bij de ongunstigste (1-p)% van de scenario's, waarbij p het betrouwbaarheidsniveau aanduidt.

  25. Nadere informatie over de risicomodelleringsaanpak is te vinden in The financial risk management of the Eurosystem’s monetary policy operations, ECB, juli 2015.

  26. De resultaten van de stresstest op de aangehouden bedrijfsobligaties werden opgenomen in de klimaatrapportage voor bedrijfsobligaties die door NCB’s van het eurogebied worden aangehouden in het kader van het CSPP en het PEPP. De ECB is in maart 2023 met deze rapportage gestart en publiceert deze sindsdien jaarlijks. Zie voor meer informatie de Klimaatrapportage over de door het Eurosysteem voor monetairbeleidsdoeleinden aangehouden bedrijfsobligaties, ECB, maart 2023.
    De algemene kwalitatieve resultaten van deze stresstest werden ook gepubliceerd in het Economisch Bulletin van de ECB. Zie Resultaten van de in 2022 uitgevoerde klimaatstresstest op de balans van het Eurosysteem, Economisch Bulletin, Nummer 2, ECB, 2023.

  27. De publicatie van de resultaten van de klimaatstresstest 2024 in kwalitatieve vorm is gepland voor de eerste helft van 2025.

  28. Operationeel risico omvat alle niet-financiële risico’s en wordt gedefinieerd als het risico dat de bedrijfsvoering, reputatie en/of financiële positie van de ECB in negatieve zin worden geraakt door menselijke tekortkomingen, de ontoereikende tenuitvoerlegging of het tekortschieten van de interne governance en bedrijfsprocessen, het uitvallen van systemen waarvan processen afhankelijk zijn, of externe gebeurtenissen (bijv. natuurrampen of aanvallen van buitenaf).

  29. Nadere informatie over de governancestructuur van de ECB is te vinden op de website van de ECB.

  30. Bij bedrijven en de overheid wordt steeds meer aandacht geschonken aan het beheer van gedragsrisico's. Dit vormt een aanvulling op het beheer van financiële en operationele risico’ en kan voor de ECB worden gedefinieerd als de blootstelling van de instelling aan reputatieschade, maar ook aan financiële of andere vormen van schade die haar belangen negatief beïnvloeden, als gevolg van opzettelijke of nalatige handelingen, die worden uitgevoerd door haar hoge functionarissen, medewerkers of contractanten die niet in overeenstemming zijn met de ethische, wettelijke en integriteitsregels van de instelling of de normen voor goede governance en goed beheer.

  31. De andere instellingen zijn het Europees Parlement, de Raad van de Europese Unie, de Europese Commissie, het Hof van Justitie van de Europese Unie, de Europese Rekenkamer, het Europees Economisch en Sociaal Comité en het Europees Comité van de Regio’s.

  32. Zie Akkoord tussen het Europees Parlement, de Raad van de Europese Unie, de Europese Commissie, het Hof van Justitie van de Europese Unie, de Europese Centrale Bank, de Europese Rekenkamer, het Europees Economisch en Sociaal Comité en het Europees Comité van de Regio’s tot instelling van een interinstitutioneel orgaan voor ethische normen voor leden van de in artikel 13 van het Verdrag betreffende de Europese Unie genoemde instellingen en adviesorganen (PB L, 2024/1365 van 17.5.2024).

  33. De gedetailleerde grondslagen voor de financiële verslaggeving van de ECB zijn neergelegd in Besluit (EU) 2024/2938 van de Europese Centrale Bank van 14 november 2024 betreffende de jaarrekening van de Europese Centrale Bank (ECB/2024/32), PB L 2024/2938 van 11.12.2024.
    Met het oog op de geharmoniseerde financiële administratie en verslaggeving van de activiteiten van het Eurosysteem is het bovengenoemde besluit gebaseerd op Richtsnoer (EU) 2024/2941 van de Europese Centrale Bank van 14 november 2024 betreffende het juridische kader ten behoeve van de financiële administratie en verslaglegging in het Europees Stelsel van centrale banken (ECB/2024/31) (PB L 2024/2941 van 11.12.2024).
    Deze grondslagen, die periodiek worden beoordeeld en waar nodig bijgewerkt, volgen de bepalingen van artikel 26.4 van de Statuten van het ESCB, die geharmoniseerde regels voor de financieel-administratieve verwerking en verslaglegging van de werkzaamheden van het Eurosysteem vereisen.

  34. Voor overlopende posten en voorzieningen betreffende beheerkosten geldt een minimumdrempel van € 100.000.

  35. Een lease wordt geclassificeerd als een financiële lease indien deze nagenoeg alle risico’s en voordelen overdraagt die verband houden met de eigendom van een onderliggend actief, anders wordt de lease geclassificeerd als een operationele lease.

  36. Het door de medewerker via vrijwillige bijdragen opgebouwde kapitaal kan bij pensionering worden gebruikt voor een aanvullend pensioen. Vanaf dat moment wordt dit pensioen opgenomen in de brutoverplichting uit hoofde van DB-regelingen.

  37. Per 31 december 2024 namen de volgende NCB’s buiten het eurogebied deel aan TARGET: Българска народна банка (Nationale Bank van Bulgarije), Danmarks Nationalbank, Narodowy Bank Polski en Banca Naţională a României.

  38. Besluit van de Europese Centrale Bank van 13 december 2010 betreffende de uitgifte van eurobankbiljetten (ECB/2010/29) (2011/67/EU) (PB L 35 van 9.2.2011, blz. 26), zoals gewijzigd. De niet-officiële geconsolideerde tekst met de lijst van aanpassingen is eveneens beschikbaar.

  39. De term ‘verdeelsleutel voor de toedeling van bankbiljetten’ heeft betrekking op de percentages die voortvloeien uit het in aanmerking nemen van het aandeel van de ECB in de totale uitgifte aan eurobankbiljetten en het toepassen van de geplaatst-kapitaalverdeelsleutel op het aandeel van de NCB's in dit totaal.

  40. Besluit (EU) 2016/2248 van de Europese Centrale Bank van 3 november 2016 inzake de toedeling van monetaire inkomsten van de nationale centrale banken van de lidstaten die de euro als munt hebben (ECB/2016/36) (PB L 347 van 20.12.2016, blz. 26), zoals gewijzigd. De niet-officiële geconsolideerde tekst met de lijst van aanpassingen is eveneens beschikbaar.

  41. Eind 2023 en 2024 stond deze voorziening op nul, aangezien deze volledig werd vrijgegeven om verliezen die in 2023 waren ontstaan, gedeeltelijk te dekken.

  42. Besluit (EU) 2015/298 van de Europese Centrale Bank van 15 december 2014 inzake de tussentijdse verdeling van de inkomsten van de ECB (ECB/2014/57) (PB L 53 van 25.2.2015, blz. 24), zoals gewijzigd. De niet-officiële geconsolideerde tekst met de lijst van aanpassingen is eveneens beschikbaar.

  43. In geval van uitstaande saldi zouden deze aan de actiefzijde van de balans onder ‘Diversen’ zijn gepresenteerd.

  44. De voorziening voor financiële risico’s die onder deze post zou moeten worden opgenomen bedroeg eind 2023 en 2024 nul. Daarom is de passiefpost ‘Risicovoorzieningen’ niet in de balans opgenomen.

  45. Voor activa en verplichtingen in verband met monetairbeleidstransacties worden de rentebaten en -lasten gesaldeerd op het niveau van de balanspost.

  46. Deze nettoposities bestaan uit het verschil van de in de desbetreffende vreemde valuta luidende activa en verplichtingen die onderhevig zijn aan valutaherwaardering. Deze zijn opgenomen onder ‘Vorderingen op niet-ingezetenen van het eurogebied, luidende in vreemde valuta’, ‘Vorderingen op ingezetenen van het eurogebied, luidende in vreemde valuta’, ‘Overlopende activa’, ‘Verplichtingen aan niet-ingezetenen van het eurogebied, luidende in vreemde valuta’, ‘Herwaarderingsverschillen niet in de balans opgenomen instrumenten’ (passiefzijde) en ‘Overlopende passiva’, waarbij tevens rekening wordt gehouden met valutatermijntransacties en valutaswaps onder de niet in de balans opgenomen posten. Positieve resultaten uit hoofde van de prijsherwaardering van in vreemde valuta luidende financiële instrumenten zijn niet inbegrepen.

  47. Nadere informatie over het programma voor de aankoop van activa is te vinden op de website van de ECB.

  48. Zie het persbericht van 15 juni 2023 over de monetairbeleidsbeslissingen van de Raad van Bestuur.

  49. Nadere informatie over het pandemie-noodaankoopprogramma is te vinden op de website van de ECB.

  50. Zie het persbericht van 14 december 2023 over de monetairbeleidsbeslissingen van de Raad van Bestuur.

  51. De marktwaarden zijn indicatief en worden berekend aan de hand van marktnoteringen. Wanneer geen marktnoteringen beschikbaar zijn, worden de marktprijzen geschat met behulp van interne modellen van het Eurosysteem.

  52. Met uitzondering van aandelen die een NCB van het Eurosysteem in 2024 heeft ontvangen als gevolg van een bedrijfsherstructurering, die tegen marktwaarde worden verantwoord.

  53. Nadere informatie over toezichtsvergoedingen is beschikbaar op de website van ECB-Bankentoezicht.

  54. De effectenuitleningstransacties waarbij op de balansdatum geen sprake is van als onderpand ontvangen onbelegde geldmiddelen worden op buitenbalansrekeningen geregistreerd (zie toelichting 18 ‘Programma’s voor effectenuitlening’).

  55. Aangesloten systemen zijn financiëlemarktinfrastructuren die van de Raad van Bestuur toegang hebben gekregen tot de TARGET-ECB-component, op voorwaarde dat ze voldoen aan de vereisten vastgelegd in Besluit (EU) 2022/911 van de Europese Centrale Bank van 19 april 2022 betreffende de voorwaarden van TARGET-ECB en tot intrekking van Besluit ECB/2007/7 (ECB/2022/22) (PB L 163 van 17.6.2007, blz. 1), zoals gewijzigd. De niet-officiële geconsolideerde tekst met de lijst van aanpassingen is eveneens beschikbaar. Afhankelijk van de beherende entiteit, worden de aangesloten systemen beschouwd als ingezetenen van het eurogebied (zie toelichting 9.2 ‘Overige verplichtingen’) of niet-ingezetenen van het eurogebied (zie toelichting 10 ‘Verplichtingen aan niet-ingezetenen van het eurogebied, luidende in euro’). Nadere informatie over aangesloten systemen is beschikbaar op de website van de ECB.

  56. Het DB-gedeelte van de regeling weerspiegelt enkel de verplichte bijdragen van de ECB en het personeel. De vrijwillige bijdragen van personeelsleden aan de toegezegdebijdragenzuil in 2024 bedroegen € 266 miljoen (2023: € 228 miljoen). Deze bijdragen worden belegd in de fondsbeleggingen en leiden tevens tot een hiermee corresponderende verplichting.

  57. De wegingen worden ook aangepast wanneer er een wijziging plaatsvindt in het aantal nationale centrale banken dat aan het kapitaal van de ECB bijdraagt. Dit betreft de NCB's van de lidstaten van de EU.

  58. Nadere informatie over effectenuitlening is beschikbaar op de website van de ECB.

  59. Nadere informatie over de liquiditeitsverschaffende swapovereenkomsten van de ECB is beschikbaar op de ECB-website. De repo-overeenkomsten die eveneens op deze website worden beschreven, worden beheerd door de NCB’s en zijn daarom niet opgenomen in de jaarrekening van de ECB.

  60. Indien de feitelijke aflossingsdatum afwijkt van de wettelijke vervaldatum (wat doorgaans het geval is voor het ABSPP), wordt het bedrag van de nog niet afgeschreven agio of disagio geacht te zijn gerealiseerd in verhouding tot de waarde van de terugbetaalde hoofdsom.

  61. Zie artikel 5, lid 3 van Verordening (EU) nr. 1163/2014 van de Europese Centrale Bank van 22 oktober 2014 betreffende een vergoeding voor toezicht (ECB/2014/41) (PB L 311 van 31.10.2014, blz. 23), zoals gewijzigd. De niet-officiële geconsolideerde tekst met de lijst van aanpassingen is eveneens beschikbaar.

  62. Het besluit van de ECB betreffende het totale bedrag van de jaarlijkse vergoeding voor toezicht voor 2024 wordt medio maart 2025 vastgesteld en vervolgens gepubliceerd.

  63. Nadere informatie over toezichtsvergoedingen is beschikbaar op de website van ECB-Bankentoezicht.

  64. Een full-time-equivalent (FTE) is een eenheid die overeenstemt met één medewerker die gedurende één jaar fulltime werkt. Medewerkers met een contract voor onbepaalde of bepaalde duur, medewerkers met een kortlopend contract en de deelnemers aan het Graduate Programme van de ECB worden in verhouding tot hun arbeidstijd opgenomen. Medewerkers met zwangerschapsverlof of langdurig verlof zijn ook inbegrepen, terwijl medewerkers met onbetaald verlof niet zijn inbegrepen.

  65. De bedragen zijn brutobedragen, d.w.z. vóór aftrek van belastingen ten gunste van de EU.

  66. Door deze eenmalige betalingen verminderde de in de balans opgenomen verplichting uit hoofde van toegezegde pensioenrechten. Voor het nettobedrag dat ten laste van de winst-en-verliesrekening is gekomen in verband met de pensioenregelingen van huidige leden van de directie en van de Raad van Toezicht wordt verwezen naar toelichting 13.3 ‘Diversen’.

  67. Zie het persbericht van 13 maart 2024 over de beslissingen van de Raad van Bestuur.

  68. De NCB’s buiten het eurogebied hebben geen recht op een aandeel in de te verdelen winst van de ECB, noch hoeven ze eventuele verliezen van de ECB te dekken.

  69. Krachtens artikel 32.5 van de statuten van het ESCB wordt de som van de monetaire inkomsten van de NCB's aan de NCB's toegekend naar rato van hun gestorte aandeel in het kapitaal van de ECB.